I
A
I
«EonveR
'J6£
I Si f
V V
O
o
892
VRIJDAG 24 JANUARI 1930
No. 45
wachtb
Ralph Smith en Bill Stones hadden A)
vierdagen achter een troep wilde A
paarden gejaagd en toen zij in
een wijden boog over de Canadeesche
prairie waren getrokken en Crim Rivers
Valley bereikten, waren ze evenver
van hun doel verwijderd als thans. Tusschen
hen en den honger lag niets meer dan die troep
paarden, waarvan zij zich, desnoods ten koste van
hun leven, meester moesten zien te maken.
Toen zij vertrokken waren, vier dagen geleden,
had Crimworth, de rancher, hun duidelijk gezegd,
dat hij hen alleen terug wilde zien in het gezelschap
van den hengst, die reeds wekenlang met 'n aantal
merries en veulens de cannons afgraasde,en die de
bewondering van alle paardenkenners had opgewekt.
Crimworth was de rijkste, maar ook de vrekkig-
ste rancher van de Canadeesche prairie en behalve
zijn vee bezat hij ook nog een kopermijn van
middelmatigen rijkdom. Als handelsman was hij
in dit deel van de wereld nog niet te evenaren ge
weest; hij bracht zijn vleesch en huiden in veiling
als niemand vermoeden kon, dat de prijzen op hun
hoogste niveau stonden, en het was Crimworth's
systeem de productie van zijn mijn zoodanig te
matigen, dat de koperprijs omhoog ging tegen den
tijd dat hij met zijn ruw product aan de markt
kwam. Zoo zeker was Crimworth dat hij iets op de
kopermarkt te zeggen had.
In deze dagen hadden de paardenjagers al
honderdmaal den rancher en zijn liefhebberij voor
volbloedtiengsten verwenscht, maar de gedachte
aan den langen winter en hun gebrek aan dollars
had hen vol doen houden. Zij zochten in den na
middag van den vierden dag in Criin's Valley de
vluchthut op en toen ze, na hun paarden te hebben
verzorgd, hun maaltijd gingen bereiden, keken ze
elkaar veelbeteekenend aan.
„Nog voor drie dagen voedsel, Bill.en geen flauw
idee hoe we den hengst
zullen krijgen. Als we
'm ooit krijgen," grin
nikte Ralph Smith.
Bill Stones schudde
nadenkend het hoofd.
..We zullen den troep morgen zien op te jagen
naar de groote beek, Ralph, en als er daar geen
kans komt om hem een lasso om de pooten te wer
pen, wil ik een oud wijf zijn. Als er geen sneeuw
valt, zullen we hem morgen hebben, al moest ik
een paar ladingen lood door zijn harig lichaam
jagen."
Grimmig trad hij naar den ingang van de hut
en bekeek de grijze wolkenmassa's, die dreigend
boven de vallei hingen, met somberen blik. Raph
Smith wiegde onrustig op de bank heen en weer,
sneeuw beteekende een massa ellende in deze
omstandigheden, ze zou dezen nacht de paarden-
sporen bedekken en dan konden ze de achtervolging
wel opgeven. Bovendien zou een sneeuwval van
eenige beteekenis hun terugtocht naar Crimworth's
ranch zeker met twee dagen vertragen en dit be
teekende honger. Maar het volgend oogenblik zette
Ralph, met de zorgeloosheid van den prairiejager,
die sombere vooruitzichten van zich af en spreidde
zijn primitief nachtleger. Met een korten groet
aan zijn makker wikkelde hij zich in zijn deken
en viel bijna onmiddellijk in een diepen slaap.
-BiP Stones trok de deur van de hut achter zich
dicht en dwaalde langzaam de vallei in. Zijn ge
dachten waren niet van de aangenaamste en on
willekeurig kwamen de herinneringen in hem op,
inet welke hooggespannen verwachtingen hij
vijf jaar geleden uit Engeland naar de Canadeesche
wildernis was vertrokken. Hij was als student in
de medicijnen aan de Universiteit te Oxford ver
ongelukt, schulden, een meisje en de trek n-aar
avontuur hadden hem de studie in dén stéék doen
Inkoöpen doen in een van de primitieve winkel
straten in Kyoto.
laten en kort besloten was hij naar
het land der toekomst overgestoken.
Zijn fantasie had hem voorgetooverd
dat voor hem de positie van gesjeesd
student tot rijk rancher slechts een
kwestie van een of twee jaren zou
zijn, maar de Canadeesche prairie,
dependance van de hel, zooals zij werd
genoemd, had zijn illusies grondig
vernietigd. Vijf jaren had hij zich nu
al, door den honger gedwongen, lijde
lijk onderworpen aan het harde lot
van duizendenander en,des zomers dag
en nacht te paard als veehoeder en
paardenjager, in de gloeiende hitte,
met muskieten en koorts als gezel
schap, en 's winters over de prairie
zwervend, met nu en dan een pan
eten, een onderdak in een stal en,
zeldzaam, 'n paar armzalige dollars
in zijn zak.
De paardenjager keek somber naar
de loodgrijze wolken boven de vallei;
de eerste sneeuwvlokken vielen lang
zaam uit de lucht en daarmee werd
aan zijn laatste hoop op de vangst
van den hengst de bodem ingeslagen.
Met een verwensching wilde hij op zijn
schreden terugkeeren, toen hij met 'n
onderdrukten kreet van verrassing
bleef staan. Aan het einde van de
vallei, boven op den heuvelrug, tee-
kende zich de gestalte van een ruiter
scherp en duidelijk tegen de wolken
gevaarten af. De man wendde eenige
malen zijn paard alsof hij de omge
ving wilde verkennen en Bill Stones
wilde, in de veronderstelling dat hij
de vluchthut zocht, den man een teeken geven,
toen er een schot klonk. Het geluid werd vele malen
weerkaatst en het klonk over de heuvelruggen
en in de vallei als het ver verwijderd gerommel
van een onweer. Onmiddellijk daarop zag hij dat
de man daarboven een heftige beweging in het
zadel maakte, zijn bovenlijf wiegde eenige malen
heen en weer alsof hij dronken was, toen schoot
hij voorover uit het zadel en viel van het paard.
Met een sprong had Bill Stones dekking gezocht
en met zijn revolver in de hand vroeg hij zich ten
hoogste verbaasd af, van welk drama hij hier, vier
dagreizen van de dichtstbijzijnde ranch verwijderd,
getuige was. Scherp bleef hij, van achter zijn ver
hevenheid, turen naar de plaats waar de onbekende
gevallen was; hij verwachtte spoedig den ongezienen
aanvaller te zien verschijnen en met een zacht
gefluit tusschen de tanden zag hij den man weldra
te voorschijn komen. De langzaam vallende sneeuw
belette Bill Stones alles nauwkeurig waar te nemen,
maar zijn oog was scherp genoeg om hem zekerheid
te geven omtrent het ras van den aanvaller.
,,'n Halfbloed-Indiaan," mompelde Bill," z'n
wijze van sluipen verraadt nog de bewegingen van
den makker van z'n voorvaderen: den prairiewolf."
Twee minuten later zag hij dat de man in de
hoogte opstond en, zich niet bekommerend om z'n
slachtoffer, zich snel verwijderde. De paardenjager
wachtte tot de moordenaar verdwenen was achter
de vallei, toen stond hij op en zooveel mogeiijk
dekking zoekend begaf hij zich naar de plaats waar
voor zijn oogen, het drama zich had afgespeeld:
De duisternis begon snel te vallen en slechts na
lang zoeken bereikte Bill de plek, waar de ruiter
gevallen was. Het was een krachtig gebouwd man
met de forsche, verweerde trekken van den prairie
bewoner en zijn kleeding verried 'n zekeren wel
stand. Een kort onderzoek maakte het hem duide
lijk dat de man dood was; de geweerkogel had op
twee plaatsen den schedel doorboord. Bill door
zocht vluchtig de zakken van den doode; een goed
gevulde beurs met zilveren en papieren dollars zat
nog in zijn pantalon en zOnder aarzeling stak de
paardenjager alles in zijn zakken, wat de ver
moorde bij zich had. Hij kon later alles in Salmon
City aan de politie ter hand stellen, hoofdzaak was
nu den moordenaar te achtervolgen. Vergeefs
zocht hij naar een motief voor den moord; roof kon
de drijfveer niet zijn geweest, want dan had de
moordenaar zeker het geld meegenomen dat de
ruiter bij zich droeg. Toen hij echter bemerkte