8 VRIJDAG 21 MAART 1930 No. 1 De Strekkade is slechts 'n onaanzienlijk smal pad, doch er zijn plekjes zoo mooi, dat het moeilijk is hen te beschrijven. Rotterdam loopt met booze plannen rond ons gemeentebestuur wil me daar eenige omliggende plaatsen geheel of gedeeltelijk inpalmen, zonder te vragen, of zij er van gediend zijn en „er van terug hebben". Doch zoo heel gemakkelijk zal het onze stad niet vallen, haar grondgebied ten koste harer kleinere zusjes té vergrooten, want in het algemeen is men in de bedreigde dorpen niets over onzen landhonger te spreken en vooral Hillegersberg verzet zich heftig tegen de vraatzucht van onze stad. Op een wandeling door Hillegersberg heb ik eenige bewoners van het aardige plaatsje er eens over gepolst, en zij allen waren van meening, dat alles maar bij het oude moest blijven. „Wij kunnen jullie missen als.zei er een, en hij noemde een zeer onaangenaam gevoel in de mondholte. En een ander, dien ik er van trachtte te overtuigen, dat het zoo voordeelig is Rotterdammer te zijn, Oude hofsteden zijn er en draaibruggetjes en kale wilgen, die zich melancholisch in 't wa ter staan te spiegelen omdat de belastingen hier zoo spotgoedkoop zijn, vroeg „Wat willen jullie toch met die anneksasie „Dat is noodig voor de havens,'1 zei ik bedeesd, omdat ik wel eens zoo iets gelezen had. Hillegersberg heeft mij toen hartgrondig uitgelachen „Die willen havens maken hier in het dorp 1" En een jeugdige bewoner van het gezegende dorp, die nauwe lijks den kinderpantoffels ontwassen was, vond het maar goed dat het zwarte garen al uitgevonden is, omdat ik stellig nooit op het idee gekomen zou zijn. Achteraf moet ik hun eigenlijk gelijk geven, het was wat dwaas van mij om over die havens te beginnen. Doch ter zake, ik zou wat over Hillegersberg vertellen. Het woord Hillegersberg wekt bij den Rotterdammer herinneringen aan vriendelijke landhuisjes, coquette villaatjes en vooral aan de groote plassen met de talrijke zeilbootjes, of.. schaatsenrijders. Doch daarover wil ik 't thans niet hebben de landhuisjes zijn voor mij helaas „onbewoonbaar" en de plassen lagen op den zonnigen wintermorgen,waarop wij er langs liepen, eenzaam en verlaten. Geen zeil welfde zich tegen het teere blauw van de lucht en nauwelijks rimpelde het water onder 't zachte briesje, dat over de plassen ademde. Doch Hillegersberg heeft meer dan fleurige plassen en moderne landhuizen, Hillegersberg heeft dingen, die verhalen van lang vervlogen tijden, Hillegersberg heeft landelijkheid en plekjes van zoo intieme schoonheid, dat het beter is, ze niet te beschrijven en het woord aan den fotograaf te laten. Om dan met de lang vervlogen tijden te beginnen Wist u, dat in Hillegersberg, dat is dus onder den rook van Rotterdam, een oude ruïne staat Neen, dat wist u niet, hoogstens hebt u er wel eens over gehoord, maar gezien, neen Ik kan mij dat trouwens best voorstellen,want vanaf den weg is het moeilijk, iets van de oude ruïne te zien. Zij ligt namelijk achter de kerk, midden op het omwalde kerkhof. Dit gedeelte, dat is Voorbereidingen voor den Zondag. Net jes en helder moet alles er uitzien. Een zeer fraaie foto, die duidelijk toont, dat Hillegersberg ook in den winter aantrekkelijk is.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 8