- I as-1 Sk.
ONS ZEELAND
Hoe anderen ons zien; de verslechtering
van de verbinding met Zeeuwsch-Vlaan
deren; Middelburg, verkeer en politie
agenten.
Zeeland is de laatste jaren in niet geringe mate het mode
artikel van het tourisme geworden. Als alle mode-artikelen
in dit ondermaansche wordt het dus druk besproken en.
beschreven. We hebben er hier al meermalen de aandacht
op gevestigd, omdat we het prettig vinden dat onze provin
cie „ever de tong" en over de pen gaat. Hoe meer men de
trom roert, hoe grooter de stroom van naar Zeeland afzak
kende touristen zijn zal. Vooral als het geluid van het lawaai-
instrument een goede klank heeft als het artikel van den
bekenden journalist, den heer Elout in het „Handelsblad"
over Zuid-Beveland en het Zuid-Bevelandsche costuum. La
ten we daarom ook onze lezers doen weten, hoe de bekwame
collega van het Amsterdamsche blad een gedeelte van ons
gewest zag, en aan zijn artikel een gedeelte ontleenen:
„Nog wichtiger, nog weidscher en nog weelderiger dan Wal
cheren is Zuid-Beveland. Een land van even gullen grond
en gulle luyden, maar toch weer anders van karakter en van
aanzien. Hier, in Zuid-Beveland, is niet 't vertrouwelijke,
niet de intimiteit van Walcherens kleine, welomtuinde akkers,
noch de groen-en-gouden ring van bosch en duin, waar men
ginds altijd een brok van ziet. Maar ook zijn hier toch niet
die eindelooze einders van 't Overijselsche of 't Friesche
weideland; er loopen streepen, groeven, op Zuid-Bevelands
aangezicht. Doch 't zijn hier groote, lange lijnen die akkers,
weiden en boogerds begrenzen en wie hier ploegt die moet
een span met diepe borsten en een knuist met goede pezen
hebben om zoo'n Bevelandsche vore in één rek uit te ploe
gen, van essentende recht.
En dan zijn er nóg twee trekken in dit aangezicht die
„parteklier" voor Beveland mogen heeten: de lange, hoog
beboomde dijken, die het land doorkruisen en in polders
dealen en de „weelen" („wielen" zegt men elders): van die
wonderlijke kleine waterplassen, die, met riet er om en
waterhoentjes er op, verrassend blinken, hier en daar, in 't
groene land.
Ik ken geen stuk van Nederland, dat een zóó rijk en weel
derig aanzien als Zuid-Beveland heeft. Zware, wijde akkers,
flonkerend groene weiden. En boogerds als Paradijs-planta
ges, met de roode wemeling der duizenden vruchtjes in den
kersentijd, met gele en blauwe primen later, met groene en
gele peren dan nog weer en met roods en gouden appels nu
zóóveel, dat 't afval niet eens meer geraapt wordt voor de
varkens! Het zijn vooral die dichte, rijke boogerds van Zuid-
Beveland die, met de blinkende weelen en de boomparade
van de dijken, dit eiland een zoo feestelijk aanzien geven
en men hoeft, om daarvan eenigen indruk te krijgen, waarlijk
niet ver van Goes te gaan. Als men b.v. de paar kilometers
naar Kloetinge wandelt, dan ziet men al dadelijk boomgaar
den ter linkerzij en bij Kloetinge vindt men er weer, prachtig
dichte, die zelfs toen ik er laatstelijk was (begin November)
nog lange en donkere zuilengangen waren met de vruchtju-
weelen aan de groene verwulften. Men ziet dan ook meteen,
in Kloetinge, zoo'n dorp dat gansch verzadigd ligt in vrucht
baarheid van grond en hout. En als men dan teruggaat langs
„de pad" (het voetpad) door de weiden en de akkers, dan
komt men met een roes van rijkdom thuis, zoodat men wijn
zou willen drinken en zou willen feesten en dwaze dingen
doen in den waan: 't Kan tóch niet op. Want 't is hier een
land, dat luidt en galmt van weelde, dat klinkt en zingt van
schoone, gulle welvaart, 't Is een Pallietersche streek heel
dit Zuid-Beveland."
Is het niet een aller-prachtigste visie welke de heer Elout
heeft? Over het Zuid-Bevelandsche costuum schrijft hij dan
verder o. a.
„En zooals het lijkt, zoo is het. Eén teekenend trekje maar:
Op Walcheren, waar men toch zoowaar óók vette klei heeft
en waar óók aller gul den grond uitschiet, draagt men ge
meenlijk de sieraden van 14 karaats goud. Hier, op Zuid-
Beveland, vergt men 18 karaats! Ik geloof dan ook dat ner
gens in Nederland, óók niet in Friesland, zóé'n kostbare
nationale dracht bestaat als hier. Een goudsmid te Goes
verzekerde mij, dat het costuum van een welgestelde boerin
of boerendochter (niet eens een van de allerrijksten) zoowat
800 gulden kost. En van elders vernam ik, dat voor de klee
ding van de allerrijksten (zooals Prinses Juliana er een heeft
gedragen) wel ƒ1100 neergelegd moet worden. Wat trou
wens niemand meer verwondert die even iets gehoord heeft
van de prijzen der onderdeelen: een normale Zuid-Beveland
sche halsketting met zes snoeren dikke bloedkoralen en een
gouden slot komt alleen reeds op 300 gulden, 200 voor den
ketting, en 100 voor het zware, groote slot".
Allen, die met vreemdelingenverkeer uitstaande hebben,
mogen den heer Elout dankbaar zijn voor zijn hulde, een
gedeelte van Zeeland gebracht.
Dat vele touristen het onder oogen krijgen!
X
Zeeuwsch-Vlaanderen wordt niet verwaarloost, heeft de
Minister in de Tweede Kamer gezegd. Dit geschiedde naar
aanleiding van een dergelijke uitlating van den heer Locke-
feer, die zoo gaarne het kanaal van Hulst naar Axel tot
stand had zien komen. Medegedeeld werd, dat bedoeld ka
naal circa 3 milüoen zou kosten, en dat de streek in de kosten
slechts 20 zal kunnen bijdragen, hetgeen minder is dan
bij dergelijke werken in het algemeen van direct-belangheb-
bende zijde toevloeit. De zaak heeft intusschen de aandacht
der regeering.
Ook wij behooren niet tot hen, die dadelijk gereed staan
met de bewering dat het rijk Zeeuwsch-Vlaanderen verwaar
loost. Niet al hetgeen dat aan de toestanden aan den over
kant ontbreekt, kan toch op rekening van de regeering wor
den geschoven. Men doet er beter aan zoo nu en dan eens
naar de eigen landslieden te kijken bij de beoordeeling of
Zeeuwsch-Vlaanderen wel in alle opzichten goed bedacht
wordt. Niet altijd vallen dan de resultaten voor de Zeeuwen
mee. Een voorbeeld hiervan vormt thans de bootdienst Vlis-
singenBreskens. In den Zondagsdienst hebben Ged. Staten,
ter uitvoering van de reeds eerder behandelde motie Wallien
wijziging gebracht, door de tweede boot, die tot nu toe te
10 uur van Vlissingen en te 10.50 van Breskens vertrok, te
doen varen resp. te 11.55 en te 12.30.
In vele opzichten is dit een groote achteruitgang. Hierdoor
zal men op Zondagen reeds te 10.28 uit de richting Aarden
burgOostburg, Schoondijke en te 10.23 uit de richting
SluisGroede te Breskens 'aankomen voor de boot van
12.30. Aankomende met de om 11.55 van Vlissingen ver
trekkende boot, die een klein half uur later te Breskens is,
zal men te Breskens voor de richting Schoondijke moeten
wachten tot 13.55 en voor de richting Groede tot 13.51. De
Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg maatschappij geeft op de lijn
BreskensHoofdplaatBiervliet op de tweede boot ook
geen aansluiting. Voor vertrek uit Breskens komt men daar
met deze lijn te 11.25 aan en moet men daar een uur
wachten.
Niet kleiner zijn de moeilijkheden voor het postvervoer
ontstaan. Tot nu toe werd Zondags de post vervoerd met de
tweede boot, en omvatte die alles wat des avonds met de
laatste treinen te Vlissingen was aangekomen, maar ook
hetgeen Zondagsmorgens te 9,52 daar aankomt. Hieronder
waren dus ook alle Zondagochtendedities der groote bladen.
Nu zal niet meer van de tweede boot gebruik worden ge-