ZEEUWSCHE ANECDOTEN
III
No. 43 VRIJDAG 10 JANUARI 1930 857
VHoosternisse had een
nieuwen burgemeester
gekregen, 't Had bizonder lang geduurd voor de
benoeming afkwam en eindelijk, na maanden wach
ten, lazen de verheugde Kjoosternissenaren het
korte, veelzeggende bericht in hun lijfblad, dat bij
Koninklijk Besluit was benoemd de heer X. De
naam was niet die van een bekende familie, nie
mand in het dorp had ooit van hem gehoord en er
was dus alle ruimte tot de meest uiteenloopende
gissingen omtrent zijn afkomst, rijkdom, politieke
en godsdienstige richting. Enfin, de dag naderde,
dat de nieuwe burgervader zijn entrée in de ge
meente zou maken en men smeedde plannen tot een
feestelijke ontvangst. Men zamelde gelden in, ver
gaderde, maakte herrie, de schoolmeester studeerde
met de jeugd een door hem expresselijk vervaar
digd lied in, tncn versierde het gemeentehuis, richt
te eerepoorten op en toen het groote moment daar
was, kon men met een gerust hart den hoogen titu
laris afwachten. Schitterend weer begunstigde de
popelende gemeente, zoo schitterend, dat men van
het goede bijna te veel
kreeg. Het comité van
ontvangst, dat met den
voltalligen Raad, het
plaatselijk muziekcorps
en honderden nieuwsgieri
gen voor het gemeente
huis stondiopgesteld, zag
purper van de hitte en
maakte evenals de raad
in de gekleede pakken
en met de hooge hoeden
bepaald een angstwek
kend warmen indruk. Het
hoofd der school praatte
zenuwachtig druk met
den voorzitter van het
comité, die lijkbleek zag:
de eenige met deze kleur
tusschen al de zweetende
gezichten. Immers: hij
moest een redevoering
voorlezen voor den burge
meester en deze omstan
digheid bezorgde hem
hoogst onaangename
rommelingen in zijn in
gewanden.
Eindelijk, daar klonk
een kermende claxongil
uit de verte, 't Was
precies een kreet als
van een gefolterd dier.
De voorzitter kromp in
DOOR JAN VAN BOENDAELE
't geroezemoes verstomde. Alleen de
riepen onbekommerd „Daar
elkaar
schoolkinderen
komt ie
„Stiltedonderde de veldwachter en men
hoorde nu niets meer dan 't geronk van den aan
snellenden auto.
Nogmaals een gil van den claxon, een gepiep van
remmen en honderden nieuwsgierigen oogen
bestaarden een bleek jongmensch, dat een onberis
pelijk glanzenden cylinder droeg en glimlachend
uit den auto wipte. Kloosternisse aanschouwde zijn
nieuwen burgervader.
Meer dood dan levend trad de voorzitter van het
comité op den gezaghebber toe, ontplooide een blad
papier en begon te lezen. Onder het langdurige
BIERVLIET - Sneller dan Breskens zich in de laatste jaren ontwikkeld heeft, is Biervliet na eeuwen achteruitgegaan.
Terwijl het vroeger een stadje van beteekenis was, herinneren op het oogenblik nog slechts de oude straten en historische
bouwsels aan de vroegere glorie. Een kijkje op het oude Raadhuis.
relaas van den man begon
het publiek weer roeze
moezig te worden, zoodat de veldwachter woedende
blikken in 't rond wierp en dreigende gebaren
maakte. Tenslotte kwam de verlossende uitnoodi-
ging om met een „Leve onze burgemeester!" de
vele goede wenschen te bezegelen. Dit was .tevens
voor h.et muziekcorps een sein om in te zetten met
een „Lang zal ie léven...."
Toen de laatste klank was verstorven en de
veldwachter weer „stiltehad gebulderd,
was het woord aan het nieuwe hoofd der
gemeente.
Deze deed een stap voorwaarts, nam met een
eleganten zwaai zijn hoogen zijen af, keek minzaam
in het rond, boog en wilde van wal steken. Maar
op 't zelfde moment barstte een gelach los, zoo
hevig en zoo algemeen, dat de veldwachter, die
zweette van ontzetting, bezwerend zijn armen in de
lucht stak. Wat was er gebeurd
De nieuwbakken burgervader had voor alle secu
riteit zijn speech van te voren opgeschreven en in
zijn cylinder geborgen.
De hitte had haar nood
lottig werk gedaan en bij
het afnemen van zijn
cylinder was het papier
als een soort muts op
zijn schedel blijven
kleven.
Met een wanhopig ge
baar rukte hij dit malle
hoofddeksel af, verfrom
melde het tot een prop
en toen hij zich verstaan
baar kon maken, sta
melde hij
„Geachte ingezetenen
toen ik uit Den Haag
hierheen kwam had ik
niet gedacht
Maar verder kwam hij
niet. Gelukkig had de
voorzitter de tegenwoor
digheid van geest om
een wenk te geven aan
den dirigent van het
muziekcorps, hetwelk
met veel animo inzette
„Wilhelmus van Nas-
saue".
En nimmer is men er
in Kloosternisse achter
kunnen komen, wat de
nieuwe burgemeester in
Den Haagn/V/gedachthad.
BRESKENS Geen plaats in Westelijk Zeeuwsch Vlaanderen heeft de laatste jaren zoo groote verandering ondergaan als Breskens. Steeds breidt 't zich uit, niet alleen aan den
havenkant, maar ook landwaarts. Onze foto geeft een kijkje in een der geheel nieuwe straten, waarvoor zelfs grond van het nabijgelegen Groede geannexeerd is moeten worden.