DAG WIND Alltrvt ONS ZEELAND 15 13 Nov. 1 Met den storm is er een dakpan van ons huis gewaaid woei er maar eens 'n hypotheek)e af, zei Liesbeth. De pan lag finaal in scherven, 'n Ongeluk komt zelden alleen, zou eertijds mijn vader zeggen, wanneer zijn jongste broer met zijn tweede vrouw overkwam. Ben van daag met de acte-tasch van Wybo naar een handelaar in bouwmateriaal gegaan om een nieuwe pan te halen., De man vroeg of het voor eigen gebruik, dan wel om wéér te verkoopen was. Heb natuurlijk het laatste beaamd; scheelde mogelijk eenige centen in den prijs. Kostte veel moeite om het voorwerp op de plaats van bestemming te bevestigen. Eenige andere pannen kapot getrapt en mijn pantalon ge scheurd. Overigens geen ongelukken. Je zult genoeg men- schen hebben, die voor zoo'n kleinigheid een knetselaar zouden halen. 14 Nov. De barbier heeft er een bediende bijgenomen. Niet wegens vermeerdering van cliëntèle, zei hij, maar gedron gen door 't feit, dat zijn begunstigers na de zieke effectenmarkt 'n tweemaal langer gezicht trekken! Zal je gebeuren. Liesbeth openbaarde mij vandaag haar neiging naar een bontmantel, Toch aardig van haar. Heb haar aangeraden om te wachten tot ik burgemeester van Veere ben. Dan snor ik het adres van de firma gebroeders Sklarek in Berlijn op. Naar men zegt, moeten burgervaders daar buitengewoon voordeelig kunnen slagen. Men kan eens probeeren! Volgens de jongste berichten slaat een onderwijzer te Uithoorn de armen en beenen van zijn leerlingen kapot. Wanneer die 't eere-lidmaatschap van de vereeniging tot bevordering der heelkunde niet verdient, dan weet ik het niet! 15 Nov. Met de jeugd van thans loopt het hopeloos mis. Gisteravond vertel ik aan Jossie een werkelijk ontroerend Sinterklaasverhaal en vanmiddag betrap ik hem, terwijl hij tegen 'n vriendje in een lachbui zegt, dat zijn vader nog aan Sinterklaas gelooft. Dat is nu tien jaar. Mijn moeder heeft me pas wijzer gemaakt, toen ik dienstplichtig werd. Liesbeth is ongenaakbaar. Heeft woorden gehad met een vischvrouw. Toen Liesbeth op ergdenkenden toon informeer de of de paling nog wel frisch was, viel de verontwaardigde handelares uit: „Maar lieve mensch, nou wordt het nog mooier! Zie je dan niet, dat de vischjes nog leven en d'r eigen bewegen? Wou je soms hebben, dat ze een buiging voor je maakten en zeiden: Goeie morgen, mevrouw!" Vanmiddag geen visch gegeten. 16 Nov. 't Regent pijpestelen en voor afwisseling valt er wat hagel en sneeuw tusschen door. Dat beteekent huis arrest. Dan word ik altijd weemoedig. Na 't lezen van een krant raakte ik in trieste mijmering over het lot van dien mijnheer Zoebkof; dat komt opgewekt ter begrafenis van, zijn oude prinses en daar stoppen ze hem in de doos. Nu kan hij vandaag de plechtige bijzetting niet eens bijwonen. Die Duitsche justitie moest toch begrepen hebben, dat hij dat dolgraag deed. Ze dachten zeker, dat die arme man zijn pleizier niet op kon! 17 Nov. Geen weer om 'n hond de deur uit te jagen. Liesbeth vond dan ook, dat ik maar thuis moest blijven. Breeduitstra op visite gehad. Die begon natuurlijk over mijn sollicitatie naar het burgemeesterschap. Hij schijnt in den loop van het gesprek mijn capaciteiten mistrouwd te heb ben zonder dat ik het bemerkte, want Liesbeth viel hem op eens in de rede en zei scherp: „Met het ambt krijgt men ook het verstand, luidt het spreekwoord." Toen bond vriend Breeduitstra vlug in en zei poeslief, dat hij dan hoopte, dat ik het ambt kreeg. O, zoo! 18 Nov. Wybo wil diplomaat worden, zei hij. De jongen is niet sterk in wiskunde en hij heeft gehoord dat een mis rekening voor 'n diplomaat geen ernstige gevolgen heeft; maakt zoo'n man eens een fout, dan draaien andere men- schen er voor op. Hedenavond vergadering van het comité „Feest 1930". Vrij rooken. Echt gezellig onder elkaar, Daar ik niet bij stem was, vond de bijeenkomst goed, dat ik inplaats van het „Wilhelmus" een glas ranja verwerkte, op t eind der vergadering. 19 Nov. Kwam dr. Doorloop tegen met 'n hoogen hoed op. Bleek dat hij ter begrafenis van een zijner patiënten was geweest. „Trouw tot in den dood zou Breeduitstra zeggen, „Hij mag zijn werk al eens vaak verknoeien, maar niemand zal hem verwijten, dat hij 't dan niet helpt opruimen. Bij postdirecteur op 'n verjaringsfuifje geweest. Echte dienst klopper. Je krijgt er nooit anders dan port. DE MISHANDELING (Naar het Fransch) van ALFRED BARRET. Het was de eerste maal na jaren, dat Paul Cherel het huis van zijn gewezen echtgenoote betrad. Hij kwam er nu om zijn droefheid uit te schreien bij het lijk van zijn dochter Blanche, die hij aanbad met een innige groote liefde. Toen haar moeder en hij waren gescheiden, na een onge lukkig huwelijk van jaren, hadden zij besloten, dat Blanche, voorloopig althans, bij haar moeder zou blijven. Elke week bracht zij den Zaterdag en Zondag bij hem door. Dat was de voorwaarde geweest, waarop hij had toe gestemd, dat Blanche onder de hoede van haar moeder bleef. Blanche had geleden onder de verhouding tusschen haar ouders, al had zij nooit geweten, wat de oorzaak was ge weest, dat het huwelijk was ontbonden. Nooit, vader noch moeder hadden met één woord daarop gezinspeeld of daar over gesproken. Het was zeker, dat zij haar ouders lief had. Misschien hield zij meer van haar vader, die een rustig man was, met het kalm gebaar van den mensch, die reeds zooveel heeft ge leden en dat lijden diep in zich heeft verborgen, opdat nie mand het zou opmerken. Hij was wellicht zeker van de onverschilligheid van de groote massa voor verdriet en smart van anderen. Haar moeder had de luidruchtigheid van de vrouw van de wereld, die haakte naar genoegens en vermaken, een groot contrast met haar vader, die een geleerde was en de rustige studeerkamer prefereerde boven het geroezemoes, de luidruchtigheid van het café, de feestzaal of den schouw burg. En nu was Blanche gestorven, een korte ziekte had haar gedood. Toen Charel hoorde, dat zijn kind op het ziekbed lag, had hij zich gehaast haar te bezoeken. Doch zijn vrouw had hem niet toegelaten, had hem, door de dienstbode, doen weten, dat Blanche gelukkig niet veel was verergerd en spoedig hersteld zou zijn. Een dag daarna was zij dood. Dat had hij vernomen uit een kort en koel briefje, dat zijn vrouw hem had gezonden, hem mededeelend, zonder veel omwegen, dat de ziekte van Blanche plotseling was verergerd en dat zij in den nacht was overleden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 13