VAN RIJ N S ^MOSTERD AfKEDELfTtlM yIIDDELBJE ITËLGhÖ I ONS ZEELAND AVONDJAPONNEN. Een BONTMANTEL Een chique WINTERMANTEL Een mooie AVONDJAPON Practische St. Nicolaas-Cadeaux Nos. 403 en 404. In het begin van den winter heeft naast den mantel de avondjapon de grootste belangstelling. Dan zetten de thea ters hun deuren weer open, de groote concerten vangen weer aan en na de groote vacantie heeft de vrouw weer nieuwen lust zich voor zulke gelegenheden extra te kleeden. Iedereen is vol belangstelling voor wat een ander draagt (als het tenminste van belang is) en het eigenaardige feit doet zich voor, dat er heel wat heeren zelfs hun belangstel ling toonen voor de etalages van voorname modemagazijnen, zcodra deze de op het oogenblik dan ook zeer bijzondere avondmodellen hebben uitgestald. We hebben reeds eerder geschreven, dat de rokken der nieuwe avond-mode zeer lang zijn, zoo lang zelfs, dat ze den grond raken of minstens op den schoen vallen. Echter geven niet alle modehuizen de voorkeur aan den rok, die aan alle zijden deze ongewone lengte heeft, maar ziet men modellen, die van voren wat korter zijn dan van achteren, wat echter wil zeggen, dat ze van voren toch nog altijd bijna halverwege het onderbeen reiken. We zien een dergelijk model op de teekening aangeduid met no. 403. De japon is van crêpe georgette en kant, beiden in lila tint. De georgette is voor den onderrok, maar tevens aangewend voor de godets in den rok, zoomede voor het aardige jasje met kantincrus taties. Zoo'n jasje is een nieuw element in de avondmode, waarvoor de belangstelling gestadig groeiende is. Model 404 laat ons een robe zien van grijze taftan en dito tule. De wijde rok geeft hier eenigszins de impressie van een robe de style en tevens kan men het belangrijke feit constateeren, dat sommige japonnen nog den vroegeren korten rok hebben, maar door een overtrek met een door zichtige stof, zooals tulle en sommige georgettes, eerst de lange modernen lijn gekregen hebben. DE VERZORGING VAN ONS HAAR. Het „gemakkelijke" kapsel heeft ons geenszins een gemak kelijke haarverzorging veroorloofd. Veel meer dan vroeger schenken we aandacht aan ons haar, daar bij het kort geknipte kopje de toestand van het haar veel spoediger aan den dag komt, dan vroeger met onze lange lokken het geval was. Is ons haar vet, dan valt het sluik langs het hoofd en spijt het vaneen, bij de minste beweging. Is het haar dor, zoodat de groei en de vitaliteit zeer miniem is, ook dan valt dat spoediger op bij de korte-haren-mode. Het is dus niet voldoende, dat we onzen kapper van tijd tot tijd met een bezoek vereeren om onze haren te laten wasschen en ondulatie aan te brengen; neen, zelf moeten we tusschentijds steeds medewerken aan de verzorging. Borstelen vooral, en dan op de goede manier, (van binnen uit) is een goede gewoonte. Hoofdmassage, die den bloeds omloop bevordert en daardoor bijdraagt tot den haargroei, moeten we zelf toepassen. We bevochtigen de vingertoppen met lotion of eau de cologne, en bewegen, met een stevigen druk der vingers, de hoofdhuid heen en weer, tot we iedere plek daarvan in beweging hebben gebracht, en de huid tintelt. V et haar moet meermalen gewasschen worden dan droog haar. Hoe dikwijls, is niet met zekerheid vast te stellen, dit hangt van de gesteldheid van het haar af. 's Zomers zal vet haar bijvoorbeeld veel meer gewasschen moe ten worden dan 's winters. Eens per maand is in het koude jaargetijde voldoende, 's Zo mers daarentegen is eens per week niet te veel. Sommige haarspecialisten hebben beweerd, dat door al te vaak was schen, vet haar nog vetter wordt. Daarom wordt door hen aangeraden voor het wasschen het haar met olie te behande len. Men bestrijdt de vettigheid van het haar, door meer vettigheid aan te brengen. De hoofdhuid wordt 's avonds flink ingewreven met warme amandel- of olijfolie, welke 's nachts in het haar blijft, dat met een doek bedekt wordt, 's Morgens wascht men het haar met zeep en water, en spoele flink na met schoon water, waarna met eau de cologne gemasseerd wordt. Voor dor haar is een hoofdmassage ook uitstekend. Men passé dan onderstaand mengsel toe: 125 gram 50 alcohol, 1 theelepel wonderolie en een weinig eau de cologne. Men masseere steeds van en naar den kruin in gelijke, ste vige bewegingen der vingers. TITY. met prima bontgarneering zijn

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 6