No. 43 VRIJDAG 10 JANUARI 1930 855 nog vroeg genoeg. Want dacht hij de zaken op het land moet ik toch ook bijhouden. ,,Geen mensch, die mij stoort I" herhaalde hij luid en hij mikte het laatste eindje sigaret in het golvende water. „Loopt alles niet op rolletjes? En nu zullen wij eens zien, of ik dat mooie vrouwtje tot rede kan brengen. Trouwen of niet trouwen, dat is nu toch hetzelfde voor mij. Zij zal wel onver standig zijn, maar dan zijn de gevolgen ook voor haar rekening. Oude jongen, zet nou je roer vast en je motor af. Rust is alles in een geval als dit." Hij voegde de daad bij het woord en spoedig deinde de boot rustig op het water. Carver knikte voldaan, verstrikte zijn dasje en wandelde naar de kajuit. Hij wilde de deurtjes opentrekken, doch tot zijn verbazing waren ze gesloten. „Hè, doe eens open riep hij kwaad „anders trap ik den boel in Alles bleef echter stil en nu begon hij te rukken en te bonzen, zelfs te schoppen en te trappen met zijn hakken, doch de kajuit was van solide con structie en spijtig staarde hij na enkele minuten be zweet en hijgend naar de leelijke moeten en deuken, die hij gemaakt had. Hij werd rood van drift en schreeuwde woedend Ik geef je drie minuten. Als je dan de deur niet open maakt, sloop ik de heele kajuit en vermoord ik je.Nog twee minu tenMaak voort 1" Grace hoorde zijn stem en sidderde. Zij had de deurtjes van binnen met de schuifjes gesloten en de opgeklapte tafel er tegen geschoven. Zelf drukte zij de tafel tegen het hout, toen zij zijn krachtige po gingen bemerkte orn den toegang te forceeren. De vrees tot zelfbehoud, de afschuw van dezen beestmensch gaf haar ge noeg kracht om haar her senen te gebruiken. Zij had de levensmiddelen ge zien en zijn gruwelijke plannen doorgrond. Zij voelde zich in staat desnoods tot den volgenden morgen de vesting te verdedigen en dan zouden de koude en de honger hem wel kwellen en tot reden brengen. Zij zou alles in het werk stellen om aan wal te komen, al moest het in Cleveland of waar ook zijn. Als zij maar eenmaal verlost was van zijn vreeselijke aanwezigheid. En met die gedachten moest zij aan haar vader en moeder denken, aan de wedstrijden, die nu onge twijfeld reeds tot het verleden behoorden en einde lijk aan David.Waar zou hij nu zijn Had hij gewonnen Hadden haar ouders haar gemist Zocht de politie naar haar Zij wist het niet en zij wachtte, soms plotseling wanhopend.... Carver, tot het uiterste getergd, gooide zijn sportjasje uit en klom op de kajuit. Erwaren twee groote en twee kleine vensters en tot de ontstelte nis van de jonge, angstige vrouw, hoorde zij opeens een scherp gerinkel en vlogen de glasscherven haar om de ooren. Het volgende oogenblik zag zij Car ver's woest gezicht; zijn stekende oogen met moord lust. Hij zwaaide zijn beenen door de gebroken ruit naar binnen en had reeds een voet op een der kussens, toen hij een schreeuw van pijn gaf. Grace had zich snel van de barricade afgewend en had het eerste het beste voorwerp opgenomen, dat in haar bereik lag. Een witte melkkan sloeg tegen Carver's scheenbeen aan scherven Hij retireerde brullend van pijn en trok zich weer op het kajuitdak terug. Hij zag zijn bloed door zijn kleurige sportkousen siepelen en luchtte een heele serie vreeselijke verwenschingen. Moest hij zich op zijn eigen boot op zoo'n manier laten ringe- looren Nu hij haar in zijn macht wist Hij veegde zijn bezweet voorhoofd af en dacht na. De avond viel en reeds gloeiden in de verte lichtjes aan. Een koude windvlaag deed hem huiveren. Hij liet zich van de kajuit zakken en liep zoekend en vloekend naar het achterste gedeelte van de boot. Hij vond een soort handspaak en een minuut later beukte het ijzer tegen de mahoniehouten deurtjes. De spaanders vlogen in het rondeen luid gekraak weerklonk en een der paneelen ver brijzelde onder zijn brute kracht. De doorgang was gemaakt. Zijn helsch gelach maakte Grace radeloos, hoe kon zij zich nog verweren En op het sinistere oogenblik dat Carver, gebukt en tot een sprong bereid, de kajuit inklom, vluchtte zij zoo ver moge lijk naar achteren en gaf zij één hartstochtelijke kreet, waar al haar hoop in verscholen lag. „Oh Davidhelp mijhelp David, hè grijnsde Carver met bloeddoor- loopen oogen en hij bleef even uithijgen. Hij wist Teddy wil ook nwehlawii. dat hij overwinnaar was en nu wilde hij op zijn ge mak van deze overwinning genieten. Maar toen hij zag, hoe de jonge vrouw een snellen blik naar het gebroken venster wierp, aarzelde hij niet langer en kwam hij grinnekend op haar af. Zijn tot klauwen gekromde vingers grepen haar schouders op het moment dat een doffe slag weer klonk en de boot krakend een stoot kreeg. Toen het lawaai wegstierf klonk buiten een hijgende stem „Waar ben je..Waar ben je in Gods naam Carver uitte een vreeselijke verwensching en draaide zich als een roofdier om. Het laatste dag licht dat door de gebroken deurtjes viel maakte plaats voor duisternis. Een groot, donker lichaam stortte naar binnen. Twee knellende handen grepen Carver's keel en slingerden hem in een hoek. David David kreet het meisje. Als een herculische reus stond David voor haar, zijn zwoegend lichaam half voorover gebukt, zijn bruin haar ordeloos en zijn boord en colbert gescheurd. Die isvoorloopigbuiten gevecht hijgde hij en zijn zoekende oogen richtten zich vol medelijden op Grace. Een seconde staarden zij elkaar vol verwachting aan, toen openden haar bleeke lippen zich en verbrak een zachte kreet de stilte. David mijn sterke David „Grace Zij lag in zijn armen, verborg haar kopje tegen zijn borst, trok zijn armen om haar schouders. Ontroerd trachtte hij te begrijpen wat hij gekregen had, welke voorzienigheid hem haar liefde had geschonken. En daar in die rommelige kajuit, waar Carver steunend in een hoek lag, waar een vale schemering nauwelijks eenig licht verspreidde, vonden hun lippen elkaar en hun harten. „Liefste.mijn eenig vrouwtje.fluisterde hij, schor van ontroering. Hij sloeg haar zijn jas om de schouders en kon jist op tijd Carver ontwapenen, die zich had op gericht en een mes in zijn hand klemde. „Beest dat je bent!" riep hij vol afkeer. „Hier dat mes En hij ontrukte het den woedenden man en slingerde het door het gebroken venster in het water. Hij nam een paar lange, sterke riemen uit zijn zak en bond Carver, die hevig tegenstand bood, de handen en voeten vast. Grace, als een angstig vogeltje, keek toe en vestigde haar vochtige oogen, nu vol innige dankbaarheid, op den jongeman. „Ik zal hem bij mij aan boord nemen!" zei David, terwijl hij zich oprichtte. „En weet je, liefste, wat hij nog meer op zijn geweten heeft „Schoftenbrulde Carver. „Laat mij gaan, anders vermoord ik jullie" David lachte. „Het leed is nu geleden, lieveling. Ik kwam zeker juist op tijd De hemel zij dankHij is een gevaarlijk mensch en die teekeningen „De teekeningen...." vroeg zij gejaagd. „Zijn ze terecht, David ..Carver had ze gesto len vervolgde de jonge man. „Door een toeval ben ik dat te weten gekomen. Vanmiddag op de race „Heb je.... gewonnen, David Hij knikte glunder en vertelde haar in enkele woorden de bizonder- heden. „Carver heeft de ge stolen teekeningen van Mr. Gloria aan een of anderen medeplichtige verkocht en samen heb ben zij in een „Gloria wagen" de veranderingen aangebracht. Onder den naam „King" lieten zij den auto meerijden.^daar- om kostte het mij zooveel moeite op het laatste oogenblik nog te winnen. Ik liep Tompson, die met Carver onder één hoedje speelde, tegen het lijf en vond een telegram, dat Carver had afgezonden voordat hij met jou in deze boot verdween. Het zou mij niets verwonderen als hij de boot van het geld der teekeningen heeft gekocht...." „Leugens, vuile leugens!" schreeuwde de ge bonden en weerlooze Carver. „Ik had een erfenis gekregen." „Dat zal wel zei David minachtend. „En daar om heb je zeker ook je kamers opgezegd, hè En je koffers gepakt, hè Carver verbleekte. „Tompson heeft gelogen!" brulde hij. „Je hebt je wat laten wijs maken. Grace en ik hebben ons verloofd en we hebben motorpech gekregen." .Davidsmeekte de jonge vrouw. „Laat ons gaan! Ik walg van hein...." David knikte en verliet met haar de kajuit. Een zeer snelle raceboot deinde naast Carver's boot op het schuimende water. Na een half uur den omtrek te hebben afgezocht, had David de dobberende boot eindelijk gevonden. Juist op tijd Hij nam CarVer en zijn boot op sleeptouw en na Grace warm te hebben ingepakt en een plaatsje te hebben gegeven in de lage kajuit, waar zij vol liefde naar hem bleef kijken, draaide hij en ving hij den terugtocht aan. In de haven stonden Mr. en Mrs. Montague met Mr. Gloria, zijn vrouw en Sam Jr. reeds een uur uit te kijken. Het weerzien was schokkend en hoewel Sam Jr. geheel in de war was, toen hij den gebonden Carver zag en eindelijk begreep, welke een vriend hij aan dezen man had gehad, vergat hij zijn spijt, nu hij Grace van David wist en wenschte hij bei den geluk met hun verloving. Moet ik als vriend van den gelukkigen David nog verklappen, dat hij een prachtpositie in de Gloria-fabrieken kreeg

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 17