SOPltA
16
ONS ZEELAND
De Bloemenverkoopster
(Naar het Fransch, van José Scipion).
We zaten voor Harty, Avenue des Gobelins, mijn vriend
Jean Duranti en ik. Hij was eerste ontwerper aan de Gobe-
linsfabrieken en we hadden afgesproken, ons te ontmoeten
in het bekende café, waar hij gewoon was zijn aperatief tè
drinken.
Jean Duranti had zijn woning in deze buurt, omdat hij
dicht bij de fabriek wilde zijn. Hij was schilder, ontwerper
van décors, plafondschilderingen en was een bekende figuur
in deze omgeving.
We hadden over koetjes en kalfjes gesproken, toen een
oude vrouw, armoedig doch helder gekleed, wat voor menige
vrouw de eenige coquetterie beteekent, voor ons tafeltje
kwam staan en me een bosje viooltjes aanbood.
Voor uw dame, zeide ze met zachte stem.
Hoe weet je, moeder Gervaise, dat meneer een dame
heeft, vroeg Duranti, die haar scheen te kennen.
Zulk een knap mensch zal geen liefje hebben, zeide
ze met een droeven glimlach, die mij verbaasde.
Ik koop die bloemen voor jou, moeder Gervaise, zeide
mijn vriend, gaf haar eenige sous, en bood haar toen met
een galant gebaar het bouquet je aan.
Ik dank u, mijnheer Duranti, dat bosje verkoop ik
niet meer, dat zal ik op mijn hart dragen. En zich tot
mij richtende, zeide ze:
Een volgende keer moet u er aan gelooven.
Toen ging ze heen.
Je schijnt haar te kennen, zeide ik tegen Jean, doch
ze is te oud om een liefje van je te zijn geweest.
Sinds ik hier in de buurt woon, dat is ruim twintig
jaar, ken ik haar al.
Ik vroeg niet verder en vervolgde het gesprek, waar
mede we waren geëindigd door het optreden van moeder
Gervaise.
Plotseling zeide Duranti, mij in de rede vallende, alsof
hij nu zijn gedachte wilde uiten, uit vrees ze te zullen ver
geten:
Zeg, die vrouw is iets voor jou. Een prachtig figuur
voor een verhaal. Die vrouw heeft een merkwaardige ge
schiedenis.
Ik begrijp, zeide ik, een geschiedenis als zoovelen.
Een bloemenverkoopster die tot de eerste standen heeft
behoord, rijkdom, familie, alles heeft verlaten voor een min
naar. ik weet. Dergelijke geschiedenissen zijn
schablonewerk. je fopt er de menschen niet meer mee.
In de eerste tijden, toen dergelijke geschiedenissen aan de
jS| Voor Uwe gezondheid
zonder papier
100 pCt. tabak
markt werden gebracht, verwekten ze bij menigeen een
traan, maar de gemoederen worden afgestompt, als je er
te veel van leest. Het gaat met een verhaal als met een
drama. Bij de eerste maal heb je, bij ieder bedrijf een zak
doek noodig, als je voor de tweede maal hetzelfde stuk
of dezelfde intrige gaat zien, vind je het lang niet zoo roe
rend meer, en als je het waagt het voor de derde maal te
aanschouwen, gaap je en vind je al dat gemier op het
tooneel vervelend. Zoo gaat het met de verhalen over bloe-
menverkoopstersmet respect gesproken, ze muffen, met
permissie.
Ik heb je laten doorspreken, zeide Duranti, doch je
slaat door als een blinde vink. Ik heb je gezegd, dat die
vrouw een merkwaardige geschiedenis heeft, ik had eigen
lijk moeten zeggen, een zonderlinge historie.
Je maakt me nieuwsgierig.
Je behoeft het niet te hooren, zeide Duranti lachend,
doch ik wil probeeren, je aandacht gaande te houden.
Als je begint te gapen, als een bewijs dat de geschiedenis
je verveelt, dan houd ik dadelijk op
Ik ben geheel gehoor.
Luister. Veertig jaar geleden was Gervaise een bloe-
menverkoopstertje, van een jaar of zeventien.
Je ziet, geen grande dame, die ongelukkig werd. Ze
woonde ergens in la Vilette en ze zou den weg zijn gegaan
van zoovele meisjes, die met bloemenverkoopen beginnen
en eindigen. enfin, vul zelf maar in.
Het was een schitterend kind. een beeld, men vertelt,
dat Claude Monet haar nog heeft geteekend. Op zeke
ren dag ontmoette een Amerikaan haar. Hij wordt smoor
verliefd op het meisje.... Zes maanden lang is hij haar
gezel door Parijs. Hij koopt haar alles wat haar hart
begeert. Zij is nog onnoozel en nog onbedorven, vraagt hem
niet te veel, geen parelen, geen juweelen, geen auto's, geen
bontmantels. Auto's en bontmantels waren toch nog niet
in de mode en zoo algemeen. Ofschoon dol verliefd, raakt
hij haar niet aan. Hij is meer vader voor haar, dan minnaar.
Men zou kunnen zeggen, omdat het beter met zijn leeftijd
overeen kwam, dat hij haar broer was.
Wij in onze dagen, die weinig eerbied toonen voor de
vrouw.
Eigen schuld, merkte ik op.
Laat mij uitspreken, zeide hij, verder gaande, wij
zouden dien Amerikaan een excentriek noemen, omdat het
ons, moderne menschen, vreemd voorkomt, dat hij dat meisje
eerbiedigde. misschien toonde hij daardoor wel zijn
liefde voor haar. Om kort te gaan, beste kerel, het meisje
was overgelukkig. Ze genoot van het leven, ze genoot van
de weelde waar ze altijd den druk van de armoede had
gevoeld. Ze aanbad haar weldoener, en ze zou hem alles
hebben toegestaan, wat hij had begeerd. Dat leven was
voor haar een openbaring, ze genoot er in het eerst niet
van, omdat het haar overweldigde en ze was nog te on
noozel om het uit te buiten, Zij vroeg nooit, hij gaf haar
alles uit zich zelf. Men zag hun in de duurste plaatsen van
den schouwburg. Nu zij naar de laatste mode was gekleed,
kwam haar schoonheid nog beter uit. In die dagen waren de
schoonheidswedstrijden nog onbekend. In onzen tijd zou zij
de schoonheidskoningin van Frankrijk, wat zeg ik, van geheel
de wereld zijn geweest. Dat leven in luxe en overvloed
leerde haar veel. Ze zag hoe andere meisjes reeds vroeg het
slachtoffer van de mannen werden of in armoede blijven
voortleven. Ze vergeleek en dat maakte haar dankbaar tegen
over hem, die haar verzorgde en niets van haar verlangde
dan haar tegenwoordigheid. Door de manier, waarop
hij haar behandelde, als iets teersch, iets fijns, bloeide er
iets in haar op, dat in ieder mensch latent is, doch niet
steeds tot uiting, tot ontwikkeling komt. Het groote respect
voor zich zelf en voor het leven. Het respect, dat onbewust
wordt geleid door de wetten van de moraal! De aanraking
met dezen man, die haar vereerde en verafgoodde, voerde
haar mede naar een hoogere sfeer van aandoeningen en
leerde haar de waarde van het menschzijn begrijpen.