No. 2
VRIJDAG 28 MAART 1930
33
oogenblik in gevaar brengen voor zijn eigen veilig
heid van eenige uren Natuurlijk, er kon redding
opdagen, misschien ook waren de wolven tevreden
als zij de honden de vlakte opjoegen, en deden
eenige goed gerichte schoten hen afdeinzen en
de vlucht nemen na de verzadiging met de hon
den. Misschien, ja misschien, was dat alles mogelijk,
maar mocht hij het meisje aan die mogelijkheid
wagen?.... Pat O'Neil was de donkere groep
balsiestruiken genaderd, waarachter de blokhut
lag, en somber keerde hij zich om. Daar achter
hem, tot op driehonderd meter genaderd, repten
zich de hijgende wol venlijven, de flanken trillend
van bloeddorst en begeerten, en hun onheil
spellend heesch geroep vervulde hem met afgrijzen
De kleine Ier wierp een laatsten wanhopigen
blik in de richting van de hut, waar nu het meisje
rustig zou slapen, onbekend met het gevaar waarin
zij, waarin hij verkeerde. Toen dreef hij plotseling
met een berustenden glimlach zijn slede in een
scherpe bocht en joeg de hijgende, sidderende
honden met striemende zweepslagen van de hut
af het Oosten in
Er was nu nog slechts een verlangen in Pat
O'Neil, namelijk de vlucht zoolang mogelijk voort
te zetten, zoodat de wolven al verder en verder
van het blokhuis af zouden worden meegelokt.
Er is thans nog in het sneeuwland maar één roep
over den ongehoorden en ongelooflijken rit van den
kleinen Pat O'Neil met den dood, die het meisje
met het gouden hart redden moest, en waardoor
de naam van den kleinen, roodharigen Ier voortaan
in een adem zou worden genoemd met die van
het meisje en andere helden van de barre vlakte.
Als een krankzinnige dreef hij de honden, met
striemende slagen, tot bloedens toe, tot volhouden
aan in den razenden ren en met vaste, meester
lijke hand mende hij zijn spannen in de strengen.
Met den naam van het meisje op zijn lippen en een
bede voor haar geluk in zijn hart lokte hij den
wolventroep tot vier mijlen van de hut, toen kwam
het einde van. dezen sledetocht met den dood.
Het voorste hondenspan viel plotseling als ver
lamd neer, de volgende spannen sleurden hen een
eindweegs' mee en raakten toen verward in de
s rengen. Toen kantelde de slede en werd Pat
O'Neil met een grooten boog over de vlakte in de
meeuw geworpen. Even was het hem, alsof er
iets sprong, ergens in zijn hoofd, maar onmid
dellijk weer werd het instinct tot levensbehoud
meester van zijn wil en handelingen. Met snelle,
lange bewegingen sloeg hij zijn sneeuwschoenen
uit, alles van zich afwerpend, behalve zijn revolver,
en toen de eerste wolven zich als razenden en
vechtend op de honden wierpen, viel Pat O'Neil,
een halve mijl verder, uitgeput in een sneeuw-
ravijn. waar hij twintig voet lager bewusteloos
bleef liggen
Of Catharine ontwaakt was door de nadering
van het Noorderlicht of door den wolvenroep,
zou zij zich niet hebben kunnen herinneren, maar
zij bleef bewegingloos in haar slaapzak liggen
luisteren, totdat de heesche woivenkreten, hon
derden malen herhaald naar zij meende, vanuit
de vlakte tot haar doordrongen. Zij kleedde zich
vlug en haar geweer en patronen grijpend, vluchtte
zij naar boven, waar zij door het vensterluik een
blik over de vlakte wierp. Zij zag tot haar ont
steltenis, hoe een slede in razenden spoed in haar
richting werd geleid, en daarachter de lange, don
kere streep wolven, die al nader en nader tot in
de nabijheid van het blokhuis werden gelokt.
Wanhopig begreep zij, dat deze razende ren nut
teloos zou zijn, zij kon geen hand uitsteken zelfs
om den man, wie hij ook zijn mocht, te redden, en
ongetwijfeld zou hij binnen eenige minuten ver
loren zijn. Slechts één kans bestond er nog voor
hem ais hij haar blokhuis bereikte, was hij, voor
het oogenblik althans, gered, maar dan? vroeg zij
zich angstig af. Het beteekende een haast zeker
einde voor hen beiden en nog nimmer had de dood
haar zoo nabij geleken als in deze oogenblikken.
Met snel kloppend hart volgde zij den wedstrijd
op de vlakte, waarvan ook haar leven kon afhan
gen, entoen de vluchteling zich al meer naar de
hut scheen te wenden, bedwong ze met geweld
haar ontroering en bereidde zij zich op de ergste
mogelijkheden voor.
Maar plotseling zag zij, hoe de man in de slede
opstond en een blik in haar richting wierp. Het
kwam haar voor, dat hij zijn hand groetend naar
haar ophief, hoewel hij haar onmogelijk kon zien,
en onmiddellijk daarop zag zij, dat de slede zich
met een scherpe bocht van haar afwendde en zich
in Oostelijke richting verwijderde. Vanaf dat
oogenblik schenen de honden vleugelen te hebben,
nog nimmer had zij een zoo meesterlijk bestuurden
ren gezien en sidderend sloeg zij den strijd gade
van een wanhopig man met de bloeddorstige dieren
van het Sneeuwland.
Een oogenblik daarna onderscheidde zij duide
lijk de eerste wolvengroep, vooraan een jonge,
prèchtige wolf, op den voet gevolgd door eenige
andere, die aan zijn zijde renden, met de koppen
in de flanken van het mannetje gedrukt.
„Zijn wijfjes," fluisterde het meisje en met een
kille huivering dacht zij aan het bloedige bruilofts
maal, waarvan de eenzame vlakte binnen weinige
minuten getuige zou zijn. Langzaam drong de
zekerheid zich aan haar op, dat zij veilig was,
gered door den man, die zijn leven, bewust of on
bewust, had prijsgegeven voor het hare.
„God zij hem genadig," snikte ze zachtjes, „wie
of wat hij ook zijn mag, God zij hem genadig
en bevend van emotie verwijderde zij zich van het
venster.
Het was den anderen dag tegen drie uur, dat
Pat O'Neil door een troep Canadeesche jagers,
die het wolvenspoor nagingen, gevonden werd in
het sneeuwravijn, een halve mijl verwijderd van
de plaats, waar de afgeknaagde beenderen van een
zestiental honden getuigden van het bloedige
festijn, dat de wolven hadden aangericht. Men
bracht hem stervend, met zwarte, bevroren lede
maten naar het blokhuis van den Zendeling, waar
Catharine op de terugkomst van haar vaderwachtte,
en ontroerd, met tranen in de oogen. hoorde zij
het relaas van de jagers zwijgend aan. Met behulp
van de jagers verbond zij zoo goed mogelijk zijn
gezwollen lichaamsdeelen en zond toen de mannen
het vertrek uit. De vraag of de man van de slede
dien nacht de blokhut met opzet vermeden had
om haar voor een gevaar te behoeden, behoefde
thans voor haar geen beantwoording meer, zij
kende de gevoelens van den kleinen lerschen jager
en zij wist dat hij alles, ook zijn leven, voor haar
veil zou hebben.
Ontroerd bleef zij, naast hem gezeten, wachten,
en een wonderlijk, teeder, moederlijk gevoel ver
vulde haar voor den man, die zijn eenige kans
op redding vrijwillig, had prijsgegeven.
„Pat O'Neil," fluisterde ze herhaaldelijk, „Pat
O'Neil, doe je arme oogen nu eens open,die zoo
dikwijls hebben getuigd van wat er omging in je
hart. O arme, arme jongen.
jij.... jij...."
Catharine wist, dat hij ver
loren was, maar duizend
beden ontstegen haar hart, dat
hij nog ééns ontwaken mocht,
voor hij sterven ging, opdat ze
het hem zeggen kon, hoe zij het.
wist, van zijn liefde, van zijn
dood. Diep bedroefd, met be
traande oogen, wachtte zij,
over hem heen gebogen, met
zijn arme gezwollen handen in
de hare geklemd
Toen Pat O'Neil eindelijk
zijn oogen opende, zag hij haar
zitten en een gelukkige glim
lach trok om zijn misvormden
mond. Hij dacht er niet over
na, hoe hij hier gekomen was,
bij haar, die het liefste en meest
aangebeden wezen in zijn leven
was geweest, en een gevoel van
oneindige teederheid en aan
bidding vervulde hem, toen hij
tranen in haar oogen zag.
„Niet huilen, Miss Kathe, niet
huilen,"fluisterde hij ongelukkig
„Neen Pat.ik huil niet,
boyHeb je veel pijn?"
vroeg ze, haar ontroering ver
bergend.
„Neen Missgeen pijn.."
mompelde hij flauw, hoewel
het koortsachtig trekken van
zijn ledematen bewees, hoezeer
hij lijden moest. Een siddering
PERZISCH VOLKSLEVEN. De thee-
sclwnkergaat zjnklanten opstraal bedienen.
doorliep plotseling het lichaam van den kleinen
jager en bemoedigend boog zij zich nog dieper
over hem heen.
„Heb je.mij niets te zeggenPat O'Neil?"
vroeg het meisje fluisterend. Maar de mond van
den stervende bleef gesloten, hoewel een uit
drukking van verrukking en geluk in zijn oogen
haar meer deed begrijpen, dan hij ooit had kunnen
zeggen.
Toen streelde het meisje troostend zijn gelaat
en voorzichtig en liefdevol, om hem geen pijn te
doen, drukte zij haar lippen op zijn mond.
Een huivering van geluk deed het beweginglooze
lichaam van den kleinen Ier even trillen bij die
vervulling van zijn hoogste verlangen en onhoor
baar schier, ving ze zijn laatste woorden op
„Liefste.... mijn liefste...."
Toen was het Pat O'Neil alsof door een onzicht
bare hand plotseling alle pijnen van hem werden
weggenomen en langzaam strekte hij zijn lichaam
uit. Zijn geest viel terug in een zoete rust, in den
laatsten, zaligen vrede van de eeuwige verwach
tingen en met een gelukkig hart wendde hij voor
het laatst zijn brekende oogen op het meisje met
het gouden hart. Van uit het vertrek daarnaast
hoorde hij de gedempte stemmen van de jagers
en dicht bij hem, aan zijn oor, de troostende en
liefkoözende woorden van het meisje, dat tot hem
sprak als tot haar kindToen werd hij
vervuld met het vreemde gevoel, alsof hij lang
zaam, heel langzaam werd opgeheven
Opgehevenhoogeral hooger....
Totdat alle aardsche stemmen langzaam weg
gestorven waren en hij al nader en nader werd
opgeheven in een zoete stilte de laatste stilte
van de eeuwigheid....
Totdat hij niet meer zag de oogen van het
meisje, maar zijn gedoofde blik zich wendde naar
een ander licht, al nader en nader: naar het licht
van de eeuwigheid....
Haar smart beheerschend knielde het meisje
bij het lichaam van den man, dat wit en roerloos
was geworden en zonder adem.
En terwijl haar lippen baden voor zijn rust en
zijn vrede, daalde, als een ochtenddauw op verre
landen, een wondervreemde troost in haar
hart.
En zachtjes zich oprichtend, drukte zij eerbiedig
de oogen toe van den man, die zijn leven met vreug
de had gegeven voor het behoud van het meisje,
dat in het barre Noorden ,,the girl with the gold
heart" werd genoemd.