No. 48 VRIJDAG 14 FEBRUARI 1930 943
over den werkelijken uitvinder vernemen we iets.
De legende wil, dat een van de bewoners van
Phoenicië, waar de glasfabricatie een ongekenden
bloei beleefde, de uitvinding deed aan het strand,
waar hij het eten kookte. De hitte van het vuur
deed de grondstoffen, die hier toevallig aanwezig
waren, n.l. zand, natrium sulfaat en gemalen
kalk, samensmelten en bij afkoeling ontdekte hij
een vaste stof, die doorschijnend was en nu bij ons
glas heet.
Maar in dezen ouden tijd legde men zich alleen
toe op het vervaardigen van vazen, versierselen
van glas enz., die geblazen werden of in vormen
gegoten. Daardoor bleven de glazen voorwerpen
van betrekkelijk kleine afmetingen.
Daarin kwam pas verandering in 1688, toen het
gieten van glas, zooals dat thans nog in onze fa-
De Rlazenwasschers in de glasfabriek aan hel werk.
Het facet slijpen van glas.
moet doorloopen, waar het steeds perfecter wordt
gemaakt, totdat het in verschillende soorten in
den handel wordt gebracht.
In de fabriek te Sas van Gent bestaat dan nog
een aparte afdeeling voor het vervaardigen van
spiegels.
Het werk lijkt eenvoudig, d.w.z. het laat zich
gemakkelijk bekijken maar de bewerking van
enkele vierkante Meters glas duurt uren en men
begrijpt niet, dat het in verhouding tot den arbeid,
dien het vraagt, zoo goedkoop kan worden geleverd.
Dat is vermoedelijk het geheim van het vak, van
het schoone vak, dat ontegenzeglijk het fabri-
ceeren van glas is, zooals wij het zagen in een in
alle opzichten keurig ingerichte fabriek, waarop
onze provincie trotsch kan zijn. Meer nog dan
beschrijvingen kunnen hiervan de foto's spreken.
J. D.
Een schilderachtig plekje in de fabriek tijdens het schaftuur.
aan deze helsche hitte moeten
de grondstoffen 16 a 17 uur
lang worden toevertrouwd,
waarna ze zoo vloeibaar zijn
als water. Voor het gieten moet
de ontstane vloeistof nu wat
worden afgekoeld. De potten
worden uit de ovens gehaald
met behulp van een zware tang,
die hangt aan een beweegbare
brug. Sissend en knetterend
verteert de gloeiende massa op
weg naar de gieterij alles, wat
ze daar ontmoet. Als een ste
kende zon alles verblindend
door den uitstralcnden gloed,
vervloeit ze op vierkanten
vuurvasten bodem, waar ze
wordt uitgegoten en de taaie
klomp wordt door een groote
rol uitgerold op gewenschte dik
te, evenals het deeg van den
koekebakker op de bakkerstafel.
De nu ontstane platte vlakte
wordt direct hard en daarna is
de eigenlijke fabricatie van ruw
glas afgeloopen. Dit ruwe glas
wordt om versplintering te voor
komen langzaam afgekoeld,
waar 3'/, uur mee heen gaan.
F.n nu volgen er verschillende
bewerkingen om het oppervlak
te slijpen en te polijsten, waar
toe het op ronde wagens, in
gips gezet, de vele afdeelingen
brieken geschiedt, werd uitgevonden door den
Franschman A. Thévart.
Volgen we de manier, zooals tegenwoordig in
Sas van Gent gegoten wordt, alweer gemoderni
seerd natuurlijk sinds 1688, dan komen we eerst
bij de ovens, die in rijen naast elkaar staan. In
ieder dezer ovens bevinden zich 16 potten van
vuurvaste aarde, die elk 600 L. grondstoffen,
zooals zoo juist genoemd, zand, natrium sulfaat
en gemalen kalksteen, kunnen bevatten. Dit
mengsel wordt vloeibaar gemaakt. Temperaturen
om van te rillen. 1500 tot 1600 graden Celcius.
Alles vervliegt in dien witten gloed van vuur en
Het op maat snij
den van het Rlas.