VICTORIA-WATER ONS ZEELAND 5 door de Admiraliteit onderzocht en ingeval van hooger beroep ook door het Hof van Holland. Is er iets niet in orde, zoo wordt de lading prijs verklaard en een vijfde deel ervan aan 't land toegewezen. In 't tegenovergestelde geval geeft men schip en lading weer vrij, zonder echter den eigenaars voor het veroorzaakte oponthoud schadeloos te stellen. Van hun kant gaan nu de Engelschen tot represailles over: eenige Vlissingsche schepen, die de haven van Ply mouth aandoen, worden aangehouden; daarop antwoorden de Zeeuwen door zestien rijk beladen Engelsche koopvaar ders naar Vlissingen op te hrengen, Elisabeth trekt zich de belangen harer onderdanen aan en zendt gevolmachtigden naar den prins te Middelburg, die een verdrag bewerkstelligen, dat echter van Britsche zijde slecht wordt nagekomen. Met de grootste moeite weet Oranje nog voor het einde des jaars de twist tot beide te vredenheid op te lossen, die noodlottige gevolgen kan heb ben, te meer daar de Spanjaarden daaruit voordeel trachten te trekken 1), De overgave van Zierikzee in ons vorig hoofdstuk vermeld en naar het lijkt zoo fataal voor de zaak der vrijheid, is tenslotte het middel van behoud geworden. Het lijkt er veel op, of in dien tijd de verliezen zelfs bestemd zijn, om de zaak der Zeeuwen ten goede te komen. De val der stad geeft tot een gebeurtenis aanleiding, welke de omstandig heden ten gunste van den Prins en de Staten geheel van gedaante veranderen en dientengevolge nader dient te wor den toegelicht. Reeds in Mei heeft Mondragon den Raad van State (te Brussel) zijn bezorgdheid te kennen gegeven voor muiterij onder de Spaansche troepen, indien hij niet spoedig geld verkrijgt om hun achterstallige soldij van twee en twintig maanden, te voldoen. Op het vooruitzicht van den buit in Zierikzee te wachten, heeft de grijze veldheer zijn troepen in bedwang weten te houden. Maar de plundering der stad wordt afgekocht en de afkoopsom is zoo maar niet een twee drie bij elkaar te brengen, als de hier niet geheel onnatuurlijke gelddorst der teleurgestelde Spanjaarden zich gevleid hebben 2). Vandaar dan ook, dat de Raad van State, niet bij machte geld te verschaffen het liefst ziet, dat het beleg nog maar wat voortduurt En zoodra dan ook Mondragon met zijn Walen de stad bezet en de rest der troepen op Schou wen legert, eischen de Spanjaarden van Valdez afdeeling betaling. In afwachting daarvan plunderen zij alvast het dorp Nieuwkerk, terwijl zij hun bevelhebbers verdrijven, die eene toevlucht te Brussel zoeken, om bij den Raad van State op betaling aan te dringen, In beginsel zijn de Walen het met de muiters eens, doch maken met hen geen gemeene zaak. Veeleer jagen zij hen de stad uit, waarbij een twaalftal Spanjaarden het leven inschieten. Dan trekken zij naar Mondragon's woning, die zich echter wijselijk verbergt en onvindbaar blijkt te zijn. Een ander bericht zegt echter, dat Mondragon zich niet schuil houdt, doch openlijk zijn soldaten tegemoet treedt, ,,zijn borst ontbloot en zich bereid verklaart de soldij, welke hij niet geven kan en ook niet schuldig is, doch wel de Koning, met zijn bloed te betalen en hun gevelde spiesen en musketkogels niet vreest, zoo het lust hun bevelhebber, die hen altijd goed behandeld heeft, daarop te onthalen." Die woorden brengen hen tot beschaming, doch de rust keert niet weer. Men biedt twee maanden soldij; zij blijven evenals de Spanjaarden op betaling van al 't achterstallige aandringen. Eindelijk nemen zij voorloopig genoegen met f 100.000, die de burgerij opbrengt. De Spaansche soldaten verlaten Schouwen, dat met zoo'n moeite veroverd is en trekken naar Brabant af; 'n rijk land, waar zij zullen nemen, wat zij wenschen. Zij gaan door het land van Tholen naar Rozendaal, waar zij zich met hun kameraden van Goes vereenigen. De te Zierikzee achtergebleven Walen gaan hun voor beeld volgen: zij verlangen van Mondragon binnen vier dagen afbetaling of anders naar eigen inzicht daarin te voor zien. Hij weet hen voorloopig nog in toom te houden; onder- tusschen beleeft het uitgezogen Schouwen en de hoofdstad nog een aantal bange dagen, daar natuurlijk iederen vraag tot onderstand aan den geldloozen Raad van State ij del blijkt. 3) Van de botsing tusschen den Raad van State en de Spaansche legerhoofden, de moedwil en de roofzucht der muitende en niet muitende soldaten (want in tal van garni zoenen verlaten de Spaanschen hun post om de achterstal lige soldij in het rijke Brabant en Vlaanderen te halen, wat tot de beruchte Spaansche furie leidt) maakt Oranje handig gebruik. Van uit Middelburg, waar hij zich bevindt om de gebeurtenissen in Brabant en Vlaanderen van nabij gade te slaan, schrijft hij aan de Staten der verschillende gewesten, aan de Stadhouders, aan de Nederlandsche grooten, om zich tegen deze soldatenterreur, die katholieken en niet- katholieken in leven en goederen bedreigt, te verzetten. Hij herinnert hen aan de algemeene grieven en toont de nood zakelijkheid zich als één man te verzetten. Daartoe biedt hij de hulp van Holland en Zeeland aan, tevens verzekeren de, dat hij in de overige gewesten geen verandering in den R.K. Godsdienst beoogt, gelijk men hem ten onrechte aan wrijft. Dit punt moeten z.i. de Algemeene Staten uitmaken. Zijn doel is alleen de Nederlanden te beschermen en de geschonden privilegiën te redden Den Koninklijken Stad houder van Holland spoort hij zelfs aan zich toch met alle krachten tegen de rebelleerende Spanjaarden te keeren tot het welzijn van het geschokte vaderland en tot waar- achtigen dienst van Koning Filips Verschillende leden van den (Brusselschen) Raad van State willen wel met de Hollandsche en Zeeuwsche Staten onderhandelen, doch de Spaanschgezinde leden beletten dit. Dat leidt door Oranje's toedoen tot een staatsgreep. Als hij ziet, dat het de partij in Brabant en Vlaanderen die hij daar heeft gevormd, niet lukt de Zuidelijke gewesten mee te slepen in den Hollandsch-Zeeuwschen opstand, wordt fluks de Raad van State als deze weigert de Staten- Generaal bijeen te roepen, gevangen genomen De Staten-Generaal komen thans op uitnoodiging van Brabant bijeen. Om deze onwettige bijeenkomst wat te verzachten, wor den Aerschot, Viglius en Sasbout, dus de meeste leden van den Raad van State weer vrijgelaten, om zoodoende dit college te herstellen.7) Van nu af aan is het de onderdanige dienaar van de Sta ten-Generaal, die een leger op den been brengen, terwijl de Spaansche troepen per proclamatie tot vijanden des lands worden verklaard 8). In deze troebelen spelen ook de Zeeuwen een rol van beteekenis. Nu begint de z.g. citadel len-oorlog, m.a.w. het belegeren van de versterkte posities der Spaansche troepen in de onderscheidene steden. Zoo laten de Staten van Vlaanderen het kasteel van Gent be legeren; de Spaansche troepen hebben den omtrek verkeerd en zich niet ontzien geestelijke of wereldlijke goederen te plunderen. Nog onlangs hebben zij de monniken van de rijke abdij van Afflighem mishandeld en in het land van Waes tot onder de muren der stad moord en doodslag be dreven. Geen wonder, dat katholieken en protestanten zich tezaam vereenigen om hieraan paal en perk te stellen; de klokken luiden door 't Vlaamsche land, trommels worden geroerd en burgers vliegen te wapen. Oranje, steeds nog te Middelburg, schijnt van dit alles nog niet te zijn onderricht, als Jan van Hembyze een in vloedrijk schepen van Gent en voorstander der Hervorming Uitstekend te vermengen OBERtANMSTEIM met wijn of vruchtensappen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 3