kersen Donbon RINGERS Zaken- menschenü U vindt Uw voordeel Let op den naamf Verzuim niet onze advertentiekolom men te raadplege er allicht een adres of een ar tikel in waarmee U kunt doen Bij het schrijven op advertentiën wordt men beleefd verzocht „Ons Zeeland" te vermelden ONS ZEELAND 19 MJvvntn I.e. "jVaa-m stëó ook kilheid en afgemetenheid tegenover haar kinderen te toonen. Het was zeker dat ze van haar dochter en schoonzoon, haar zonen en schoondochters hield, maar, dat vond ze, men moet niet met zijn gevoelens te koop loopen, de ware be schaving is, dat men noch zijn vreugde, noch zijn verdriet, noch zijn andere aandoeningen luidruchtig manifesteert. Zij handelde er naar, bij elke gelegenheid. Ze was een goede gastvrouw, als de gast zich precies aan de regelen van het huis hield. Doch terwille van een gast afwijken van de regelen van het huis zou niet gaan. Men mocht aannemen, dat zij door haar manieren, haar deftige poses en gebaartjes, het gemis aan ware innerlijke beschaving trachtte te verbergen. Het gebrek aan intellect ging schuil achter het masker van trots, gedecideerdheid, en achter een soort van brutaliteit. Het moest iedereen, die haar lang kende en haar in haar dagelijksch leven kon vol gen, wel opvallen, dat ze door haar pogingen om haar .stan ding vol te houden, het „decorum" te bewaren, eigenlijk een beetje van de wijs was geraakt. Dat ze leefde als een automaat, haar keurslijf haar behandelde als een marionet. Haar kinderen, ook de aangetrouwde kinderen, spraken haar niet meer tegen, namen haar niet meer „au serieus", waren te beschaafd, en te wel opgevoed, om de vrouw in het harnas te jagen of met haar te kijven, al hielden zij haar achter den rug voor den gek. Soms balden ze de vuist, in stilte, als mevrouw weer heel zonderling deed. Doch door de kinderen werd nooit met opzet de deftige atmosfeer van het huis en het gezelschap verstoord. Op een dag werd haar dochter ernstig ziek, zoodat een onmiddellijke operatie noodwendig was. Haar schoonzoon vertoefde in het buitenland en hij kreeg een telegram om over te komen. Een tweede telegram volgde, waarin hem werd medegedeeld, dat zijn vrouw was geopereerd en met gunstig gevolg, zoodat ieder gevaar was geweken en spoe dige genezing in uitzicht werd gesteld. Hij seinde terug, dat hij terugkeerde met den trein, die om acht uur ter plaatse kon worden verwacht. Mevrouw Geurstam was aan het station om haar schoon zoon te ontvangen en hem bericht te geven van den toe stand van haar dochter. Hijgend liep de trein het station binnen en de schoonzoon werd door schoonma deftig ontvangen. Hoe gaat het, hoe gaat het, vroeg hij haastig, gejaagd, nog altijd ongerust over zijn vrouw. Je vraagt heelemaal niet naar mij, zeide ze koel. Je vrouw maakt het goed, ik ben niet ongerust, je behoeft het ook niet te zijn. Vindt je het niet verschrikkelijk? Wat bedoelt u, Marianne is toch wel goed, vroeg hij angstig. Ik heb je toch gezegd, dat je niet ongerust behoeft te zijn. Maar u zeide toch, dat het verschrikkelijk was.... Maar daar bedoelde ik Marianne niet mede. Wie dan wel in 's hemelsnaam Is het niet verschrikkelijk, dat Mara, onze keuken meid, ons den dienst heeft opgezegd Toen vergat de schoonzoon den eerbied aan de schoon moeder verschuldigd, en zeide, terwijl hij kwaad wegliep Weet u, wat u bent, u bent gek Hij liet mevrouw Geurstam beschaamd en verlegen achter. Opeens voelde zij, dat zij door met haar schoonzoon te spreken over haar keukenmeid, uit haar rol van deftigie dame was gevallen, dat zij uit haar keurslijf was gespron gen, door over zulk een vulgair onderwerp als het vertrek van haar keukenmeid te spreken. Wie spreekt nu, in voor naam gezelschap, over een dienstbode. Zoo had zij zichzelf gedegradeerd van dame tot een klein-burgerlijke juffrouw, meende ze. En ze durfde zich er niet over te beklagen, dat haar schoonzoon „U bent gek" tegen haar had gezegd. Ze wilde niet aan een van de meest onaangename mo menten uit haar leven worden herinnerd. Reeds jaren lang een algemeen erkende specialiteit Het beste, wat menigeen ons aandoen kan, is dat hij ons van zijne vriendschap verschoont. Het weten stemt ons zacht, het maakt bescheiden. Wel volbrachte arbeid is zoet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 17