ONS ZEELAND X 4 De keerzijde van de schitterende tuinbouwmedailleZeeland op de be grooting; voor een betere verbinding met Schouwen-Duiveland. De tuinbouw neemt in onze provincie steeds grooteren omvang aan. Velen keeren den landbouw ten deele den rug toe en werpen zich op den tuinbouw met een enthousiasme, die de meer bezadigden wel eens bedenkelijk voorkomt. Ook de glascultuur speelt in Zeeland reeds een rol van beteeke- nis, en verwacht kan worden, dat zij het einde van haar ontwikkeling nog niet bereikt heeft. We hebben de koers verandering van onze 1 and-bebouwende bevolking met tal van anderen steeds hartelijk toegejuicht en den tuinbouw een der middelen genoemd, die een ietwat somber perspec tief van Zeeland zou kunnen verlichten. Of we daar geheel goed aan deden? In ons hart kruipt langzaam de twijfel op en we zijn er niet langer zeker van, dat de tuinbouw zóó moet worden toegejuicht en aanbevolen als tot nu toe door bijna iedereen gedaan werd. We namen n.l. kennis van een artikel in „De r.k. boerenstand", van de hand van Dr. Ir. Rietsema, directeur der r.k. land- en tuinbouwschool, en dus tot oordeelen bevoegd. Deze schrijft daarin o.m. dat een crisis in den tuinbouw haast met zekerheid komen moet. Aan zijn belangwekkend artikel ontleenen we: De ongehoord snelle uitbouw van een paar hoofdtakken der glasteelt (tomaten en druiven) heeft toevallige oorzaken gehad, n.l. dat deze beide gewassen in de laatste jaren groote uitvoerproducten zijn geworden. Europa leerde tomaten kennen, Nederland leerde tomaten telen en druiven verzenden, waarvan het de teelt reeds te voren had uitgeoefend. Noch de toeneming van het aantal menschen in West- Euiopa, noch hun hoogere welvaart of hoogere levens-stan daard, noch de betere vervoermiddelen zijn in staat om on den duur afzet te kunnen bieden voor het gewas van zich zoo reusachtig snel vermenigvuldigende broeierijen. En dat des te minder, omdat één der omstandigheden, die gunstig zijn geweest voor de tuinderij hier te lande, n.l. de steeds beter wordende vervoermiddelen, ook gunstig is voor onze mededingers. Met de tuinderij in Nederland ontwikkelde zich die in Italië, dat meedoet in den wedloop naar de beste markten. Het is het oude lied: de Zuiderzon doet de cultuur in deze streken concurrentie aan, een strijd, die reeds eeuwen aan den gang is, die reeds veel slachtoffers heeft geëischt en nog wel meer zal eischen. Dr. Rietsema wijst in dit verband op de teelt in Nederland van sinaasappelen, citroenen en ananassen in broeikassen, welke door het verbeterde verkeerswezen bijna geheel is uitgeroeid. Het sneltreinverkeer heeft ons uit Zuid-Frankrijk een bloemenovervloed gebracht, die onzen bloemenkweekers tot ernstig nadeel werd; sindsdien is het onzen bloemisten nog slechts mogelijk om met enkele soorten van bloemen, die hier bijzonder wel gelukken of slecht het vervoer ver dragen, in de vroege wintermaanden winst te maken. Onze vroege aardappelenteelt is door de Italianen, om 'n nieuwer voorbeeld te hebben, zóó geknakt, dat het de vraag is, of zij ooit weer tot haar ouden luister zal geraken. Nog nieuwer zijn de klachten over tomaten en druiven. Wij moeten niet vergeten, aldus dr. Rietsema, dat het ons hier met behulp van glas vaak slecht gelukt om dingen voort te brengen, die men in Zuidelijker landen zonder het buitengewoon dure hulpmiddel kan verbouwen. Wel be schouwd is het een groote dwaasheid hier met hooge kosten tomaten en druiven ter verbouwen, die beter van smaak, zooveel goedkooper in 't Zuiden groeien en op betrekkelijk geringen afstand van de centra van gebruik." De schrijver meent dan verder, dat we zullen moeten trachten op een andere wijze aan den kost te komen. In de Hollanden is de ooft- en groenteteelt bezig plaats te ruimen voor den verbouw van bloemgewassen, bollen, rozen snijgroen e.d. Het is mogelijk, dat het dien kant uitgaat, doch lang niet zeker. Blijvende goede uitkomsten zullen, volgens dr. Rietsema, alleen te verwachten zijn met zulke gewassen, waarin we niet veel mededingers op de markt ontmoeten, en dat zijn niet in de eerste plaats tomaten en druiven, doch moeilijk vervoerbaar goed, wintergewassen, voorjaarsgroenten, komkommers e.d. We hebben gemeend de keerzijde van de mooie tuinbouw medaille onzen lezers eens te moeten voorhouden. Wellicht kunnen sommigen er hun voordeel mede doen. We hebben het tot gewoonte gemaakt om ieder jaar, als de staatsbegrooting is verschenen, te vermelden, welke Zeeuwsche posten daarop voorkomen. Thans kan worden medegedeeld, dat in 1930 de keersluis te Vlissingen zal worden voltooid. Aan de Oostsluis te Hansweert zullen weer een aantal verbeteringen worden aangebracht. Voor het aanbrengen van een nieuw buitensluishoofd zal f 530.000 uitgetrokken worden. Een post, die door velen met vreugde begroet zal worden is een bedrag van f 88.750 zijnde i ge deelte van den aan te leggen weg welke de beide deelen van Zeeuwsch-Vlaanderen met elkaar gaat verbinden. Deze weg zal loopen van de provinciale weg van Yzendijke naar de Belgische grens bij Pontebrug in ongeveer oostelijke richting langs Pyramide en ten oosten daarvan aansluitende aan het westelijk eindpunt van den verbindingsweg tusschen Oost- en West-Zeeuwsch-Vlaanderen. De totale kosten worden geraamd op f 355.000. Dit laatste deel moet, zoo wordt in de begrooting terecht gezegd, wor den beschouwd in een groote behoefte van de streek te voorzien. X De dure verbindingen in onze provincie worden zeer te recht nogal eens aan critiek onderworpen Reizen in Zee land blijft helaas, vooral voor automobilisten een zoo dure gelegenheid, dat het luxieuse aspecten vertoont. De verbin ding, waarop dezer dagen weer eens de aandacht is geves tigd, is het veer te Zijpe, voor de bewoners van Schouwen, Duiveland van zeer veel belang. De tarieven zijn er niet malsch, en ze lokken uit tot gerechtvaardigde aanmerkin gen. In de N.R.Ct. en in de Zierikzeesche Nieuwsbode schreef de heer M. K. Krepel in de afgeloopen week o.a.: Het autoverkeer neemt steeds toe en vrachtauto's roepen om verbetering, Pl.m. f 30.000 wordt op ons eiland betaald voor wegenbelasting, zoodat iedere autohouder recht heeft op verkeersverbetering. Ondanks de vele commissies, die reeds zijn benoemd, waar zelfs een Belg zitting in heeft (wel een bewijs hoe belangrijk het verkeer wordt opgevat), is er tot heden door de commissie aangaande het Veer Zijpe— Anna Jacobapolder niets tot stand gebracht. Als men wen ken geeft hoe die verbetering direct kan komen, dan wordt dit kwalijk genomen. Doch als er nu maar eene weg is, daar de R.T.M. de concessie heeft, dan is die oplossing gemakke lijk te vinden. Het schijnt dat de Polder Anna Jacoba in verband met de oude veerdienst, daar ook nog een rol in speelt, doch daar behoeft Schouwen-Duiveland toch zeker niet voor te worden opgeofferd? Het wordt hoog tijd, dat er van Schouwen-Duiveland een flinke algemeen actie uitgaat, dat deze tostand te Zijpe niet langer zoo kan blij ven. Een jaar of wat terug, als men toen sprak over het autoverkeer te Zijpe, werd men voor de voeten gegooid: die

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 2