Machinefabriek „Venco", Utrecht
B. BIJLEVELD, Segeerstr. H104, Middelburg
ONS ZEELAND
7
dat de behandeling van de Goesche gemeentebegroo-
ting zich weer lang laat wachten.
dat het Goesche Oranje-comité thans besloten heeft
den jaardag der Koningin in 1930 op feestelijke wijze te
vieren.
dat B. en W. van Gent hun verlangen naar een nieuwe
groote zeesluis bij Terneuzen kenbaar hebben gemaakt. De
daartoe benoodigde terreinen zijn reeds jaren geleden door
den Belgischen staat aangekocht.
dat de stroom voor de middengroep door de P.Z.E.M.
nu op groote sterkte is gebracht.
dat de electrificatie van St. Laurens feestelijk her
dacht is geworden. Toen de stroom voor het eerst werd gele
verd, was de Commissaris der Koningin in het dorp aanwezig.
Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag
Adieu
DE GOUDEN SCHEMERING.
Dien Zaterdagavond stond, tegen de rossig-gouden lucht,
waarin grillig gevormde, mat-violette vegen aanflitsten en
verdoofden, de Lange Jan, als 'n slank silhouet in een om
arming van kleuren. De wind, die z'n weg naar het Noorden
zocht en de snel verhelderende sterren, stemden hoopvol dat
de komende Zondag ook werkelijk 'n dag van zon zou zijn.
Dus werden er plannen beraamd en verworpen, maar ten
slotte waren we toch besloten nog eens te gaan naar de
kleurige bosschen, om te zien of de regen en kou geen afbreuk
hadden gedaan aan het decoratieve arangement der inte
ressante kleurcontrasten.
De morgen kwam, maar bracht geen vervulling der avond
beloften, en dreigender werd de lucht naarmate de middag
genaakte. Gaan of niet gaan?
We zijn gegaan, maar wat we vonden was niet meer het
gloeiende kleurenspectakel van den machtigen herfstbrand,
die gloed was gedoofd; wat we zagen was niet meer vol toom-
looze hartstocht, het was alles bestendiger, fijner en bezon-
kener. En daarom was er niet de minste teleurstelling. Dit
was het wat wij verlangden te vinden, deze wonderlijks
kleurenwisseling van etherische schoonheid.
Welk 'n heerlijke bontheid, waarin nooit iets vloekt maai
zich alles, met behulp van de ontzaglijk vele tusschentinten,
in volkomen harmonie vereenigd. Neem het in u op zóó dat
ge verzadigings-moede niet meer kunt, opdat de herinnering
hieraan u later steune in de moeilijke taak, de tuin tot 'n
even vlekkelooze kleurenharmonie te maken als deze.
Wonderlijke tegenstelling, eerst was hier de brutaal-felle
schatering van gedurfd rood en vonkend-geel, 'n lawine van
zengende kleuren, en wij konden het niet anders zien dan
als 'n ondeelbaar geheel; maar nu dat alles verzacht werd tot
'n gouden schemering, zien we de individueele schoonheid,
welke in het geheel verloren dreigde te gaan. Daar zijn de
blanke lijven der berken die, door het dunnende zwart
groene elzenloof heen, zichtbaar worden, marmer sterk; daar
zijn de blaadjes, de vele, grove en fijne, die alle hun taak
hebben volbracht, ze zijn soms als wonderlijke handen. Die
der kastanjes, als groote door den tijd gegroefde werkhan
den, handen vol ontzagwekkende kracht, maar waarvan de
grofheid verzacht wordt door de trouw en het groote plichts
besef waarvan zij getuigen. En van een warm-rood gerokt
acertje zagen we blaadjes, fijn en teer van boven als kinder
lijke handjes.
Daar zijn gave en verminkte en alle hebben hun eigen
geschiedenis te vertellen, wanneer wij ons maar tot hen
willen neerbuigen. Want hun ongesproken fluistering komt
niet tot ons, wij moeten tot hen gaan om die te hooren. En
dit is 't wat voor ons zoo moeilijk is, dat buigen ook voor 't
schijnbaar nietelooze. Wij willen bewust of onbewust heer-
schen en deze begeerte maakt 't ons onmogelijk nader te komen
tot de schoonheidsvreugde die in het eenvoudigste bloempje
en het simpelst afgevallen blaadje besloten ligt, niet om
verloren te gaan, maar opdat wij er ons mee zullen verkwik
ken, Moeten buigen en willen heerschen, dat is de niet te
verzoenen tegenstelling waardoor velen als blinden gaan
door de schoonheid die elk jaargetijde ons brengt.
En toch wanneer wij buigen, niet in slaafsche onderwor
penheid, maar met warme hunkering om te ontvangen, dan
komt er 'n vrede in ons, dan is er een synthese, die de anti
these volkomen opheft. Dan wordt ons buigen n blijdschap,
een vrijheid, een eindeloos geluk, en wij kunnen niet rusten
voordat wij ook anderen daartoe hebben gebracht.
De gouden schemering brengt ons de blijdschap van het
buigen, maar zij leert ons tevens opwaarts te zien naar de
takken, waarlangs de vallende blaadjes stil aan weg gleden.
Dan zien we ze niet meer armelijk-naakt en vertwijfelend
zich uitstrekkend, boven de kille verlatenheid van afscheid
en dood, die beschouwing, steunend op het fundament der
eenzijdigheid, heeft afgedaan. We zien de vele knoppen, die
eenmaal hun taak aan zullen vangen, daar waar het loof
van dit jaar die heeft neergelegd.
De blaadjes die gevallen zijn hebben hun werk volbracht,
zij maken plaats voor anderen. De gouden schemering brengt
als 'n vertroostende gedachte, de rustige zekerheid van het
wondere leven, wat achter bleef, het leven dat eenmaal in
Lente-verkwikking haar kluisters verbreken zal, en dat wij
lachende zullen begroeten naarmate de winternacht daaraan
in doodscher dreiging voorbij ging.
G. BUDDE.
In den tweeden regel van Herfst-middag is 'n storende
fout geslopen, doordat er inplaats van wind zon kwam te
staan.
Nieuwe Kade 24-25-26
Hoofdvert. voor Zeeland