KkJff/5 Varijsche QyVtodes VRIJDAG 2 MEI 1930 Zoo langzamerhand wennen we aan de nieuwe modelijn, aan de korte taille en de lange rokken al gaan we er slechts aarzelend toe over om ze zelf te dragen. Trotteurs, spcrttoiletjes en eenvoudige japonnetjes zijn kort gebleven schoon ook die iets langer zijn geworden en naarmate we nu meer of minder conservatief zijn aangelegd, rekken we 't begrip „eenvoudig" uit ook tot de middagjaponnen en de toiletjes voor kleine feestelijkheden. Cloche van zwart stroo met doorgeregen smal gouden lint. In Parijs echter wordt alles, wat maar eenigszins voor „gekleed" wil doorgaan, zoo lang gedragen, dat de rokzoom ofwel rondom ofwel op enkele plekken den grond raakt. Voor de feestelijke toiletten worden veel teere stoffen genomen, maar ook de stevige tafzijde, die zich zoo bizonder goed eigent voor de wijd uit staande strooken en paniers, welke karakteristiek zijn voor vele nieuwe Parijsche scheppingen. Ook wordt wel tafzijde gecombineerd met chiffon, kant en tule. Er is een nieuwe kleur rose, die Patou rose opaline noemt, in twee tinten, licht en donker. Patou ver werkt die kleur bij voorkeur voor avondtoiletten, maar ook voor zomerjurken en voor blouses. De combinatie van tweeërlei materiaal zal zeker met vreugde worden aanvaard door al wie slechts Namiddagjapon van zwart georgette. over een bescheiden beurs beschikken kan en wier vaardigheid haar in staat stelt, nu en dan van oud nieuw te maken. Een oud japonnetje kan nu, met een lapje zijde of fluweel, weer worden om- getooverd in 'n toiletje, dat geheel als nieuw aan doet, mits men te beschikken heeft over een vol doende dosis goeden smaak en tien handige vin gers. Een meer bescheiden hulpmiddel voor het op- frisschen van de japonnetjes van verleden jaar zijn de kraagjes, jabots en manchetten, welke nu zoo modern zijn. Een en ander kan, in allerlei uitvoe ringen, kant en klaar gekocht worden, maar het zijn ook aardige dingetjes om zelf te maken. Restjes van kant, van zijde en lint kunnen er uitstekend voor te pas komen. Bijgaand teekeningetje geeft een voorbeeld van zulk een garneering voor hals en mouwen van zijden lint, met een paar vierkantjes van kantstof. In hoeden, groot en klein, geeft de nieuwe mode een ruime keuze. De cloche van onze afbeelding, ontworpen door het modehuis Charlotte, is van zwart stroo en heeft als garneering een doorge regen gouden bandje. Het hoed je is klein, maar geeft toch schaduw aan de oogen. De namiddagjapon van zwart georgette werd gelanceerd door het modehuis Marcelle. De zeer wijde rok is aangezet aan 'n nauw sluitend heupstuk van fijne plooitjes. De gar neering van de taille geeft 'n boléro-effect. Zeer elegant is het sportcostuum van onze derde afbeelding. De korte mantel en het geplisseerde rokje zijn donkerblauw, terwijl de witte pullover met blauwe wol bewerkt is. PAULA DEROSE. Donkerblauw sportcostuum met witten pullover. EEN PRACHTIGE. SCHOONE TEINT. FRAAIE BLANKE HANDEN EN EEN GEZONDE SOEPELE HUID WORDEN VERKREGEN MET 25 CENTS PER TABLET. DE LEVERS ZEEP MAATSCHAPPIJ, VLAARDINGEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 16