No. 42
VRIJDAG 3 JANUARI 1930
833
trien haar kusten en de kruinen der hooge abeelen
haar neigend groetten. Zij ging langs de kleine
gracht, waarin hare gestalte weerspiegelde en het
scheen Frans een oogenblik toe, dat ze wankelde.
Beschermend strekte hij zijn hand uit om haar
te grijpen, maar de gestalte was weg, het visioen
vervaagde
's Anderendaags, bij 't vallen van den avond,
ging Frans denzelfden weg van den vorigen dag.
Naar gelang hij het witte huis naderde, vertraagde
hij zijn schreden. Het was, alsof hij het onbewogen
bestaan van zijn verleden achter zich liet om een
schooner deel van zijn leven tegemoet te gaan,
een leven nochtans waarin hem de geheimen ge
openbaard zouden worden van het lijden.
Een vreemd gevoel, waaraan hij tevergeefs
trachtte te weerstaan, stuwde hem willoos naar
de plaats, waar hij 's avonds te voren zijn ge
moedsrust verloren had. Geheel bezig met zijn
gedachten en zonder aandacht te schenken aan
de rijke natuurschoonheid der omgeving, slen
terde Frans door de sparrenlaan, tot bij het stee-
nen bruggetje. De holle klank zijner voetstappen,
die daverend op het bruggewelf beukten, riep hem
tot de werkelijkheid. En zonder dat hij zich reken
schap kon geven, hoe hij er gekomen was, stond
Een uitzonderlijke Operatie.
Hier beelden we de 6-jarige Gladys Gest af. een negermeisje
uit Newark bij New Vork, hetwelk kortgeleden een operatie
heeft ondergaan aan de long, waarin een naald terecht ge
komen was die zij 5 maanden daarvoor had ingeslikt. Al dezen
tijd had zij er geen nadeel van"öndervónden, totdat zich eens
klaps hevige pijnen voordeden hetgeen voormelde operatie
ten gevolge had.
hij bij het rozenperk en tegenover hem, op een
bank voor het witte huis.... zat het vreemde
meisje. Een oogenblik hing er een ontroerende
stilte tusschen hen, waar, in zijn blikken verlangend
op haar gericht bleven, als wilde hij haar beeld
voor altijd in zich opnemen. Dan zocht hij naar
woorden om een banale verontschuldiging te
uiten.
„Pardon, juffrouw," zei hij met onvaste stem,
,,ik kon niet aan de bekoring weerstaan om uw
bloemen nog eens te komen bezichtigen."
Het meisje antwoordde niet, zij bleef roerloos
zitten en scheen geen notitie van hem te nemen.
Vreezend een onbeleefdheid te hebben begaan,
kwam Frans naderbij en herhaalde verlegen zijn
verontschuldiging. Het wondere meisje bleef
volharden in haar zwijgen, het was, alsof zij hem
niet zag, alsof de klank van zijn stem niet tot
haar doordrong. Maar in de staalblauwe saffieren
harer oogen schenen flonkerende edelsteenen
los te laten, tranen die over haar bleeke wangen
een weg vonden naar het rozenperk aan haar
voeten. Een wijle stond Frans besluiteloos, on
machtig tegenover het mysterie van haar pijn
lijk zwijgen.
In de drukkende stilte, die uithing, klonken
voetstappen van achter het huis.
Een tuinman kruide een bloemen-
vracht het kiezelpad op. Hij 'begaf
zich naar het rozenperk en zonder
iets te zeggen, begon hij bloemen te
snijden, karmijnroode en purperen
rozen, met open wijd-ontbloeide har
ten. Hij schikte ze tot 'n bouquet,
dat hij het meisje voorzichtig, met
zacht geweld,, in de hand duwde.
Frans, bevreesd een geheim te schen
den, wilde zich verwijderen, maar
de tuinman hield hem staande.
„Hoe durft u hier te komen, mijn
heer," zei de oude man verwonderd,
„niemand in het dorp zou het u
nadoen.
„Ik houd van bloemen," antwoord
de Frans, die geen andere uitvlucht
wist.
„Menschen, die van bloemen hou
den, zijn goede menschen," hernam
de tuinman als in zichzelf, „als de
juffrouw u kon zien en hooren, zou
zij uw bezoek zeker waardeeren; de
menschen in het dorp schuwen haar,
hier komt nooit iemand.... en de
juffrouw kan het toch niet helpen
dat zij zoo is."
„Hoe, is...." drong Frans vra
gend aan.
„Ze is gebrekkig meneer, doofstom
en blind, zij leeft hier afgezonderd
in dit stille huis met haar oude tante,
het eenige familielid, dat ze nog op
de wereld bezit en die voor haar als
een zorgzame moeder is. En de juf
frouw is nog zoo jong meneer, pas
twintig jaar, zij heeft geen andere
afleiding dan haar bloemen, zij kent
ze aan hun geuren zie en de
tuinman wees op de oogen van het
ongelukkige wezen zij vermoedt,
dat hier een vreemde is, het is beter
dat u gaat meneer, men zou zeggen,
dat uwe tegenwoordigheid haar lijden
Verzend per luchtpost!
Om dezen leus allerwege ingang te doen vinden heeft men in Amerika reus
achtige brievenbussen langs den weg geplaatst, welke de verdienste hebben
niet onopgemerkt voorbij gegaan te worden, daar hun uiterlijk nogal met
de gewone soort verschilt. Onze foto werd vervaardigd toen een jonge
dame „even" 'n brief postte.
doet
Frans ging heen en de smart der doorleefde
droefenis van 't geziene leed vergezelde hem. Met
groote innerlijke ontroering en medelijden om
helsden zijn blikken een laatste maal de zwarte
gestalte op de bank bij het rozenperk. Het ideaal,
dat een oogenblik in een visioen van werkelijkheid
voor hem verschenen was, wischte zich langzaam
uit zijn gedachte. Zijn liefste herinnering liet hij
bij "de bloemen, de groote wijd-ontbloeide rozen
met bloedende harten, waarin tranen gevallen
waren van smart, schrijnend levensleed, dat nog
vergroot werd door het eeuwig zwijgen, waarin
verstikken moest de wreede tragedie van de levende
doode in het stille witte huis.
leoaarlijke luiarlwioerking
Inn den Indiaansche staat Phönix (Arizona) plegen de schooljongens met een scherp mes hun haar al te snijden, hetgeen hun
buitengewoon handig afgaat, omdat zij dit als een traditie van hun vader geleerd hebben. Over 't geheel 'n aardig tafereeltje!