JAN JAARSMA's Insluithaarden D. DE JAGER Jr's XS5ZE& 18 ONS ZEELAND HISTORISCHE CRIMINEELE GEVALLEN EN AVONTUREN. Bezoekt de nieuwe Toonzaal voor Haarden en Kachels bij Toen was het Peter, die zijn kalmte niet langer kon be waren. „Stommeling, die je bent snauwde hij zijn compagnon toe, „je wilt altijd alles veel te mooi maken. Als je die telefoon met rust had gelaten, waren we voor al de misère, waar we nou inzitten, gespaard gebleven VII. De merkwaadige ontvluchting van Lavalette onder het regime van de Restauratie. De gevallen in de geschiedenis, waarin vrouwen helden moed hebben tentoongespreid om hun mannen te redden, zijn niet zeldzaam. Men behoeft nog niet onmiddellijk te denken aan de vrouwen van Weinberg, die op de bekende wijze bij de overgave der vesting hun mannen, die aan de verdediging hadden deelgenomen, ontrukten aan den ge- wissen marteldood, die in die dagen gebruik was, om zulks te constateeren. Men kan zelfs denken aan een figuur als Emma van Haarlem, een heldhaftige edelvrouwe, gehuwd met een ridder, die wijd en zijd slechts bekend stond om zijne wreedheid en zijne gierigheid, maar die toch, toen het belegerde kasteel tot de overgave werd gedwongen, van de belegeraars wist te verkrijgen de toezegging, dat zij het kostbaarste wat zij bezat, met zich ter poorte uit mocht dragen. De belegeraars konden niet verwachten, dat deze tengere vrouw het stuk zou bestaan om haar zwaren echt genoot, op haar schouders gezeten, weg te dragen, en toch deed zij het, al bezweek zij bijna onder den last. Het gegeven woord werd in deze dagen van ridderwoord en riddereer gehouden, en de wreede ridder ontkwam op een wijze, die ongetwijfeld paedagogisch weinig doeltreffend voor hem kon heeten! Maar er zijn andere gevallen van bevrijding, die hoog of laag geplaatste gevangenen verkregen, dank zij de slimheid, dank zij het overleg, dank zij menigmaal bovenal de koel bloedigheid van de vrouwen, die men maar zonder meer de zwakke sekse heet. Wie denkt niet aan de vrouw van Hugo de Groot, die eenzaam in Loevestein achterbleef, ter wijl, dank zij de door haar met zooveel zorg toegepaste list, haar man zich in veiligheid kon stellen. Onder de soort gelijke gevallen is er een, dat te weinig bekend is, en toch bekendheid verdient. Het betreft Lavalette, een der velen, die eerst gedurende de revolutie, daarna tijdens het Napo leontisch tijdperk hoog in rang steeg. Lavalette slaagde er in de persoonlijke aandacht van Bonaparte op zich te vesti gen; hij werd aide de camp van den generaal. Later, toen het keizerrijk werd geschapen, werd hij tot directeur-gene raal van het postwezen benoemd, dat hij met vaste hand bestuurde en op uitnemende wijze inrichtte. Lavalette be hoorde tot de warme bewonderaars van den keizer; geen wonder, dat hij tot hem overliep nog voordat hij in Parijs was aangekomen. Maar geen wonder ook, dat de wraak gierige Fouché, die even sluw als slecht moet zijn geweest, hem als een der eerste slachtoffers zette op de lijst, die hij voor den teruggekeerden Lodewijk XVIII opmaakte. Reeds op 8 Juli 1815, dus niet veel meer dan drie weken na den slag bij Waterloo, werd Lavalette gearresteerd, en bemerkte hij, dat de verdenking op hem rustte, dat hijI m den terugkeer des keizers uit Elba een zeer actieve rol had gespeeld. Eenige dagen later werd hij naar de Conciergerie overgebracht en 20 November ter dood veroordeeld. Me vrouw Lavalette deed een voetval voor den koning teneinde garandeeren groot warmtevermogen groote brandstofbesparing groote soliditeit. het leven van haar man te redden: Lodewijk XVIII, die nooit het nobele gebaar wist te vinden, bleef onvermurwbaar. Had hij gedacht daarmede deze schijnbaar wanhopige vrouw het laatste middel tot redding van haar man te hebben ont nomen, hij vergiste zich. Zij was groot gebracht te midden van de gevangenen der revolutie en te midden van de intri ges van het keizerlijk hof; zij zag uitkomst en raad, waar geen ander die zag. Zij vertrouwde daarbij, voor zoover dat mogelijk was, slechts op zichzelve en op haar dochter, en op een of twee van de allerbeste vrienden, die zij wel in het geheim moest nemen. Hob slaagde zij? Twee dagen voordat dte terechtstelling zou plaats hebben, kwam Mevrouw Lavalette bij haar man. „Wij hebben niets meer te hopen", zeide zij tegen hem; „wij moeten dus een poging wagen, hoe moeilijk deze ook is. Ik mag hier twee uren bij je blijven; om acht uur vertrek je uit de gevangenis, in mijn kleeren gekleed en als ge woonlijk door Mad.elle Dubourg, een bloedverwante, ver gezeld. Je zult den draagstoel vinden voor de gevangenis; deze breng je naar de Rue des St. Pères, waar een vriend je wacht met een cabriolet en je naar een veilige plaats zal voeren." Lavalette wilde tegenwerpingen maken, maar zijn vrouw voorkwam deze. „Als je terechtgesteld wordt, stert ik toch. Men zal mij geen overlast aandoen; mij hoogstens enkele dagen gevangen houden, maar men zal mij moeten laten gaan." Vergeefs trachtte Lavalette haar te overtuigen, dat de in den regel talrijke gevangenbewaarders,die haar eiken avond omgaven, wanneer zij de gevangenis verliet, de uitvoering van het plan onmogelijk zouden maken, zij bleef volhouden, terecht opmerkend dat, waar hij toch ver oordeeld was om terechtgesteld te worden, hij niets meer had te verliezen en men het met hem niet erger kon maken dan reeds was geschied. „Goed", zeide Lavalette tenslotte, ik zal doen wat je wilt. Maar de cabriolet is te ver verwijderd van de gevangenis. De kans is groot, dat men mijne ontsnapping bemerkt kort nadat deze heeft plaats gehad. Wij hebben bijkans een uur noodig om van hier met den draagstoel te gaan naar de Rue des St. Pères; dat is te gewaagd." Mevrouw Lavalette erkende de juistheid der opmerking. Men had nog een dag tijd; den volgenden avond zou alles veranderd worden, mits Lavalette slechts zijn woord wilde geven, dat hij dan ook gehoorzaam zou zijn. Den volgenden dag kwam Mevrouw Lavalette des mid dags om vijf uur haar gewone bezoek brengen. Ditmaal was zij vergezeld van haar dochter Josephine, en gekleed in een costuum, dat het zoo gemakkelijk mogelijk maakte om het grooter figuur van haar man daaronder te herbergen, „Pre cies om zeven uur moet je gekleed zijn, zeide zij^ tegen hem. „Als je vertrekt, geef je den arm aan Josephine; je houdt den zakdoek voor het gelaat. Wat is het jammer dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 16