Een JMloorci
enaar en
zijn
oon
DOOR A. OSCAR KLAUSSMANN
a ui. li y
954
VRIJDAG 14 FEBRUARI 1930
No. 48
Maar ik smeek u van harte, voortaan niet
op diensten van dien aard van mijn kant
te rekenen, maar liever uw hand van mij
af te trekken en mij aan mijn lot over te
laten. Mijn edele vader heeft mij geleerd, de leu
gens te haten, en ik wil hem geen schande aan
doen, al ligt hij reeds in het graf. Liever dan
door zulke kunsten wil ik door den geringsten
arbeid mijn levensonderhoud verdienen."
Mevrouw Deloria had haar hand losgelaten en
was opgestaan, om een paar schreden door de ka
mer te doen. Zij gevoelde zich te onbehaaglijk onder
den helderen kinderblik van het jonge meisje
en nu zij overtuigd was, dat EIze haar gezicht
niet meer kon zien, kregen haar gelaatstrekken een
oogenblik een uitdrukking van woede en haat.
Pas na geruimen tijd had zij haar zelfbeheersching
weer genoeg teruggekregen, om op een huichelach
tig vriendelijken toon te antwoorden: ,,lk heb
straks al tegen je gezegd, lieveling, dat dit het laat
ste bewijs van je erkentelijkheid moet zijn. Je
kunt heel onbezorgd zijn over de gevolgen. Ik
zal je evenmin nog eens in tweestrijd met je geweten
brengen, als dat ik er aan denk, om wegens de mij
gegeven les mijn hand van je af te trekken. Maar
daarover zullen wij verder spreken, zoodra ik terug
gekeerd ben. Nu mogen wij den auto niet langer
laten wachten. Ik geloof, dat men onze kamers hier
al weer aan nieuwe gasten heeft verhuurd."
Zij gingen naar beneden en gedurende den tame
lijk langen rit onderrichtte mevrouw Deloria Elze
breedvoerig over het gedrag, dat zij tijdens haar
afwezigheid in acht moest nemen, om geen ver
denking te laten ontstaan. Zij moest onder voor
wendsel van een lichte ongesteldheid zooveel mo
gelijk in haar kamer blijven, moest den omgang
met vreemde menschen vermijden en ieder bezoek,
dat men haar zou willen brengen, onvoorwaarde
lijk afwijzen. Alle brieven, die misschien onder den
naam van mevrouw Deloria zouden kotnen, moest
zij ongeopend bewaren en zij mocht zelf gedurende
dezen tijd aan niemand schrijven.
„Opdat je op alle mogelijkheden voorbereid
moogt zijn," zoo eindigde zij haar lange les, „laat ik
een som van duizend mark voor je achter, dan kan
je, als het noodig is, naar welgevallen daarover
beschikken. Zou ik tegen alle verwachting na ver
loop van acht dagen nog niet teruggekeerd zijn en
zou je dan ook nog geen bericht van mij hebben
ontvangen, dan ben je vrij, om naar Breslau terug
te keeren en daar onder je waren naam op mij te
wachten. Maar je moet mij plechtig beloven, het in
geen geval vroeger dan na afloop van dezen tijd
te doen."
Met een bedrukt hart gaf Elze de gevraagde be
lofte en zwijgend liet zij toe, dat de eigenares van
het pension, die zeer verbaasd was over haar jeug
dig uiterlijk, haar met de grootste vriendelijkheid
als mevrouw Deloria begroette en haar naar een
mooi, aan den tuin gelegen kamertje bracht. Zij
sprak ook geen woord, toen de voormalige kunst
rijdster zeer veel over Elze's geschokte gezondheid
sprak en .de pensionhoudster meermalen op haar
hart drukte, dat zij vooral veel rust noodig had.
Haar kon het immers slechts gewenscht voorkomen
als zij tijdens haar leugenachtig optreden zooveel
mogelijk van iedere ontmoeting met vreemde
menschen bevrijd bleef.
Nadat zij nog ongeveer een kwartier met elkaar
alleen waren geweest, zonder dat Elze het van
zich had kunnen verkrijgen, om den voortdurenden
stroom van woorden met een hartelijk gezegde te
beantwoorden, keek mevrouw Deloria op haar
horloge, schrok van het late uur en sprong gejaagd
op, om haar beschermeling voor de laatste maal
te omhelzen.
„Ik moet gaan, lieveling, en je mag mij niet weg
brengen, want het is beter, dat men ons voor mijn
vertrek niet meer samen ziet. Je weet het nu, dat
het mijn heele toekomst en tevens ook de jouwe is,
die van je verstandig optreden afhangen. Denk
aan je belofte en zorg, dat ik niet wreed teleurge
steld word in mijn vertrouwen."
,Jk zal mijn belofte houden," zei Elze ernstig,
Z
„maar ik hoop, dat u naar best vermogen zult
trachten, om dezen tijd van beproeving, die voor
mij zoo moeielijk is, te verkorten."
Zij kuste haar nog eens teeder, zonder dat
Elze echter haar kus beantwoordde „Kun je
daaraan twijfelen vroeg mevrouw Deloria ver
wijtend. „Zeker kom ik al binnen eenige dagen
terug en als onvoorziene omstandigheden mij
dat tegen mijn zin zouden beletten, dan
ben je immers gemachtigd, om na den achtsten
dag geheel volgens je eigen keus te handelen."
Het aantrekkelijkst parfum
noor he eren is gasoline.
Toen ruischte zij de kamer uit. Het achterge
bleven meisje staarde echter vermoeid en diep
bedroefd naar den kleinen tuin. Zooals zij nu te
moede was, konden haar gevoelens slechts die van
een ongelukkige zijn, die zich moederziel alleen op
een veriaten eiland bevindt.
XXVI
l^rauze had zijn lastigen bezoeker in de tot dan
toe door Rudolf bewoonde kamer achtergelaten
en was weer naar zijn kantoor gegaan, om uit zijn
papieren datgene te zoeken, wat hij voor zijn ver
trek nog wilde vernietigen, vooral echter, om over
zijn toestand na te denken en tot een bepaald be
sluit te komen. De onverwachte komst van Hubner
had in een oogwenk alles geheel veranderd en nog
was de graanhandelaar het niet geheel eens met
zichzelf, of hij dit als een gelukkige of een ongeluk
kige omstandigheid moest beschouwen.
De gedachte aan een gezamenlijke vlucht, waar
over hij Hubner straks had gesproken, was hem
plotseling als een bliksemstraal voor den geest
gekomen, toen zijn bezoeker met een groot ver
trouwen had gezegd, dat hij zonder pas over de
Russische grens kon komen en zich dan door zijn
kennis van den plaatselijken toestand en door zijn
veelvuldige relaties gemakkelijk voort zou helpen.
Als dat waar was en Krauze was ondanks zijn
gewoon wantrouwen geheel bereid, om het te
gelooven waarom zou hij dan voor zijn persoon
geen nut daarvan hebben. Het noodlot had hem
nu eenmaal tot bondgenoot van dezen man
gemaakt en het gemeenschappelijk belang
moest sterk genoeg zijn, om den "V "i OfA
wederzijdschen afkeer naar den IN O. ZU
achtergrond te dringen. Later zou
er nog wel eens een gelegenheid komen, om ver
gelding te zoeken voor de brutale beschimpingen,
die hij geduldig had moeten verdragen.
Maar het was niet de haat'tegen den vriend van
mevrouw Deloria, die den graanhandelaar nog
besluiteloos deed weifelen, of hij zich aan het plan
voor een gemeenschappelijke vlucht zou houden,
of er in het geheim vandoor zou gaan. Wat deze
beslissing zoo moeilijk voor hem maakte, was alleen
het ellendige vooruitzicht, den anderen man de
helft der toch al zoo karige som te moeten uitbeta
len, die hij morgen ter beschikking zou hebben
en waarmee hij zich ergens in het vreemde
land een bestaan wilde bezorgen.
Terwijl hij nog peinzend tusschen zijn papieren
zocht, keerde Mina van haar laten uitgang terug.
Krauze liet haar binnen en deelde haar mee, dat
zij den volgenden morgen een ontbijt voor twee
personen klaar moest maken, omdat hij een van
zijn buitenlandsche zakenvrienden te logeeren
gehouden en hem Rudolf's slaapkamer gegeven
had. De huishoudster hoorde deze mededeeling
met een wantrouwend gezicht aan, maar zij achtte
het niet de moeite waard, daarop iets te antwoorden,
en begaf zich zonder groeten naar haar kamer.
De graanhandelaar bleef nog ongeveer een uur
in zijn kantoor. Toen pakte hij de uitgezochte ge
schriften, die hij het meest bezwarend achtte en
in zijn slaapkamer wilde verbranden, bijeen en
draaide de gaskraan dicht. Ook zijn besluit voor
morgen was nu eindelijk genomen. Hij wilde Hub
ner in de overtuiging laten, dat hun vlucht gemeen
schappelijk zou zijn, wilde echter onder een of
ander voorwendsel al heel vroeg in stilte naar Sa-
ling gaan en zonder eenige bagage onmiddellijk
met de twaalfduizend mark vertrekken, om zoo
spoedig mogelijk een Oostenrijksche haven te be
reiken. Dat Hubner drukte zou maken of hem
aanklagen, vreesde hij niet en daarvoor kon hij
vooral omdat hij er op bedacht was, alle sporen
achter zich uit te wisschen met veel gemak een
voorsprong krijgen, dien hij voor zijn redding noo
dig had.
Zacht en voorzichtig, om Hubner niet wakker te
maken, ging hij op zijn teenen naar zijn slaapkamer
boven en met zorg grendelde hij de deur, voordat
hij in het donker naar de tafel tastte, waar volgens
zijn weten de lucifers en de lamp stonden. Nu
raakte zijn hand iets warms, iets levends, en met
een luiden kreet van schrik bleef hij onbeweeglijk
staan.
Maar uit die ondoordringbare duisternis, die
hem omgaf, klonk het spottende geluid van een
welbekende stem in zijn oor. „Wees maar niet ang
stig, waarde bondgenoot en reisgezel. Het is geen
roofmoordenaar, die hier naar binnen is geslopen,
maar slechts mijn persoontje. Daar boven was het
mij te eenzaam, en omdat wij nu vermoedelijk
toch menigen .nacht samen zullen doorbrengen,
kan het u immers niet deren, als wij dadelijk van
daag daarmee beginnen. Wacht maar een oogen
blik. Ik zal dadelijk voor de gewenschte feestelijke
verlichting zorgen."
Er ontvlamde een lucifer en bij dit licht zag
Krauze den athleet geheel aangekleed languit op
de canapé liggen. In dit oogenblik werd hij vast
overtuigd, dat hij niet meer van dien ellendigen
kerel af zou komen, zoolang deze nog eenig verraad
van hem te vreezen of eenig voordeel van hem te
verwachten had. Hij gevoelde zich reddeloos in z'n
macht en nooit had hij hem vuriger gehaat dan
onder den druk van deze overtuiging. Als hij niet
zeker had geweten, dat de gewezen athleet hem
in lichaamskracht ver overtrof en dat bovendien
onmiddellijk een ontdekking op de daad zou volgen,
dan zou hij hem graag zijn aangevallen, om hem te
worgen. Maar hij moest nu zijn machtelooze woede
wel bedwingen en zich zelfs wachten, om door een
onvoorzichtig woord den toorn van zijn ontzetten-
den metgezel op te wekken..
Zwijgend stak hij de lamp aan en zijn bevende