Origineele Schetsen
van den Brand te Middelburg
Het verraad
(Naar het Fransch)
19
ONS ZEELAND
Juist wilde de man in de verschillende zakken een on
derzoek instellen, toen Casin door een nieuwen schrik werd
getroffen, een schrik, welke evenwel spoedig in een blijde
Veph>tselfng hoorde hij een doffen slag. De man, die het
dreigende wapen nog omkneld hield, wankelde, poogde zich
te herstellen, wilde het wapen nu nog_ op een ander, zijn
aanvaller richten, doch het werd hem uit de hand geslagen,
terwijl de tweede roover zich verweerde_ tegen den anderen
man, die hem met een knuppel te lijf wilde.
Kom meneer, zoo riep een stem tot Casin, verdedig
u We zullen dat gespuis spoedig meester zijn. Zoo, slaat
dien vent daar, in zijn gelaat, stop hem de gaten in zijn
masker dicht.
Casin verweerde zich zwak, sloeg in het wilde er op los,
om den man, die hem te hulp was gekomen, te laten zien,
dat hij ook wel wat durfde.
De man, wien de revolver uit de hand was geslagen,
wilde het wapen oprapen, doch hij kreeg met den knuppel
zulk een hevigen slag op het hoofd, dat hij voorover viel,
en bewusteloos bleef liggen. De andere gemaskerde koos
hierop het hazenpad en verdween in de donkerte van de
Het gevecht had menig gerucht veroorzaakt. Waarschijn
lijk sliepen de menschen in de straat vast, terwijl ook de
mogelijkheid niet was uitgesloten, dat de geheele scene zich
geluidloos voor hen had afgespeeld. Och, in een stad als
Parijs,vooral in de buurt van de boulevard Monilmontant
en Belleville, is men niet meer nieuwsgierig naar wat daar
midden in den nacht op straat gebeurt. Het geschreeuw van
een slachtoffer, dat wordt uitgeplunderd, als hij het geluk
heeft, niet eerst te worden doodgeslagen, wekt de lieden
of niet meer uit den slaap, of ze doen geen poging om op te
staan om te kijken wat er is geschied. Hoe minder men zich
met dergelijke dingen bemoeit, hoe beter.
De man, die Casin te hulp was gekomen, trad op hem
toe en zeide:
Het doet mij genoegen, meneer, dat ik u kon bijstaan
en u van die kerels heb kunnen bevrijden.
Hoe kan ik u danken, mijnheer, u bent de redder van
mijn leven laat ik openhartig tegenover u zijn, ik Meld
u voor iemand, die mij achtervolgde en die op het punt stond
mij te berooven
Casin wees op den man, die nog altijd op den grond lag
enjvroegat hem geschieden, we kunnen hem
toch niet zoo laten liggen?
Waarom niet, daar straks zal hij wel weer bij kennis
komen en dan zullen zijn vrienden wel gereed staan, om
hem verder te verzorgen.
Hij nam Casin onder den arm, alsof hij hem al jaren
kende en zeide toen haastig:
Ga zoo snel mogelijk mee, de kerel, die gevlucht is,
kan met anderen terugkomen en dan zijn we nog verder
van huis. Je hebt lieden, meneer, die staan voor niets.
De veiligheid van Parijs laat veel te wenschen over,
meneer, zeide Casin, en voelende den druk van den arm
van den andere, voelde hij zich erg gerustgesteld.
Hoe kan ik u mijn dankbaarheid toonen^ meneer. U
moet weten, dat ik nog al wat geld bij me heb, ik kwam uit
een speelclub
Ik zag u er uit komen, zeide de bevrijder van Casin,
en ik dachtHij zweeg evenZe waren in een don
kere smalle straat, zonder licht
Wat dacht u wel, meneer, vroeg Casin.
Ik dacht, dat die daar wel wat verdiend zal heb
ben. hij ziet er zoo opgewekt uit.
Dat heeft u goed gezien
Juist, en daarom meneer.moet ik u verzoeken,
al het geld te geven, dat u bezit. Ik zou heel rustig zijn,
want u hebt daar straks gezien, dat ik goed met den knuppel
kan werken. Schreeuwt u maar niet, de operatie ge-
vervaardigd door onzen teekenaar M. BOLL
zijn verkrijgbaar bij den
KUNSTHANDEL MINDERHOUD, Lange Burg B 18, MIDDELBURG
PRIJS f 5.—. INGELIJST f 7.50.
schiedt pijnloos, als u zich stil laat onderzoeken en bereid
bent mij een en ander te laten.
Dus toch, stamelde Casin, die den roover, gewillig,
zonder eenig verzet, zijn gang liet gaan.
Ja, wat dacht u dan, meende u, dat ik mij de kaas
van mijn boterham laat nemen, door die kerels, dat ik mij
een prooi laat ontnemen, waarop ik al een uur jacht maakte/
van José Scipion.
Toen Lucien Pericaut, de vroegere huisknecht van den
graaf de Mercerie, Blanche, de dochter van den graaf, had
weten te redden uit de handen van de revolutionairen, die
het land afliepen, de boeren opstookten, de kasteelen in
brand staken en de bewoners ervan vermoordden, toen hij,
met gevaar voor zijn eigen leven, de schoone meesteres had
ontvoerd, terwijl achter hem het voorvaderlijk kasteel m
vlammen opging, had hij haar naar Parijs gebracht. Haar
veiliger wetende in de groote stad dan op het land. Deze
revolutionair, die geen poging zou hebben gedaan om zijn
meester te redden, als hij daartoe in de gelegenheid zou zijn
geweest, had niet alleen uit medelijden Blanche gered, hij
was verliefd op haar en door haar te redden, hoopte hij, dat
zij eens zijn vrouw zou worden. In gewone tijden, in de dagen
vóór de revolutie, die nu woedde door geheel Frankrijk, zou
hij het niet gewaagd hebben zijn oogen naar haar op te slaan.
Daar was ook een te groote afstand tusschen de adellijke
dame en de knecht van het kasteel. Hij had, als hij toestem
ming had van zijn heer, een vrouw kunnen zoeken onder de
onderhoorigen van het kasteel, onder het dienstpersoneel.
Van de dochter des huizes mocht hij droomen, als hij die
droom maar verborg, het verlangen haar te bezitten, zou als
een halsmisdaad zijn beschouwd.
Blanche de Mercerie was bereid hem, Lucien, den knecht,
doch den redder van haar leven, te huwen. Ze was nog jong
en een huwelijk nu, zou in het revolutionnaire Parijs, waar
het wemelde van spionnen en verraders, argwaan hebben_c«
gewekt. Zeer waarschijnlijk zou men tot de ontdekking ge*
men zijn, dat zij tot de gehate adellijken behoorde, en d
liep niet alleen haar leven, doch ook dat van Lucien, die
haar had verborgen,gevaar. In de Rue du Temple had Lucien
haar op een zolderkamer gebracht, daar bracht hij haar eten,
laat in den avond, opdat hem toch niemand zou zien, daar
liet hij haar heur liefde voor hem herhalen, daar betuigde
hij, op zijn beurt, zijn groote liefde voor haar en zijn verze
kering dat hij voor haar zou willen sterven. Hij was een
revolutionair, een dweper met de omwenteling om de
verandering, welke ze over het land had gebracht, doen
vooral, omdat het verschil van stand was opgeheven, zoadat
hij nu in staat was, Blanche de Mercerie tot zijn vrouw te
maken.
Op een laten avond was Lucien weer de trap opgeslopen
om haar eten te brengen, en haar te zien, en om haar op
nieuw zijn liefde te betuigen.
Toen hij op het punt stond de deur te openen, hoorde hij