UIT ZEELAND'S VERLEDEN. ONS ZEELAND 5 we ons geheel vereenigen. Als een weg, hetzij een rijks-, provinciale- of gemeenteweg, zoo slecht is, dat een bezadigd motorrijder er den dood kan vinden, dan zijn geen woorden te scherp om de autoriteiten, die tot taak hebben dien weg in goeclen, althans niet-gevaarlijken toestand te houden, op hun plichtsverzuim te wijzen. Het is wel zeer teekenend voor onze gemeenschap, dat het individu voor een verzuim, dat den dood tengevolge heeft, ernstig gestraft wordt en dat de overheid, zoo haar verzuim een slachtoffer oplevert, on aantastbaar blijft. Wettelijk althans, maar moreel geenszins! door D. A. DE STOPPELAAR. Aard der Bevrediging. XVI. Keeren wij nu terug tot Zierikzee om te zien, hoe de zaken er thans staan. Mondragon, van allen toevoer afge sneden door den graaf van Hohenlohe, die op Sint-Annaland gelegerd is, heeft 3 November de stad met zijn onwillige soldaten verlaten. Langs Antwerpen trekt hij naar Rupel- monde, welks kasteel hij vruchteloos poogt te verrassen. Dan neemt hij de vlucht, terwijl zijn soldaten in Staatschen dienst overgaan. Zoodra de stad verlaten is, zendt Oranje Hohenlohe er op af om haar te bezetten. Maar de burgers, die eene bele gering, den moedwil der bezetting en al de oorlogsrampen hebben moeten verduren, weigeren hem in te laten. Even wel gaan zij hiertoe over, als de prins dreigt hun stad, bij eventueele weigering, te laten plunderen. Nu wordt in handen des graven door regeering en burgerij den eed van trouw afgelegd aan den prins en de Staten-Generaal, aan wier zijde Zierikzee is gebleven.Den volgenden dag heeft ook de bezetting plaats van de verlaten schansen op Schou wen, de stad Brouwershaven en Bommenede.2) Als op 3 November Don Juan de Nederlanden bereikt, maken de onderhandelaars der Pacificatie haast om voor zijn aankomst het verdrag gesloten te hebben. Dit gelukt ten slotte en daardoor staat hij voor de keus öf naar de wapens te grijpen, öf 't Gentsch verdrag te bekrachtigen. Daar hij echter van den Koning last heeft èn oorlog te voorkomen èn ketterij te weren, bevindt hij zich in een uiterst lastige situatie, verergerd, naarmate de troepen der Staten de vijandelijkheden tegen de Spaansche soldaten voortzetten. Holland, Zeeland en Willem van Oranje manen de Sta ten-Generaal aan voorzichtig te zijn met de aanbiedingen van den Landvoogd. „De heilige vergadering gelieve te be denken, dat alles wat gij nu onderhandelt, niet eene bizon- dere zaak van uzelf is, doch dat een oneindig tal van edelen, goede burgers en volk U hebben gekozen en hun leven in Uwe handen hebben gesteld in het vertrouwen, dat gij in volle rechtschapenheid de vrijheid van uw vaderland zult handhaven en dat gij als bewaarders en beschermers van hetzelve, ze zult beveiligen tegen al de meer dan barbaar- sche verdrukking en tirannie, die zij tot hier toe verduurd en geleden hebben." 3) Met welke gedachten kwam Don Juan hier in 't land? Voor zijn afreis uit Spanje stelt hij den Koning zijn voor waarden. Zich af te beulen, zooals Requesens het deed in een oorlog tegen Holland en Zeeland, wat een roem- loozen krijg tegen burgers en kooplieden beteekent, dat wil de held van Lepanto niet. Zijn verlangens rijken verder: zij gaan naar een kroon: hij wenscht de wapens tegen Engeland te keeren en Elisabeth die in het geheim den Holl.-Zeeuw- schen opstand steunt, te onttroonen, om dan met Maria Stuart te trouwen. Wat Don Juan ten zeerste ontstemt, is dat de Spaansche troepen nog steeds door de Staatschen worden bestookt. Op aandringen der Staten van Zeeland ontvangt hij 't sterio- tiepe antwoord: „geen overleg vóór 't vertrek der vreem delingen." En terwijl hij met ingehouden woede de onderhandelingen voortzet, kan hij des te minder de soldaten huistoe zenden, daar hij hen weldra noodig denkt te hebben voor agressieve doeleinden. Vandaar dat hij met hun hoplieden in briefwis seling treedt. Echter worden zijn brieven onderschept. Nu kent de Raad van State geen zelfbeheersching meer, zoo groot is diens verontwaardiging. „Wij zijn geen kinderen of onnoozelen, die zich door buffels laten leiden, hoewel de Spanjaarden zulks denken; Uwe Hoogheid tracht ons in slaap te wiegen en verwacht geld om diegenen te versterken, die overal gemoord en gebrand hebben, met verkrachting van alle

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 3