^PUROL KON. DRUKKERIJ 6. W. DEN BOER Levert alle soorten DRUKWERK Wee de bron, waarin het water moet worden gedragen (Naar een oud-Arabisch verhaal) door 16 ONS ZEELAND Ruwe Huid Schrale Lippen Doos 30-60. ^uix 10 ct- Bij Apotk. ca Drogist«-n Lange St Pieterstr. F 33 MIDDELBURG dat zich Zaterdag bij de politie te Middelburg een koop man vervoegde, die zeide verschillende mededeelingen te kunnen doen in verband met den moord op Marietje van Os in den Blijdorppolder te Rotterdam. Hem werd gelegen heid gegeven die mededeelingen te doen en daarvan werd proces-verbaal opgemaakt, dat aan den rechter-commis- saris te Rotterdam, die met het onderzoek in de zaak is belast, zal worden toegezonden. dat de Vlissingsche politie een bewoner van Zeeuwsch- Vlaanderen, die zonder middelen van bestaan was, geld ver strekte voor de reis Vlissingen-overkant. Dezer dagen heeft de man, die inmiddels werk gevonden heeft, dit geld terug gebracht. Eén op de duizend! dat Ir. Claes, directeur van den Belgischen Schelde- dienst te Antwerpen een lezing hield over den toestand van de Schelde. Hij betoogde, dat het wijzigen van de Schelde- bedding tusschen Kruisschans en Walsoorden, als door sommigen is voorgesteld, een zeer gevaarlijk en alleszins onnoodig experiment zou zijn. De Schelde, zei hij, verzandt niet. Zulks bevestigen de loodsen die zeereuzen ais de „Bel- genland" in 31 uur door den vloed te Antwerpen aan de kade brengen; zulks blijkt ook uit kaarten der peilingen. Enkele jaren geleden achtte men een diepte van 7s meter in de geulen onmogelijk, thans bedraagt deze diepte 9 meter over een breedte van 200 meter op Belgisch gebied en van 250 meter op Nederlandsch grondgebied en dit ondanks het feit, dat er thans minder moet worden gebaggerd dan 20 jaar geleden. Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag Adieu. JULIA STOPPELMAN. Er leefde eens in de Arabische woestijn, een dagreis van Hail, in een oase, onder een afdak van dadelpalmen, een oude man, die men voor zeer wijs hield. Hij was zeer oud en zoo zwak, dat hij slechts moeizaam zich van zijn legerstede kon verheffen. Zijn divan, waarover een vervallen tapijt en wat kussens, gescheurd en verteerd, was zijn zit- en rustplaats. Daarop bracht hij zijn leven door, de weinige jaren, die hem nog restten. Soms, als de zon, in gloeiend rood was ondergegaan, de hitte van den dag vermin derde, ging de oude, gesteund door een jongere, die in de oase woonde, naar de rustbank, onder den pa'mboom, en genoot, terwijl zijn ruige, magere borst was ontbloot, van den zachten wind. Dan bracht men hem wat water uit een bron, die in de oase was en die wat vruchtbaarheid bracht aan het plekje in de anders zoo dorre woestijn. Overdag bracht hij in zijn schamele hut door, de suren van den Koran opdreunende, want hij was een geloovig man, voor wien Mohamed de groote profeet was. Hij had weinig behoeften, de oude man, wat dadels strekten hem tot voedsel en water uit de bron, dat men hem in een oude leemen kruik bracht, was zijn drank. Hij moest hier, in de oase zijn geboren en hier zijn gebleven, want de ouderen, die in de oase leefden, de kooplieden van de karavanen, de kameeldrijvers, die hier een nachtverblijf zoch ten, of wat water voor mensch en dier, kenden hem allang en herinneerden zich niet, dat de oase er was zonder hem Hij was de vraagbaak niet alleen van de weinige1 bewoners in dat kleine vruchtbare plekje, waar hij woonde, doch ook van de nomaden, die de woestijn doortrokken en niet zonder twist en tweedracht schenen te kunnen leven. Dan was het twist om een vrouw, ruzie om een geit en dan was hij voor hen een soort rechter, die besliste en zijn beslissing gold als de hoogste wet en men luisterde naar zijn raad en men volgde hem op. Men stelde vertrouwen in zijn uitspraak, in de juist heid van zijn woord, in de grootte van zijn wijsheid, in de onpartijdigheid van zijn beslissing. Hij kleedde zijn uitspraken altijd in een wijsgeerige spreuk. Hij wilde de menschen leeren ten goede, al stuitte hij veel op onverstand. Men twiste nooit over een vrouw, zoo zeide hij altijd, want reeds gedurende den strijd begint haar schoonheid te ver welken en als de twist is geëindigd, kan het zijn, dat de buit een leelijke vrouw is. Een dier is niet waard, dat menschen er over twisten, dat de ziel wordt vergiftigd door de begeerte. Beter een geit te schenken dan dat twee menschen, die broe ders moeten zijn, elkaar bevechten met woorden en beleedi- gingen. Een woord kan meer schade toebrengen dan twee geiten voordeel. We hebben te leeren, dat strijd beteekent begeerte en begeerte is uit den booze. En altijd was het slot van zijn uitspraak: „Wee de bron, waarin het water moet worden gedragen." De diepe beteekenis van deze spreuk ging voor de woestijn, bewoners altijd verloren. En zij begrepen ook niet, waarom de oude man aan het slot, die woorden liet hooren. Men durfde er niet naar vragen, men toont zich niet graag dommer dan men schijnt. Ieder, die de spreuk van den oude had gehoord, deed voor de anderen alsof hij alles had begrepen, dat hij den zin van de uitspraak had verstaan Het moesten wel woorden van wijsheid zijn, die kwamen uit zijn mond In den avond zaten ze altijd rondom hem, de mannen, die langs den karavaanweg van Syrië waren gekomen, de lieden, die van Egypte hun weg zochten naar Perzië, ze luisterden naar hem, en zijn vroegen naar veel, wat zij wilden weten. Dat waren de dingen, die ook de anderen niet wisten en ze behoefden niet verlegen te zijn, dat de anderen die vragen konden hooren. Maar die eene vraag, wat beteekent toch: „wee de bron, waarin het water moet worden gedragen", deden ze hem niet. Doch op een avond, van het Noorden scheen een verkoelen de wind te komen en de oude zat weer op zijn bank, dankend, in stilte Allah, die over de aarde en de menschen den nacht bracht, toen een man en een vrouw hem naderden en hem, terwijl zij onderling twisten, om raad vroegen. Hij kende het paar, Hoesein en zijn vrouw, menschen, die het geluk niet in hun huwelijk hadden gevonden. Meermalen waren ze voor hem verschenen en meestal twistten ze om kleinigheden en nu waren ze er weer, de rust van den oude verstorende, en zijn mediteeren over het vergankelijke van het menschelijke bestaan. Dat vergankelijke deed hem zich zelf afvragen, waar om de menschen in hun kort leven altijd strijden, waarom zij Vervolg op bladz. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 14