M) xllDDtLDüté ItËLiMÖ I VAN RIJN S d'b"uMOSTERD AN3EDEUTJ14 BONT iy,ANTELS Japonnen 8 ONS ZEELAND „BLACK AND WHITE". No. 393. Neen, lezeres, dit is geen reclame voor de bekende En- gelsche whiskey van dien naam. We hebben slechts de mode op het oog die zich onder dezen naam aandient en op Parijsche avenue's steeds meer gezien wordt. Uit een oogpunt van distinctie bekeken, gaat er dan ook niets boven een robe in zwart en wit. Als we de modellen dezer mo de bekijken, ontwaren we, dat altijd het zwart de eigenlijke kleedingstof is, terwijl het wit meer als garneering wordt ge bruikt. Zoo ook aan bij gaande japon, waar de revers en het schouder gedeelte van het cape-je slechts van witte crêpe de chine zijn, terwijl voor de rest der japon zwarte crêpe moracaine geno men is. Overigens hebben we hier te doen met het zuivere model eener prin- sesserobe met de taille op de natuurlijke plaats en van boven tot beneden uit één stuk. VOOR REGENACHTIGE DAGEN. Het is een verkeerd idee, dat men er bij re genachtig weer somber en donker uit moet zien. Integendeel! Sommige onzer voelen zich toch reeds terneer geslagen en troosteloos, wanneer het regent, ja, zenuwachtige menschen kunnen regenweer aan voelen als een speciaal hun aangedane grief. Sombere troosteloosheid buiten. duisternis bin nen...., niets kan hun aandacht boeien, niets hun behagen. Saai en dor is de dag voor zulke zielen. maar dat behoèft daarom niet zoo te zijn. Daar moeten we ons met geweld tegen verzetten, want anders zouden we de grootste helft van den winter door zulke zwaarmoedige stemmingen overvallen kunnen wor den, want. Holland telt immers vele gure, natte dagen, méér dan droge koude, waarvan we allen toch grooter liefhebbers zijn! We beginnen met ons fleurig te kleeden om door onze verschijning de aandacht af te leiden van de grijze kilheid buiten. Practisch, ja, practisch moet onze kleeding op een regen dag zijn. Maar dat kan heel goed en behoeft daarom niet slordig of somber te zijn. Dat men bij voorkeur niet het nieuwste en beste goed aantrekt, als buiten een stevige plasregen valt, is voor iedereen begrijpelijk, maar dat men in oud, versleten goed, waar men anders zeer zeker niet mee voor den dag zou durven komen, in den regen uitgaat, dat is absoluut niet noodig. Een flinke, ruime regenjas, waarvan de voorpanden goed over elkaar vallen, bewijst ons de beste diensten; een regen hoedje van gabardine of van gekleurd leder staat heel aardig. Bij zijden regenmantels wordt dikwijls een dito hoedje gedragen, gegarneerd met een breed lederen band van geruit leder, wanneer de stof van den hoed effen en van effen leder, wanneer de hoed geruit of gestreept is. Regenmantels van gezellige, glimmende, gewaste taf, het welk in alle mogelijke kleuren verkrijgbaar is, zijn zeer chique en geven een vroolijk, zonnig aspect, zelfs op den meest zonloozen dag! Peau-de-suède lage schoentjes en glacé handschoenen draagt men niet bij regenweer. Een paar stoffen handschoe nen of dito van nappa zijn beter geschikt en een paar molières of schoenen met stevige zooien en platte hakken zijn passend bij regenkleeding. Dunne zijden kousjes en opengewerkte, hooggehakte schoentjes zijn niet alleen een vergrijp tegen „le bon ton", maar tevens gevaarlijk voor de gezondheid bij feilen wind en koude, wanneer sneeuw en modder de wegen bedekt. ELLY. Wij maken ons geweldig kwaad als men ons onverdiend blameert, maar als men ons onverdiend looft, gebaren wij van niets. Steeds mompelt de luiaard: „Men wekt mij te vroeg; Ik moet nog wat sluimeren, ik sliep niet genoeg". Als 't venster aan hengsels, hangt hij aan zijn bed, En wentelt zijn leden, als 't zwijn in een wed. Menig hart is een goudmijn, doch die door gebrek aan kapitaal niet ontgonnen werd. Tevreden zijn is groote gunst, Tevreden schijnen groote kunst, Tevreden worden groot geluk, Tevreden blijven 't meesterstuk. REGEN- MANTELS VELLEN AVOND- MIDDAG- Zeer voordeelige prijzen 'W

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 6