DE WIJZE ONS ZEELAND llliillsll! 20 Nov. Wat zachter weer, bovendien 'n zonnetje. Met gezwinden spoed mijn haren laten snijden bij den kapper. Toen ik onder de schaar vandaan kwam, vertelde distilla teur Karmijn me in vertrouwen, dat de Figaro juist nog een grooten schelm geknipt had. Was 'n nieuwtje voor me. Nooit geweten, dat er in dien nuchteren barbier ook detective talenten sluimerden. Zal het in de soos eens ter sprake brengen, misschien weten ze er daar meer van. Ik heb van daag niet met smaak mijn Kamerverslag je gelezen. Dat is de schuld van dat officieele bericht over het aanwezig zijn van een lek in Waterstaat, Was het in hemelsnaam maar in Buitenlandsche zaken geweest! Daar is toch geen ander water dan in de karafjes. Maar Waterstaat. en dan lek. Als nu het schip van Neerlands staat maar niet naar den kelder gaat. 21 Nov. De beurscrisis schijnt weer zoowat voorbij. Heb mijn spaarpenningen weer op de postspaarbank gezet; ten slotte heb je toch ook vriendschap met zoo'n directeur! In de Kamer hadden ze 't gister weer over Giessen-Nieuw- kerk. O, o, wat 'n heilige verontwaardiging tegen die rech terlijke dwaling. Ik vind, dat die heeren maar wat zachter van stapel moeten loopen. Mijn grootvader zou altijd zeggen, dat de beroemdste politici hun succes te danken hebben aan het onschuldig veroordeelen van hun tegenstanders. Kleine wrijving met Liesbeth. Ze was boos omdat ik zweeg, toen ze me mededeelde, dat ze eraan dacht om mee te doen aan een schoonheidswedstrijd. Erg onbillijk, Ik kan nu eenmaal niet spreken, wanneer ik lach. 22 Nov. Verschrikkelijke film gezien. Bloed, vuur, vlammen en liefde. Ten slotte de held met zijn tegenspeler aan 't worstelen boven op 'n kerkgebouw. Beiden tuimelden naar beneden. De schurk brak zooals 't behoort zijn nek en de held tuimelde ongedeerd voor de voeten van zijn geliefde. ,,Ging het moeilijk, Ronald", lispelde de aanmin nige maagd. ,,Heelemaal niet Beatrice", repliceerde de ge lukkige overwinnaar, ,,'t Liep juist van 'n leien dakje". Gevatheid is toch maar alles, behalve wanneer je de politie op je hielen hebt, zou Wybo zeggen. In den Haag is een wandelaarster in het water gereden door een auto; haar echtgenoot sprong haar direct na. Dat zou ik nu nooit doen. Het is net of je geen oogenblik buiten je vrouw kunt! 23 Nov. De verschillende herbergen vlaggen vandaag halfstoks. Ook de café-bezoekers deelen in die neerslach tigheid. In Den Haag is namelijk een groote brouwerij in de asch gelegd, 'n Paar millioen liter bier is in de vlam men opgegaan en een gelijke hoeveelheid kreeg water schade. De brandweer heeft bovenmenschelijke pogingen gedaan om te redden wat er te redden valt, maar tenslotte komt aan iedere dorst, zelfs de grootste helaas een einde. Krimp van Duimen vroeg vandaag of ik niets voelde voor het gouverneurschap van Cura<;ao. Nu ik geloof vast, dat een Zeeuw er wel wat van maken kan, maar zoolang Veere nog op mij hoopt, houd ik mij kalm. 24 Nov. Op bezoek geweest bij griffier Dorias en hem helpen zoeken naar een fout in zijn radio-toestel. Ik ben daar nogal handig in. Halverwege moest ik echter uitschei den omdat de vier lampen waren gesprongen en Zondags zijn de winkelzaken hier gesloten. Ik stelde nog voor om eens proeven te nemen met de ganglamp, doch alle onder nemingsgeest was in mijn vriend gebluscht. Van dat is het een echte ambtenaar. Ik ben heel anders. Al zou ik zijn heele toestel hebben moeten bederven, gaarne zou ik vol gehouden hebben, tot ik 't defect vond. 25 Nov. Vandaag bij den tandarts geweest. Die eischte van me, dat ik een nieuw gebit bij hem zou bestellen. Met de jobstijding huiswaarts. Liesbeth vond het echter goed. Als man en vader tel je nog wel even mee in een huis houding. Nu moet ik nog toestemming van de Oudheid kundige vereeniging hebben. Misschien zou ik 't zoo wel kunnen wagen, maar ik zit in het bestuur en hooge boomen vangen nu eenmaal veel wind. 26 Nov. Met de kinderen naar Goes gegaan ter Toon- dag. Onuitbluschbare energie bij dat jonge goed. Ze wilden overal in. Herinnerde me op het juiste moment wat Breed- uitstra eens gezegd heeft: Eerst tracteer je ze op 'n paar dubbeltjes oliebollen of andere vettigheid; vervolgens laat je ze ergens in draaien en dan zijn ze als was in je handen." Dit recept toegepast. Verwonderlijk succes. Na toediening algemeene aandrang om huiswaarts te gaan! (Naar het Perzisch) door JULIA STOPPELMAN. Daar leefde eens niet ver van Badjistan, aan den rand van de groote zoutwoestijn, een wijze, beroemd door heel het land. Hij was oud en had veel doorleefd. Misschien werd hij daarom de wijze genoemd, want wie veel heeft ondervonden, leert ook het leven en de menschen kennen en kan, op de ondervinding bouwende, wijze lessen uitdeelen, goeden raad geven. Altijd was zijn nederige woning omringd door vele lieden, die begeerig luisterden naar de woorden, die over zijn lippen kwamen. Hij deelde niet alleen raad uit, gaf niet alleen goede wenken, hij wist ook de toekomst te voorspellen. Eigenlijk kon hij het niet, doch hij kleedde zijn voorspellingen zóó in, dat hij altijd kon zeggen, dat zijn voorspelling was uitgekomen. Niemand twijfelde dan ook aan zijn gaven en hij was wijs genoeg om daarvan gebruik te maken. Zijn ervaring had hem geleerd, dat de mensch geen waarde hecht aan wat hij zon der moeite of zonder geld krijgt, en daar hij niet van den wind kon leven, liet hij zich betalen voor zijn raad, zijn wenken en zijn voorspellingen. Hij was nog niet oud genoeg om het leven zat te zijn en eenige malen in het jaar trok Kawoe, zoo heette de wijze, het land door. D. w. z., hij bezocht de groote steden om weer nieuwe wijsheid op te doen en ook wat liefde. Want hij was nog niet zóó afgeleefd, dat hij niet het verlangen had naar wat liefde en genegenheid en naar de omhelzing van vrouwenarmen. En zoo ging hij ver van zijn hut, waar hij woonde naar den anderen kant van de Kevir, de groote zout woestijn. Dat deed hij met opzet. Hij ging niet naar Badjis tan, waar ook schoone vrouwen wenkten, omdat hij terecht vreesde, dat men hem daar zou zien en herkennen en de levenswijze begreep, dat men hem niet meer voor een wijze

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 14