jSIËi tW POEDELS m 0 w WIND 16 ONS ZEELAND J\W; DE GRIJZE VELDWACHTER VAN VEERE. De Veere'sche politie, de dienaar der Justitie, is geen gewoon agent. Hij is een wand'lend praatje, die practisch ieder blaadje uit 't jaartalboekje kent. Als Veere in gevaar is, dan is hij commissaris en diender tegelijk. Maar als het rustig daar is, dan is hij archivaris, vaak geeft hij daarvan blijk. Die grijsaard doet verhalen in vele vreemde talen uit Veere's goeden tijd, aan massa's vreemdelingen, die zich om hem verdringen, aan 't volk van wijd en zijd. Die parel der politie kent niet zoo'n heel klein pietsie van Nederland's verleen. Wanneer hij gaat causeeren, gaat veel ons int'resseeren, wat onbelangrijk scheen. Zijn sabel is hun heilig en Veere is dus veilig, óók in den maneschijn. Kan ooit zoo'n zeergeleerde, die in antiek studeerde, een dooie diender zijn? Den veldwachter van Veere, dien houden wij in eere, den grijzen, stoeren vent. Het zij hem wèl gegeven, dat hij nog lang mag leven; Perrels, ons compliment. WILLEM TELL II. 16 October. 'n Zomersche dag! Toen ik mijn singeltje geloopen had, constateerde ik onder mijn hoedrand op mijn voorhoofd eenige zweetdroppelen. Zoover ik kan nagaan in mijn dagboek is dit om dezen tijd nog nooit gebeurd. De waarde van een journaal blijkt hierdoor al weer onomstoo- telijk. Vandaag veel nieuws! Zeer waarschijnlijk krijgen we de Zeppelin, die in den Balkan huist, toch nog in Zeeland te zien. De burgemeester van Bergen op Zoom heeft van Dr. Eckener bericht ontvangen, dat hij, wanneer de beschaafde landen van Europa aan de beurt zijn, over Bergen op Zoom naar Engeland zal vliegen. Heil den Zeeuwen, die Zondag niet naar Breda zijn getrokken! In Zevenbergen heeft een gemeente-secretaris 'n grooten bruinen beer geschoten. Mijn oud-ambtenarenhart popelt van trots, 't Is jammer, dat hier geen beren meer losloopen en we het daarom met bokken moeten doen. De ruzie tusschen Rusland en China is aan het luwen; nu pakken de Chineezen elkaar weer aan. Ze vinden dat veel gezelliger dan dien omgang met vreemden. 17 Oct. Sientje zei vanmiddag, dat ze jarig was. Lies- beth vroeg direct of dat tweemaal in een jaar gebeurde, maar ik, die diplomatieker ben aangelegd, wendde mij tot haar en zei, dat we dien dag immer met groot enthousiasme tegemoet zien, waar wij altijd veel voor ons personeel ge voeld hebben. Uit aller naam dankte ik de jubilaresse voor haar twee-jarige trouwe plichtsvervulling en beloofde haar over drie en twintig jaar te zorgen voor de aan de orde van Oranje Nassau verbonden eere-medaille in brons. „Daar verlang ik niks naar," zei 't kind. Hoe is 't mogelijk, dat die wezens daar niet naar snakken om zoo jong reeds onderscheiden te worden. Wij ambtenaren kunnen tot ons 65ste jaar hunkeren naar 'n ridder-orde. Om bij mijn geval te blijven: ik moet precies 35 jaar op wachtgeld staan voor men mijn verdienste offi cieel wil erkennen. 18 Oct. Ze beginnen alweer te zaniken over den stren gen winter, die voorspeld is. Wat 'n labbekakken! Waar bleef de geest van de jongens van Jan de Wit. Ik geloof, dat het laatste restje in mij gevaren is. Mij zal men nooit hooren jammeren over de te verwachten kou. Ik durf me te verdedigen! De kachel is reeds gezet; de warme kruiken geprepareerd, de winterjassen uit de kamfer gehaald, de polsmofjes, halsdoeken, wollen sokken dito, ik ben paraat! Wat 'n historie toch met dien Nadir Chan. Tot belooning voor zijn nationale liefhebberij, maakten de Afganen hem koning. Eerst wilde hij niet, doch dat leerden ze hem gauw af. Als je 't niet doet, zeiden de dankbaren, dan slaan we je direct dood en word je van de armen begraven; stem je toe, dan kan het nog heel best zijn, dat je een maand leeft en in ieder geval ontvang je dan 'n uitvaart als 'n vorst, dus op staatskosten; dat is heel wat anders, hè! Zoo werd Nadir koning. 19 Oct. Dit heerlijk najaarsweer klopt sluimerende kra hten wakker in ieder beter-voelend mensch. Wybo is vanmorgen aan een gedicht, 'n sonnet, zegt hij, begonnen. Twee regels heeft hij al: „De lucht is wazig als de blauwe druiven, „Waarmee de Herfst ons komt befuiven." Dat kan goed worden als-ie oppast. Daar schuilt wat in die jongen. De appel valt nooit ver van den boom. Ook ik voelde heden een drang naar scheppenden arbeid, naar palet en penseel. Na lang heen en weer loopen werd de geest over mij vaardig en heb ik het kachelblikje gelakt. 20 Oct. Bij Krimp van Duimen naar een piano-recital zitten te luisteren, dat Paderewski in Warschau gaf. Kolos saal, wat kan die oude baas nog te keer gaan; op mijn piano zou-ie anders niet komen; de boel hoeft niet met alle geweld kapot gemaakt te worden. Krimp was onder den indruk, 't Moet gezegd, dat hij 'n muzikalen aanleg heeft. Ik heb thuis bij mijn radio-centrale nog moeite om Hilversum of Huizen te zoeken en hij vindt in een slordig kwartiertje elk station, wat je verlangt. Laat ik er direct aan toevoegen, dat ik veel vlugger ter been ben dan hij. 21 Oct. -Mijn vulpen schrijft vandaag onbehoorlijk dik. De inkt in het postkantoor wordt al slechter. Zal er eens met mijn vriend, den directeur over spreken. Een rijksinstelling moest zich schamen, zulke inferieure artikelen er op na te houden. Maken ze nu zelf niet, dat je naar een particulier gaat en daar 'n fleschje koopt? 22 Oct. Breeduitstra wist weer wat op de soos. Hij beweerde, dat de Spaansche toreadors om verloren sympa-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 14