968 VRIJDAG 21 FEBRUARI 1930 No. 49 luut niet ver-wend ontgaat de wellicht aanwezige schoonheid daarvan. Maar zoo gauw is hij niet tien minuten verder gewandeld of het oude haven tje, met de verweerde wallekanten, treffen zijn oog en vooralals het zonneke hier het reliëf der oudheid nog sterker accentueert. Klaar spiegelt en deint het water tegen de oude wallekanten en beklotst de houten trapjes van primitieven vorm. Harmonisch stemt hier de rust. die steeds van 't water uitgaat met de provinciale, de gezapige stemming, die er kleeft aan de oude geveltjes langs den wallekant. Picturaal doen hier de ouwe Vlaardingers aan, op hun witte klompen, en gekleed in den schippers- bonker, langs deze waterkanten, waar alles in overeenstemming, 'k zou willen zeggen in stijl is Maar dan in 'n stijl die opgroeide op natuurlijke wijze en niet in eene, die gemaakt en geforceerd werd zooals men dat treft in. de moderne stads wijken, waar alles zoo kil en zoo onnatuurlijk is. Waar het vernis van den adelenden tijd nog ontbreekt en voorloopig volstaan moest worden met een splinternieuw glansverfje dat naar e waren er op 'n zonnigen Vrijdagochtend. Het was nog vroeg in den morgen, zoo op het uur dat de grootste ochtenddrukte voorbij is. Dat scholen, werkplaatsen en kantoren weer bezet zijn en de geregelde tik van 't dage- lijksche uurwerk weer te onderscheiden is. Hupsch speelde het nog schuchtere zonnetje tegen de oude gevels aan en in de vitrines der kleine, ouderwetsche winkels, waarachter de voor werpen als 't ware rustig soesden onder 't gestreel der milde zonnestralen, die overal glimlachjes dartelen lieten op dezen vroegvoorjaarschen dag. Blauwig losten de nevelen op, die 's nachts over het stadje hadden neergehangen, verjaagd nu door de dagvorstinne. En in dit ochtenduur, dat de straten nog nat te glimmen lagen van den wegtrekkenden nevel, beschenen door het zon nelicht, weerkaatsten de helle zonreflexen trillend op in 't levendige stads beeld. Ik geloof dat je Vlaar- dingen, dit oude rustige dorpsstadje, zóó treffen moet, om er het schoone van te zien. Want Vlaardingen is niet van een coquette schoonheid, die onmiddel lijk in het oog springt veeleer is Vlaardingen te vergelijken met een pro vinciale schoone, die van haar eigen schoonheid totaal onwetend is. En daarom juist zoo bekoor lijk En heb je je eenmaal op deze wijze van zien ingesteld het oog van den grootstadschen mensch is het tegen woordig te „gemakkelijk" gewend, wijl de coquet- terie der nieuwe architec tuur en van den moder- nenmensch-in-'t algemeen DE HAVEN. Harmonisch stemt hier de rust, die steeds uitgaat van het water, met de provinciale, de gezapige stemming die er kleeft aan de oude geveltjes langs den wallekant. zoozéér op den buitenkant werkt maar heb je je dan eenmaal op deze wijze van zien ingesteld, dan kun je de fraaie en poëti sche puntjes en hoekjes van dit oude stedeke niet bij-gefotogra feerd krijgen. De binnenkomst in Vlaan deren is, van het „groote" station af gewoon, door het merkbaar streven in deze buurt om een grootschen, modernen indruk te scheppen bij de entrée. De grootstedeling, op dat punt al te veel ge wend (abso- DE ARBEIDSBEURS. Het „lekkere" doorkijkje langs de hardsteenen zuilen, die het lieve stadsbeeld hier zoo bijzonder illustreeren. den schoonmaak riekt. Maar laat ik niet langer m'n tijd aan dit pittoreske haventje verdroomen. Er is hier meer te zien. Zie je wel dat oud gebouwtje met de typische hard steenen zuilen, daar vijf en twintig meter verder, waar groepjes Vlaardin gers te kouten staan. „De arbeidsbeurs", zegt me de fotograaf, en even worden we verrast door het „lek kere" doorkij kje langs deze palen, die het lieve stads beeld hier- zoo bijzonder illustreeren. En ik verwijs met eenigen trots naar de foto ervan, om aan te toonen hoe fraai Vlaar dingen is, als je 't schoone te ontdekken weet. •«LAND WELVAREN. En plots wordt het oor verdoft door het geklink op de scheepswerven; het gesis der kranenhet orkest van den arbeid.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 8