maar nouuuüuüuüu Nou nemen we drie druppels,
zegge drie druppels van dat spul en nou moddu
nog is proeven
„Zestien centen maar een el, zestien centen
müèr een el I"
„Je neemp 'et stiffie en wat gebeurt er, zoo
waar als ik hier staan...."
Daar is groente, vleesch, kaas, worst en co
mestibles, in mooie glazen vitrines. Daar komen
schippers en vreemdelingen, daar komen boeren
en kooplieden uit de buurt en daar worden de
wonderlijkste zaken op schouders rondgedragen
tusschen de menschen door.
Dit alles is op Zaterdag de Ooudsche Singel,
van het "Oostplein tot aan de Botersloot.
En nog steeds beweert men, dat het marktwezen
zich blijft uitbreiden....
FRANS VAN BERGHE.
De koopman, die per expresse naar den iloudschen Singel
gekomen is, orn de nieuwste ninding nun l'rof. Ifaere te
demonstreeren.
schen dat alles de krioelende menschen.
Flarden van een gesprek vangt men op. „Drie
kramen verder," zegt er iemand, „ken je moderne
geitjes koope, die je uit elkaar
's\ ken schroeve Ken je op de zolder
houwe Geve drie liter melk per dag
en Z|jn binnenshuis zindelijk. Nou
Ken je mijn giooven of niet,
jaje hoef ze niks te geven als
V\ ouwe kranten en af en toe
een beetje tabak."....
Men kan er papieren
damborden krijgen en
telramen en piepende
hondjes en muizen,' die
over de handen van den
verkooper kruipen en
over zijn jas, zijn hoed,
zijn broekspijpen....
„En je neemt een beetje
van dit goed," klinkt
het plotseling boven alles
uit, „en wat doe je der
mee, je doet der niks mee
Maar wil u is proeven,
meneer, hoe dat smaakt,
dat smaakt vies, dat
smaakt gemeen, u zegt
..ba" als u dat drinkt,
De paraplukoopman, die de ongelooflijkste toeren met xijn
instrumenten uithaalt.
Van een koopman,
miens artikelen nogal
nat hebben op huismoeders.
d'er izzer maar een en dat ben ik.
En ze zijn het allemaal
Men kan er zijn huisraad aan
een laten lijmen, zijn tafelservies
aanvullen, zijn boekenkast com-
pleteeren. Men kan er poedelnaakt
verschijnen bij wijze van spre
ken dan - en sierlijk uitgedost
de markt verlaten. Want daar
is ondergoed en bovenkleeding.
Daar zijn hoeden, boorden, bretels,
wandelstokken, paraplus, boorden-
knoopjes, regenjassen, zakdoeken,
horloges, lederwaren, schoenveters,
rubberhakken, chocoladereepen,
sokken, bananen, spiegels, haring
en vrijgezellenknoopen. En tus-
lloe de Ooudsche Singel er 's Zaterdags uit
ziet, met xijn tallooxe kraampjes en koo/>~
lustige kykers.
No. 50 VRIJDAG 28 FEBRUARI 1930 989