Ziet daar snelt het ranke vaartuig,
't Klieft door schuim en golven heen...
De Semaphoor. Wanneer het donker is, wordt de stand van het water aange
geven door blauwgasbranders, die op de photo naast de schijven te zien zijn.
No. 44
inderdaad „rising water" is, want het water komt
nu tamelijk snel opzetten en wij moeten snel terug,
willen wij niet door de golven verrast worden.
Intusschen, onze foto's zijn genomen.
Op het strand aan den rand van de pier zien wij
nu zoowaar menschen, een troepje jongelui, dat
zich onledig houdt met het zoeken van schelpen
en kiein-formaat zeemonsters. Maar verder het
strand op is het als uitgestorven, slechts enkele
schaarsche vogels zijn er, die schichtig opvliegen
wanneer wij hen naderen. Zoo loopen wij in een
kleine twintig minuten naar de „Christian Michel-
sen" die, half gesloopt reeds, niet ver van Ter
Heide tegen het duin zit. Een viezig, groenachtig
water staat in het ruim van het groote schip en
doorgebrande platen uit den romp liggen ter zijde
opgestapeld. Een schip op strand, een baken in
zee De „Christian Michelsen" is een van de vele
slachtoffers, die de zee elk jaar opnieuw weer
eischt. En dat is alles nog niets, doch hoe dikwijls
gebeurt het niet, dat de zee ook menschenoffers
vraagt
Gelukkig echter heeft onze kust nog een andere
reputatie dan die van gevaarlijk te zijn, de reputa
tie namelijk, dat er kloeke mannen wonen, die
bereid zijn hun leven te wagen, te geven desnoods
om dat van anderen te redden.
Dat zijn onze „Helden der Zee", mannen als
kapitein Slis, om slechts een naam te noemen uit
de vele, die ik zou kunnen noemen. Mannen, die
er bij nacht en ontij in hun reddingsbooten op uit
trekken om hun in nood verkeerende medemen-
schen te redden, mannen, die het niet opgeven na
een mislukte poging, die nog een poging wagen en
weer een, mannen die het telkens weer probeeren
en niet rusten voor alle schipbreukelingen gered
zijn, de scheepshond, de poes en de kanarie incluis.
En als dan de redding gelukkig geslaagd is, als
de golven het verlaten schip beuken, in m.ifelooze
woede om de prooi die hun ontging, dan maken de
redders zich uit de voeten, want zij zijn niet zoo
erg gesteld op de dankbaarheid van hen, die toch
zoo graag van hun dank willen blijk geven.
Maar zoo vlug kan kapitein Slis zich niet uit de
voeten maken, of wij zien nog wel kans hem even
te „nemen". Trouwens laten wij eerlijk zijn, er was
geen reden voor kapitein Slis om zich uit de voeten
te maken, want dien dag was er nu eens niemand,
die hem zijn leven te danken had, en de eenige
dank, dien hij te slikken kreeg, was die van den foto
graaf en van ondergeteekende, omdat hij zoo goed
mij geen kwaad, want als het er
werkelijk op aan komt, dan moet de
bemanning paraat zijn, dan moet alles
van een leien dakje gaan.
Hiermede hadden wij de voornaamste
bezienswaardigheden, die Rotterdam aan
Zee in den winter biedt, bezichtigd. Het
dorp zelf bood niettegenstaande de vrien
delijke buitenhuisjes, die hier en daar
staan, weinig aantrekkelijks, doch dat
komt van den zomer wel weer, als de
koetsjes en de badstoelen weer verschij
nen, als het kampeerterrein weer be
volkt wordt met naar zonneschijn en
frissche lucht snakkende Rotterdammers, want die
brengen ook in het dorp, waar ij vele inkoopen
doen, wat van hun uitbundige vroolijkheid.
Intusschen, zoover is het nog niet. en voorloopig
trekken de paarden nog reddingsbooten in plaats
van badkoetsjes.
Ons bezoek aan Rotterdam aan Zee was hier
mede ten einde en puffend van ongeduld stond de
trein reeds op ons te wachten. Het tweepersoons
vacantiekinderfeest voor heeren van middelbaren
leeftijd was achter den rug. Wij wierpen een laat-
sten weemoedigen blik op vuurtoren en Sema
phoor.
Vaarwel, Rotterdam aan Zee, tot zonniger tijden.
ADR DUPUIS
Als de nood het
hoogst is
is kapitein Slis
nabij.
N
was geweest even naar het
„vogeltje" te kijken.
Ook met de reddings
boot, die wij volgens de
regelen der kunst in zee
zagen brengen was het
gelukkig geen meenens,
de pootige bemanning gaf
slechts een demonstratie
en ging een beetje spele
varen, doch alles ging in
optima forma, als gold 't
een werkelijk gevaar
lijke onderneming. Zoo'n
kleine repetitie kan dunkt
VRIJDAG 17
Ferme jongens,
stoere knapen
N