No. 46 VRIJDAG 31 JANUARI 1930 903 op Dinsdag naar Góes zon trekken, als vrouw en dochter niet zoo dolgraag mede van de partij wilden zijn. Aan de aantrekkelijkheid van deze markt kunnen weinigen ontkomen. Het. zakelijk gedoe van bedachtzame en lawaaierige handelaars, die met minder of meer enthousiasme hun vette, geketende portefeuille te voor schijn trekken, nadat de koop gesloten en de handslag gevallen is, dat is slechts de grauwe lijst, maar het eigenlijke, fleurige schilderij is de bonte kermis der vrije markt, waar het leven zijn meest afwisselende film afdraait. Hoort 't illustratief geroezemoes der demonstreerende alleenvertegen woordigers van melkontroomers, waschmachines, bietenmolens en trac- liitzoeken muur Ikritisch bekijkt en betast moeder de prouto de strik ken, linten en doeken, poordut ze tot den koop ooerknal .en onder muil ook helpen uitzoeken Muur de keus is nietgnuio gedaan, en al prijst de koopman zijn koopioiuir nog zoo uun. de klan ten sehijnen het gevalletje toch niet erg te vei- trowven torsvan onwelriekende standwerkers met ge patenteerde Bulgaarsche rozen-olie van wereld reizigers met bizarre brochuurtjes en 'n hoog- Haarlemmerdijksch accentje van schorrige fan tasie-curatoren eener hoestballetjesfabriek en spe culanten a la baisse in inflatie-peper-munten. Ziet toe, op welke geraffineerde wijze de nego- cianten de aandacht weten te trekken van het publiek. Hier forceert een menschenkenner een ruzie met 'n gefingeerden concurrentdaar steekt 'n ander een courant boven z'n hoofd in brand, ginder loopt er een als 'n razende om zijn partijtje uitgespreide voordeelige sigaretten. 'n Wereld van humor schuilt er in 't tafereeltje van den man in jaquet, die na zijn manchetten in de mouwen te hebben geduwd, alvast tegen 'n troepje kwajongens dood-ernstig begint te ver tellen, dat hij terwille van zijn geacht gehoor, ex- presselijk van Dresden naar Goes is gekomen om de nieuwste medische vinding van Herr Professor Zus of Zoo welke vinding, in fleschjes verpakt, zijn koffertje vult belangeloos bekend te maken. Dan staat men weer voor het psychologisch raadsel, dat een koopman, die zijn gehoor uit- vetert voor al wat leelijk is, toch zijn inferieure waren tegen 'n hoogen prijs grif weet te verkoopen. Urenlang houdt deze vrije markt haar opgewekte levenskracht om in den namiddag langzaam dood te bloeden. De een zakt naar huis met een pak olie-bollen en 'n afgeschilferde buste van Beet hoven 'n ander met 'n verschoten ijsmuts en 'n migraine-stiftje 'n derde met een blikken knip mes en 'n tuil papieren bloemen. Maar allen hebben ze wat. De schetterendste etalages van den paraat- sten middenstander blijken den kooplust niet zoo te kunnen prikkelen als de kris en kras door elkaar geklutste markt- voorraden. De hoffelijke voorkomend heid van gedrild winkelpersoneel legt het finaal af tegen de vaak rauw-ruwe ongegeneerdheid der vlie gende leurders. Kwaliteit en garantie hebben op de markt haar waarde ver loren. De zucht naar het avon tuurlijke, naar 't romantische, die in 't hart van de mee ste menschenkinde- ren sluimert, drijft altijd weer de massa naar het marktplein,al komt ze nog zoo dik wijls bedrogen uit. Het schijnt wel of men de geleden schade slechts beschouwt als een bil lijken entree-prijs tot het buitengewoon boeiende openluchtspel, dat de marktdag toch eigenlijk is. JAN DE EKSTER. De dassenkoopman laat even zien, lioe je een dus moet strikken. En ondertusschen doet hij een verhaal pan een hoer uil /'urinerend, die het strikken niet kon leeren. Zie zoo, liier heb je de mooie Eranseln strik, die oj' hel oogenblik in Parijs gedragen mordt Ook opa vindt het maar mat gezellig op de markt. Vol be langstelling luistert hij naar mat de koopman te vertellen heeft en met de pijp in de hand constateert liij, dut de koopman voor de y.ooneelste maal beet heeft

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 3