DOOR OCTAVUS ROY COHEN 54 VRIJDAG 4 APRIL 1930 No. 3 De Gebrandmerkte En nu blies en zuchtte de lispelende stem door het vertrek, terwij! de reus een cou rant ontvouwde. Al gezien, John Carmody wierp een blik langs de hoofden der berichten en glimlachte. ..Bob Terry?" ..Ja en neen." Hét lispelen scheen bijna dreigend te worden. ..Ik bedoel, waar hij naar toe is gegaan." „Wat! Je wilt toch niet zeggen „Ja ja. De eerste editie van het avondblad bericht, dat hij tijdelijk zal verblijven ten huize van Peter Borden, den ijzermagnaat. IJzermagnaat! Hoe vind je 'm ,,'n Kindsche ouwe man, is 't niet informeerde Carmody met vriendelijke stem. „Een vervloekte idioot dat is hij Maakte den jongen indertijd kapot, omdat hij geen aasje gezond verstand bezit en neemt hem nu hals over kop met open armen op. Ik heb dien Borden nooit vertrouwd „Te eerlijk, Willie. Ik vertrouw nooit een man, die te eerlijk is." „Ja." Het fluisterend gelispel klonk opnieuw door de kamer. „Nu is de jongen een en al wrok tegen hem. Dat weet ik van Todd Shannon hij en Todd zijn kameraden geweest en dus „En dus zal hij bij mij belanden. Dat staat als een paal boven water. Je moet extra vriendelijk tegen den jongen zijn, Willie." „Jawel Baas. En dan „Dat is alles, Willie. Scheer je weg, ouwe jongen." De reusachtige kerel aarzelde toen draaide hij zich om en ging heen. Carmody keek hem een oogenblik glimlachend na. Toen hij weer alleen was, stond hij op en liep naar een spiegeldie aan den muur hing. Hij glimlachte vaag naar het gladde, argelooze gezicht, dat in het glas weerkaatst werd. Hij trok zijn das recht en stak de bescheiden saffieren speld opnieuw vast. Hij frommelde met een zijden zakdoek en schikte 'dien opnieuw in zijn borstzak, zoo dat alleen de uiterste punt te zien kwam. Toen slenterde hij terug naar zijn lessenaar en drukte op den bel knop. Kathleen Shannon kwam binnen en Carmody sloeg de oogen neer. Hij had nooit kunnen wennen aan de be- toovering van haar nabijheid aan de wetenschap, dat één enkel drukje van zijn smallen vinger op den bel knop haar bij hem zou brengen. Nu keek hij naar haar het ééne ding op de wereld, waarnaar hij het diepst verlangde en dat volstrekt onbereikbaar was. Daar stond zij in zijn kamer, rustig en liefelijk en onbeschrijfelijk waardig haar oogen en heur haren waren diep zwart en haar gezicht zoo blank als een camee. Bij alle gratie sprak haar verschij ning van een stalen energiebe weeglijkheid van geest en evenwich tige beheersching schenen in haar tot een wonderlijke harmonie te zijn gekomen. Zij was één en al charme en aantrekkelijkheid, waar John Carmody niets scheen dan een dor intellect. Zij bewoog zich rustig en zakelijk door het vertrek en ging aan zijn les senaar zitten, vlak bij hem zóó onbe wust scheen ze van zijn nabijheid, dat hij het bijna als een beleediging voelde. Hoezeer hij ook gewend was aan de onpersoonlijkheid van haar houding, liet deze toch nooit na, hem te won den ais een dolksteek. Haar stem was koel, heheerscht, achteloos. „Ik ben klaar, mijnheer." Hij kwam met een schok tot de werkelijkheid terug. „Vandaag niet, Kathleen. Ik wilde met je spreken." „Ja mijnheer." Zij keek op en glimlachte, zicht baar verheugd over zijn belangstelling en totaal onbewust van zijn diepere gevoelens. „Bob Terry is uit de gevangenis terug, Kathleen." „Oom Todd's kameraad?" „Ja. Je kent de geschiedenis natuurlijk „Ja. De zaak Borden. Verduistering, als ik me niet vergis „Verduistering, juist. En ze hebben zoo pas zijn onschuld ontdekt. Hij heeft drie jaar gezeten. Denk je daar eens in een onschuldige jongeman Het is al hard genoeg voor een schuldige Zij sloot half haar oogen. „Oom Todd is erg op hem gesteld. Hij heeft me erover geschreven en eens, toen ik hem in de gevangenis opzocht, heeft hij me Terry aangewezen. Hij deed me denken aan Wel, u heeft wel eens een werkelijk goed acteur Hamlet zien spelen, is 't niet T>lu, zoo was hij. Hij liep de binnenplaats maar op en neer, heelemaal alleen en scheen maar niet heelemaal te begrijpen, waar dat alles toe diende. Ik heb het nooit vergeten." „Je hebt dus zeker wel erg met hem te doen „Verschrikkelijk. De manier waarop ze hem behandeld hebben, is afschuwelijk. En u begrijpt wel, mijnheer Carmody, dat ze het hem ook in de toekomst niet al te gemakkelijk zullen maken." Dit straatje is een der vriendelijkste van het welvarende dorp. De Hervormde kerk op den achtergrond schonk het den naam van Kerkstraat. „O nee, dat zullen ze juist wel. TV T z' Als ik het goed begrepen heb, LnO. heeft Peter Borden den jongen man bij zich in huis genomen." Zij maakte een grimas van weerzin. „Die thea trale oude idioot! Dat is juist iets voor hem, om zoo met één weidsch gebaar zijn geweten tot zwij gen te brengen Wel, als Terry zóó is, als ik me hem voorstel uit oom Todd's verhalen „Dan zal hij het niet lang uithouden, hè?" „Juist mijnheer." „Ik denk er precies zóó over. En dan zal hij leelijk aan lager wal raken." Carmody had er nooit welwillender uitgezien dan op dit oogenblik. „Ik krijg altijd zoo'n eigenaardig gevoel, als ik aan Todd Shannon denk, Kathleen. Alsof ik niet alles voor hem had gedaan, wat in mijn vernjogen lag. En alsof ik dat goed moet maken aan den eersten den besten vriend van hem, die binnen mijn bereik komt. Ik heb door mijn praktijk genoeg ondervinding, om te kunnen beseffen, wat die jongen heeft doorgemaakt en wat hem in de toe komst misschien nog te wachten staat. Als ik me niet sterk vergis, is hij een onschuldig man met een crimineele psychologie. Zelfs zijn eigen bau< is tegen hem. Nu, ik geloof.dat ik er tegenovei ti geen doekjes om hoef te winden Zij bloosde diep. „U bedoelt, omdat mijn oom eén veroordeelde is." „Neen. Och toe, Kathleen neen, ik bedoel, dat jij heel wat van me weet, méér, dan ik zou willen, dat de meeste menschen wisten. Jij weet, dat mijn opvattingen over recht en onrecht af wijken van wat sommigen daaromtrent denken. Je weet, dat ik verscheidene rechters, verscheidene gezworenen en een heeie massa particulieren naar mijn hand zet, als ik dat wil. Je weet, dat ik nooit geprobeerd heb, dat voor je te verbergen om te beginnen zou dat praktisch niet goed mogelijk zijn ge weest en daarbij komt nog „Laten we daar niet verder over spreken, mijnheer Carmody. U maakt me bijna verlegen, ik weet niet, hoe 't komt. Maar één ding kunt u van me gelooven ik denk niet hard over veroordeelden, ik neem hun mensche- lijke zwakheid in aanmerking en ik heb ontzaglijk veel medelijden met ze. God weet, dat de ervaring met oom Todd me barmhartigheid heeft ge leerd, en doordat ik zijn nicht ben, heb ik ook de rest van de bittere les geleerd dat ik voor sommige men schen in deze stad niets anders ben dan de nicht van een gevangene 1" „En dat is nu juist, wat dezen jon gen Terry te wachten staat. Driejaar in de Staatsgevangenis Indien jij al hebt moeten ondervinden, wat je ondervonden hebt, omdat je óóm zwak is geweest, bedenk dan eens, wat die jongen voor een leven zal hebben. Ik mag je graag, Kathleen" de hand van den man trilde licht - „en ik heb erg veel op met Tod. Er zijn takken in mijn be drijf, waar 'n man van Bob Terry's bijzondere ervaringen en psychologi sche gesteltenis van veel nut zou kunnen blijken. Ik ben openhartig, is 't niet Ik kan Bob Terry ge bruiken, wanneer hij dat zou wen- schen." „U bedoelt toch niet „Op een oneervolle manier Vol strekt niet. Oneerlijke lui zijn ge makkelijk genoeg te krijgen. Ik heb

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 14