Ver£rootin£
Haven van Vlissingen
J
HET BELANG VAN DE
DER
VOOR DE PROVINCIE ZEELAND
982 VRIJDAG 28 FEBRUARI 1930 No. 50
Te Vlissingen zijn belangrijke werken aan de
haven in een vergevorderd stadium van ge
reedheid gekomen, zoodat het tijdstip daar
is, om eens na te gaan, welken invloed die
havenverbetering zal kunnen hebben op de ont
wikkeling niet alleen van Vlissingen, doch vooral
ook van de geheele provincie „Zeeland".
De werken bestaan in hoofdzaak uit de vergroo
ting en verdieping van de buitenhaven, den bouw
aldaar van een kademuur voor groote zeeschepen
met moderne outilleering, verbreeding van den
ingang van de haven, verbetering van de aanleg
plaatsen voor de schepen van de stoomvaart
maatschappij „Zeeland" en den provincialen stoom-
bootdienst, den bouw van een sluis, die de grootste
door de Kon. Maatschappij „de Schelde" te
bouwen schepen uitweg verleent van de werf en
groote petroleumschepen toelaat tot de N. V.
„Vlismar".
Terwijl de provincie Zeeland eenige eeuwen
geleden belangrijke zeehavens telde als daar
zijn Zierikzee, Veere, Middelburg en Vlissingen,
van waaruit de groote Zeevaart op Oost- en West-
Indië en de geheele wereld met succes werd uit
geoefend, zoodat Zeeland in één naam genoemd
werd met Holland, is in den loop der tijden de
scheepvaart aldaar door verschillende oorzaken
zeer sterk verminderd. De hoofdoorzaak daarvan
is wel geweest, dat door het grooter worden der
schepen de genoemde havens zonder kostbare
verruiming en verdieping niet meer
toegankelijk werden voor oceaanvaar-
ders, de groote reeders uit die haven
plaatsen verdwenen en de havens
verzandden. De scheepvaart ver
plaatste zich naar de groote zeeha
vens, welke 'n centrum van den zich
uitbreidenden en zich in andere ba
nen bewegenden handel werden en
aap de scheepvaart gunstiger voorwaarden konden
bieden.
Wel is in de zeventiger jaren van de vorige eeuw
de haven van Vlissingen naar de eischen van dien
De mannen demonstreeren even hoe men 'n zinkstuk vlecht.
De uit de haven gebaggerde grond wordt weggevoerd
en aangewend ter ophooging van 't omliggende terrein.
Het opspuiten van het terrein. Door buizen van ongeveer !500 M. lengte wordt de opgebaggerde grond naar
terreinen geperst, die opgehoogd moeten worden.
Het is natuurlijk
gemakkelijk om te
zeggen „Oh, van de
groote verwachtingen
der optimisten komt
niets terecht en welke
schepen zullen Vlis
singen in den tegen-
woordigen tijd als
havenplaats kiezen,
terwijl zij de beschik
king hebben over de
groote centra Rotter
dam en Antwerpen,"
doch zoo spraken onze
voorvaderen gelukkig
niet.
Zelfs al misten zij.
de hulpmiddelen van
den tegenwoordigen
tijd totaal en al kon
den zij maar beschik
ken over de meest primitieve havenruimte, dan
wisten zij toch door hun grooten onderneming
geest en hun energie de schitterendste resultaten op scheep
vaartgebied te behalen.
Zoo moet het weer worden in het waterrijke Zeeland, waar
men niet tevreden mag blijven met een zich langzaam ge-
moderniseerenden landbouw, mooie boerinnetjes en wat be
koorlijk natuurschoon en prachtige vergezichten op de
Schelde vanuit een badhotel of van het mooie strand.
De vraag is echter zijn er dan werkelijk mogelijkheden
voor Zeeland om, dank zij de met groote kosten verbeterde
haven van Vlissingen, meer welvaart te verkrijgen
Ons antwoord is „Ja ongetwijfeld," maar dan moet er
voor gewerkt worden, iedere Zeeuw, die daartoe in de gele
genheid is, moet daaraan zijn beste krachten wijden dit
geldt niet alleen de onmiddellijk bij het havenverkeer be
trokken personen als daar zijn de havendirectie, reeders,
cargadoors, stuwadoors, veembeheerders en expediteurs, maar
ook de overheid, het spoorwegbestuur, de geheele handel,
industiie, de landbouw en ook de havenarbeiders moeten
Kijkje op de nieuwe haven van Vlissingen, waar de mannen juist bezig zijn met het neerlaten van 'n zinkstok,
riet zinkstuk wordt verzwaard met steenen, waardoor het langzaam wegzakt. Een gedeelte is al onder water.
tijd ingericht geworden, doch daarbij is de fout
begaan, de haven voor de zeeschepen bestemd,
achter sluizen te bouwen, waardoor voor de
schepen tijdverlies en gevaar voor averij ont
stonden, welke die haven voor de scheepvaart
niet aantrekkelijk maakten.
Thans echter gaat dit anders worden. De ver-
groote buitenhaven van Vlissingen wordt toe
gankelijk voor practisch gesproken alle bestaande
zeeschepen (de diepte wordt 12 M. A.P.), terwijl
aldaar een kademuur met bijbehoorende loodsen
en moderne kranen aan die schepen gelegenheid
geeft lading en passagiers in den kortst mogelijken
tijd te in- en ontschepen.
De provincie Zeeland zal dus binnenkort weder
om te Vlissingen een zeehaven komen te bezitten,
die, al is zij maar van beperkte afmeting, aan de
hoogste eischen van de scheepvaart voldoet.
Welken invloed zal dit nu op de ontwikkeling
van die provincie kunnen hebben