Hoe men elders lacht Jongste compagnon (die merkt, dat zijn oudere collega juist binnenkomt)„Laat eens zien, waar was ik ook weer gebleven?" Romantische typiste (die dat niet bemerkt heeft): „Je sprak over onze toekomst, lieveling, over ons huis en de intieme schoonheid van een kamer, verlicht door 't haard vuur." I Verontwaardigde hengelaar: „Zoo zijn jullie automobilis ten allemaal, je denkt alleen aan je eigen genoegens, en 't kan je geen steek schelen, of je mij m'n visch verjaagt." „De dokter heeft me champagne verboden." „Waarom?" „Ik denk, dat hij dat veiliger vindt, zoolang ik zijn reke ning niet betaald heb." /IttWÜIM. Leider der jury: Meneer de voorzitter, 't spijt me, maar de jury is 't niet eens kunnen worden over de vraag of de beklaagde schuldig is aan den aanval of niet. We zouden daarom gaarne even willen pauseeren, dan kunnen we de zaak buiten even onder elkaar uitvechten. „Moeder, hoe 'neet dat station, dat we juist voorbij reden?" „Hoe zou ik dat weten, Dick. Laat me toch met rust." „U zult 't toch moeten zien uit te vinden, moeder, want daar heb ik uw handtaschje uit 't raam laten vallen."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 20