LUaar is mi/n Uader? No. 2 Professor IPriem O) rn 26 VRIJDAG 28 MAART 1930 No. 2 Ik deed alsof ik de laatste opmerking niet gehoord had en ook het meisje zweeg, als vreesde ze reeds te veel gezegd te hebben. Toen ze vertrok, een paar minuten later, beloofde ze, dat ze onmiddellijk het huis op Monmouth Avenue zou sluiten en naar haar tantes te Bellwood zou gaan. Ik voor mij beloofde haar, dat ik met alle energie naar haar vader zou zoeken en ik begon hiermee, door het roode vleugeltje op haar hoed na te kijken door den top van den liftkoker, tot het buiten zicht was. Ik geloof, dat het een raar mengelmoesje van gevoelens en sporen was, dat ik Hunter, den de tective, te genieten gaf toen hij dien avond bij me kwam. Hunter keek mij rustig aan, toen ik mijn verhaal voltooid had. „Ze zijn uitgepraat," zei hij nadenkend. „Het vorige bestuur was één stuk bederf, maar dit is nog veel erger. Er zijn in de laatste tien jaar méér sterfgevallen om politieke redenen ge weest, dan ik op mijn twee handen kan aftel len. Ik waarschuw je je kunt je er beter buiten houden." „Wat denk je van die elf twee en twin tig 1" vroeg ik, terwijl hij opstond en zijn jas dichtknoopte. „Ja.dat kan van alles beteekenen. Het kan dollars beteekenen, of het vertrekuur van een trein, of misschien de elfde en de tweeëntwintigste letter van het alphabet.. k v." „K vherhaalde ik. „Wel, dat is het Latijnsche woord cave pas op Hunter glimlachte. „Blijf jij maar liever bij de wetten,Knox." zei hij op den drempel, „met Latijn doe je in het detectivenvak niets." TWEEDE HOOFDSTUK ONAANGENAME GEVOELENS eigenlijk heette de hoofdstad anders, maar voor dit verhaal kunnen we het met den naam Plattsburg wel doen. De naam van den staat doet evenmin ter zake. U moogt zelf kiezen, zooals in het verhaal van Mark Twain, waar het in het begin alle soorten van weer is, zoodat de lezer kan uitzoeken. Mijn woonplaats zullen we Manchester noemen. Ik woonde in bij mijn getrouwden broer, die een vrouw had en twee jongens. Fred is ouder dan ik, en hij is een heel bui tengewone broer. Op den dag, dat hij thuis kwam van zijn huwelijksreis ging ik er, volgens vroeger gemaakte afspraak, naar toe met mijn spullen in een rijtuig. Fred en Edith kwamen me aan de voordeur verwelkomen. „Hier is de huissleutel, Jack," zei Fred en hij schudde me de hand. „Eén voorwaarde: denk er aan, dat we hier in de buurt nog vreemd zijn, dus probeer thuis te komen vóór de buren op zijn. We moeten om onzen goeden naam denken." „Er is geen vaste tijd voor het ontbijt," zei Edith, en ze gaf me een kus. „Je hebt een eigen badkamer, en in de huiskamer wordt niet gerookt." Fred is altijd zoo'n geluksvogel geweest. Ik was daar nu al zes jaar. Ik had de twee jonge Knox-jes helpen opvoeden, en 't waren een paar stevige knapen. De oudste had op zijn vierde jaar een hartstocht voor boksen. Verder had ik de zorg voor den mooisten Schotschen herder van den omtrek. Ik wou nog meer schepsels opvoeden, maar Edith was zooals de meeste vrouwen, ze hield niet van dieren. Ik had een konijnenhok laten bouwen en be volken in de schuur en een duivenhok op het dak. Ik gebruikte de algemeene badkamer en stond mijn kuip af aan een jongen alligator, dien ik uit Florida had meegebracht. lederen Zondag hadden de jon gens en ik een heerlijk uurtje, als we probeerden hem kunstjes te leeren. Ik heb het altijd een beetje kwalijk genomen, dat Edith misbruik maakte van DOOR MARY ROBERTS RINEHART de mazelen, die ik van Billy overgenomen had, om alle dieren uit huis te verwijderen. Ze bereidde me op dit nieuws heel voorzichtig voor, den dag, dat mijn uiterlijk weer begon te verbleeken ze be weerde, dat ze haar keukenmeid was kwijtgeraakt, doordat de alligator uit zijn kuip was ontsnapt, en in de schemering van de achtertrap had de meid hem voor een overschoen aangezien en onder den invloed van dit misverstand had ze hem opgepakt en ze wou er niet nóg een keukenmeid aan wagen. Op den dag, dat Margery Fleming bij mij was geweest wegens de verdwijning van haar vader, ging ik naar huis in een zekeren toestand van gevoelsverwarring. Het diner was geen rustige maal- Vyf zmure nun lien en het WEEK kun me niet schelen tijd Fred en ik praatten gewoonlijk over politiek, en daar Fred aan den eenen kant stond en ik aan den anderen, liep het altijd op gekibbel uit. „En Fleming?" vroeg ik op een gegeven mo ment Fred had verklaard, dat er al sinds jaren alleen met misdaad geregeerd werd, en dat hij daar om altijd naar den kant der oppositie overhelde. „Die is toch, al is het alleen maar uit angst, aan het hervormen gegaan?" „Een vuil ei," zei hij, „en aan een vuil ei is maar één ding te doen je neus dichthouden. Dat is nu de publieke opinie houd je neus dicht." „Heeft hij niet een dochter?" vroeg ik zoo langs mijn neus weg. „Ja, een heel knap meisje," vertelde Edith, „maar dat is dan ook voor heni de eenige verzach tende omstandigheid." „Dochter of geen dochter,Fleming is een schurk," hield Fred vol. „Sinds hij en zijn bende dien armen Butler in de gevangenis en toen in het graf joegen, heb ik gehoopt, dat ze hun trekken thuis kregen, Hansen, Schwartz en de rest. Ik zag Fleming vandaag nog op straat. „Wót zeg je riep ik uit, bijna opspringend van mijn stoel. Fred keek mij over zijn koffiekop heen spottend aan. „Heeft hij niet een dochter?" citeerde hij. „Ja, ik heb hem gezien, Jack, dezen eigensten dag, in 'n heel eenvoudig rijtuig, en hij speelde op tegen een politie-agent." „Waar was dat?" „Hoek Chestnut en Union. Zijn rijtuig was aan gereden door een groote vrachtkar, en nogal be schadigd, maar de meneer weigerde uit te stappen. Verdere bizonderheden zou genoemde politie agent je kunnen geven." „Hoor eens Fred," zei ik ernstig, „hou dat ver haal vóór je, wil je En jij ook, Edith Het is een vreemde geschiedenis, die ik jullie later wel eens vertellen zal." Toen wij de eetkamer verlieten legde Edith een hand op mijn schouder. „Bemoei je niet met die lui, Jack," ried ze mij. „Margery is een lief meisje, maar haar vader heeft Henry Butler in den grond ge boord, en Henry Butler was met mijn nicht getrouwd." „Je hoeft er geen familie-kwestie van te maken," protesteerde ik. „Ik heb het meisje nog maar éénmaal gezien." Maar Edith lachte. „Ik weet wat ik weet," zei ze raadselachtig. „Wat een verkwisting van je om voor Bobby zoo'n reusachtig hob belpaard te koopen „De jongen zal toch ééns moeten leeren rijden. Over vier jaar kan hij een porty heb ben, en ik zal zorgen, dót hij er een heeft. Dan is hij al acht." Edith lachte. „Over vier jaarzei ze. „Over vier jaar ben je.Zij zweeg. „Over vier jaar ben ik wat vroeg ik, haar den doorgang versperrend. „Dan ben je veertig, Jack, en een man moet al heel weinig aantrekkelijk zijn, als hij dan "nog niet door een vrouw gezocht en ge wonnen is. Als 't zoo ver is koop je...." „Dan ben ik negen en dertig," zei ik waar dig, „en wat dat gezocht en gewonnen worden betreft, ik ben zoo diep getroffen door het droevig lot van Fred, dat ik erover denk heelemaal niet te trouwen. Maar als ik het doe, als ik het doe, dan zal het zijn met een meisje, dat zich omkeert en wegloopt als ze me aan ziet komen." „Een oud kunstje," smaalde Edith. „Hoe zegt Fred ook weer altijd Een vrouw is als een schaduw, volg haar en ze vlucht vlucht haar en ze volgt." „Hoe durf je 't te zeggen deed ik ver ontwaardigd. „Jij, die zelf een vrouw bent „Ik ben heel anders," antwoordde ze „ik ben alleen maar een echtgenoote en een moeder." Toen we de bibliotheek binnenkwamen stond Fred op van zijn bureau en raapte zijn papieren bijeen. „Ik kan niet denken, als jullie tweeën daar blijven staan fluisteren," zei hij. „Ik zal wel op zolder gaan zitten." Terwijl hij de deur naar zijn werkkamer achter zich dicht deed, nam Edith haar rok op en liep hem hard achterna. „Hoe durf je zoo weg te loopenriep ze. „Je had me beloofd.De deur ging achter haar dicht. Ik begaf er mij heen en sprak door 't paneel „Volg haar en zij vlucht, vlucht haar en zij volgt, o echtgenoote en moederriep ik. „Dat wordt te bar, Edith," zei Fred met toornige stemverheffing, „als jij en Jack den heelen avond willen praten, ga dan op zijn knie zitten en laat mij met rust. 't Is een schande, zooals jullie in mijn ge zicht met elkaar flirten. Versta je dat. Jack „Wel te rusten Edith," riep ik. „Ik heb een kusje voor je gedeponeerd op 't bovenste paneel links van de deur. En ik wou je nog één ding vra gen wat moet ik doen als ik voor de vrouw vlucht en ze volgt niet

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 6