VEO
UWENLEVEN
NIEUW IGHEIDJE5.
HEL LASTIGE BIESJE!
116
VRIJDAG 25 APRIL 1930
No. 6
Voile blouse, rijk versierd met Bulganrsch borduurwerk.
Een aardig nieuwigheidje voor dezen zomer
zijn de luchtige mantelpakjes van dunne ge
bloemde stof, waarbij een witte of in elk geval
effenkleurige blouse wordt gedragen en waarvan
het manteltje mouwloos is. Een echt zomersche,
luchtige en fleurige dracht.
Blouses zijn weer echt in de gratie gekomen
en dus wordt daar ook weer bizondere zorg aan
besteed. Naast de practische hemdblouse in allerlei
variëteiten zien we ook veel andere modelletjes,
versierd met sierlijke kraagjes, strikken en ja
bots.
Onze eerste afbeelding vertoont een voile
blouse, rijk versierd met Bulgaarsch borduurwerk,
ontworpen door mevrouw Hayaute Lehmann.
De wijde, aangeknipte mouwen zijn aan de polsen
ingerimpeld met smockwerk.
Parasols zullen, nu de algemeene mode meer
specifiek vrouwelijk is geworden, ook weer meer
worden gedragen. Het model van onze afbeelding
is van Wigdoor.
Blauwe zijde met goudkleurige bloemen vormt
het materiaal van dit nieuwe snufje.
Het zomerpakje voor den jongeheer. Er zijn vele
moedertjes, die het heel wat makkelijker vinden,
voor haar kleine meisjes de passende kleeding te
te vinden dan voor de kleine jongetjes.
Hier is nu 'n keurig pakje, waarmee Broer op
mooie zomerdagen kan uit wandelen gaan en dat
ook zeer geschikt is voor de een of andere feeste
lijke gelegenheid.
Het blousje van witte
waschzijde met 'n valen-
cienne-kantje versierd en
met 'n strik in de donkere
kleur van 't opgeknoop
te broekje is iets aparts,
terwijl 'n katoenen blouse
zonder kantgarneering
meer geschikt is voor
alledag.
'n Zuidwester comple
teert 't costuum van den
kleinen baas. P.D.
DE JURKEN VAN
VERLEDEN JAAR
Op allerlei manieren
kunnen onze jur
ken van een vorig
jaar veranderd en gemo
derniseerd worden.
Het te korte japonne
tje kan onder de armen
worden afgeknipt, waar
na men het laat zakken
tot 't de vereischte lengte
heeft. De jurk moet dan
een nieuw bovenstuk heb
ben, dat in afstekende
kleur kan worden geno
men, ofwel effen bij een
gebloemde jurk en om
gekeerd. Een smal cein
tuurtje kan dan 't mid
del omsluiten, ofwel het
heupstuk wordt strak
gespannen en de rok daaronder zoo ruim
mogelijk gelaten.
Bij een japon met mantel kan op onge
veer dezelfde manier worden gewerkt. Dan
kan men echter beter de jurk veranderen
in een rok om bij blouses te dragen. De
mouwen kunnen dienen om den rok door
ingezette plooien of godets te verwijden.
Van een gladde, wat te korte japon kan
men ook iets heel elegants inaken, als men
er een rond geknipten rok overheen legt.
Dien rok zet men aan een breede ceintuur,
welke van voren bijeengenomen en over
elkander ge
legd wordt. De
overrok neemt
men van ach
teren een flink
stuk langer
dan de jurk en
laat hem naar
voren toe op-
loopen. De
voorbaan van
de jurk blijft
gedeeltelijk
onbedekt. De
japon ziet er
dan weer heel
modieus uit.
Nog een an
dere manier.
Een sierlijk pakje voor
kleinen broer. Blouse
van witte waschzijde
en donkerblauw opge
knoopt broekje. Witte
Zuidwester.
waarbij de jurk
echter alleen wijder
wordt gemaakt en
niet langer ge
schikt dus als er
'n zoom kan wor
den uitgelaten
is-de volgende:
Men neemt een
garneeringsstof
voor de mouwen
en voor een rond
geknipte voorbaan,
welke onder de
Zomer in 't land en nieuwe parasols op komst I Model van
blauwe zijde met goudkleurige bloemen.
heupen wordt aangebracht. Met de mouwen
en het uitvallende voorstuk kan de rok opzij en
van achteren verwijd worden. De nieuwe mouwen
worden gegarneerd met de oude 'stof, terwijl een
smal gestrikt ceintuurtje en een strik op den linker
schouder weer van de garneeringsstof genaaid
worden.
THÉRËSE.
Het afwerken van de rond geknipte rokken is
iets, dat velen een der grootste moeilijk
heden vinden bij het zelf-maken der japon
nen. Toch kan dit keurig netjes en zonder zwarig
heid geschieden en wel op de volgende wijze
Men rijgt den zoom van den rok, op de vereischte
lengte, naar den rechter kant om, waarbij men
erop let, met den rijgdraad een halven centimeter
van den kant te blijven en stikt vervolgens precies
langs dien rijgdraad. Dan knipt men den zoom
rondom mooi gelijk af, zoodat er twee centimeter
overblijven. De veiligste manier hierbij is, een kar
tonnetje te knippen van twee centimeter breed,
waarin, ter hoogte van een halven centimeter,
een inkeping is geknipt en dit, zoowel bij het
rijgen als bij het afknippen, telkens als maat
te gebruiken.
Is de zoom keurig gelijk afgeknipt, dan vouwt
men hem om en zoomt het biesje aan den linker
kant, zonder door te steken, precies op het stiksel
van 't opnaaisel.
Men verkrijgt op deze manier, op gemakkelijke
wijze, een keurig smal biesje, dat dan alleen maar
behoeft te worden gestreken om geheel „af" te
wezen.
C. T.