4 ST De Bevrijder Naar het Fransch van Louis Tondelet). 18 ONS ZEELAND Adamson ontkurkt een fiesch champagne Terugkeerende van een geheime speelclub in de Rue d An- goulême, waar hij dien avond nog al veel gewonnen had, meende Gabriel Casin, dat hij door een man werd achter volgd. Hij had den boulevard de Belleville genomen, hopende op een terugkeerende taxi en ook in de verwachting, dat er nog meer wandelaars zouden zijn dan hij. De boulevard was eenzaam en de man scheen zijn pas te regelen naar den pas van Casin, die hiermede allesbehalve was inge nomen. Eerst vermoedde Casin, dat het ook een man uit de speel club was, die met hem den weg uit ging, misschien ook met de gedachte, dat er iemand in zijn nabijheid was, waardoor de kans grooter werd, dat hij niet werd aangevallen. Doch Gabriel nam de proef. Hij bleef stil staan, net doende alsof hij een van zijn schoenveters, die was los geraakt, weder vastmaakte. En onder zijn arm door, terwijl hij gebogen stond, zag hij, dat de man zijn pas had ver traagd en blijkbaar op hem wachtte om verder te gaan. Hij zette de proef verder voort. Hij ging een zijstraat in, de Rue l'Orillon, doch ook de verdachte man scheen de voor keur aan de Rue l'Orillon te geven, evenals Gabriel. Haas tig nam deze de Rue Vaucou'eurs, alsof hij weer naar de Rue d'Angoulême wilde terugkeeren en de man, de achter- volger, noemde Gabriel hem, in gedachte bleef Casin, die er niet rustiger op werd, volgen, Casin begon, uit angst, woest op de politie te worden. Nooit kon men haar vinden, als men haar meende noodig te hebben en Casin wist het zeker, hij had spoedig de bescherming van de politie noodig. Want de man loerde op hem, die volgde zijn schreden met zonder bedoeling. Casin wist het zeker, dat de achtervolger voornemens koesterde ten opzichte van hem, Gabriel, die voor hem niets goeds beduidde. Hij overlegde, terwijl hij geleidelijk zijn pas versnelde, wat hij zou moeten doen. Schreeuwen? Maar wat zou het geven? Het is waar, hij werd door den man gevolgd, doch dat was nog geen bewijs. Schreeuwen zou beteekenen, dat men hem zou vragen wat er aan de hand was en men zou hem voor een gek houden, die in den nacht spoken zag. Hem aanspreken? Dat zou beteekenen, dat je gewillig in de val liep. De man kon hieruit opmaken, dat Gabriel bang was en het ook kon zijn, dat de kerel, die zijn pas naar dien van Casin bleef regelen, een fatsoenlijke man was, die wellicht Casin voor een straat- roover zou houden. Casin bleef doorloopen, zonder te weten, waar hij zich bevond, toen er plotseling iets verschrikkelijks gebeurde. Hij bevond zich nu in de Rue Morey, tusschen de Rue d An- goulême en de Rue Oberkampf, toen eensklaps uit de don kerte twee gemaskerde mannen verschenen, die Casin halt geboden, hem bedreigende met een revolver. De overval was zoo plotseling, dat Casin niet in staat was een kreet om hulp te slaken. Heeft u een centje voor den armen man, zeide de eene roover ironisch Ja, maar een beetje gauw, zeide de andere. Terwijl Casin naar de zak van zijn jas greepj om er een portefeuille uit te halen, waarin hij altijd wat papieren geld had gestoken, terwijl een kleinere een grooter bedrag be vatte, welke hij altijd in de voering van zijn jas had ver borgen, zeide de man, die hem steeds met den revolver bleef dreigen, tot den andere: Laat die meneer geen moeite doen, kijk jij maar eens, waar hij den buit heeft verstopt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 16