No. 8 VRIJDAG 9 MEI 1930 155 allerlei knoeiers, en een groot kruisvaarder tegen ondeugd en misdaad. De eigenlijke reden van inr. Carmody's haat tegen Borden zijn de bemoeiingen van dezen om Carmody te doen royeeren." „Daar had ik niets van gehoord „Nee. Je was toen weg. Mr. Carmody wist doodeenvoudig nogal eens een jury bijeen te krijgen, die hem leek. Dat wordt heusch wel meer gedaan, maar tnr. Carmody doet het alleen, wan neer hij weet, dat hij een onschuldigen cliënt te verdedigen heeft, die op 'n hopelooze manier den schijn tegen heeft. Hij richtte dat zoo in, dat hij met iemand van het griffierskantoor overeenkwam, dat alleen de namen, die hem aanstonden, in de bank der gezworenen zouden komen begrijp je wel ..Ja." Bob knikte lang zaam. „Ik heb wel meer van dat soort dingen gehoord." „Het is natuurlijk niet heelemaal in den haak. Maar ik heb er vaker recht dan onrecht uit zienvoort- komen. Hoe het zij, dien eenen keer werd het vrij brutaal doorgezet, en door bemiddeliug van zijnzwa- ger, die een invloedrijk procureur is, trachtte Peter Borden Carmody te doen royeeren. En het scheelde niet veel, of die poging was gelukt. Twee of drie dagen lang was Carmody onherkenbaar buiten zichzelf. Vóórdien tijd had hij onverschillig gelachen om den aanval. Maar toen het er uit begon te zien, alsof de vaste grond hem onder zijn voeten werd weggegra- ven werd hij gewoon wild. En nog weken nadat alles weer goed terecht was gekomen, verwachtte ik ieder oogenblik, dat hij een nerveuze inzinking zou krijgen en zwaar ziek worden. Hij kon niet denken of praten of eenige zaak behandelen. Toen vertrouwde hij me toe, dat hij op den een of anderen dag af zou rekenen met Peter Borden. Dat denkbeeld was hem tot een obsessie geworden het liet hem niet meer los. En nu Zij keek hem open aan. „En nu kom jij. Jij bent een slachtoffer van Borden's snorkerige eerlijkheid en zelfgenoegzaam plichtsgevoel. Je bent intelligent, je bent door en door verbitterd. Je hebt, om maar ronduit te spreken, geen overmatigen last van scrupules of hinderlijke idealen tengevolge van je driejarigen omgang met menschen, die anders over recht en onrecht denken dan de meeste menschen en daarvoor bestraft werden. Peter Borden stelt zijn tehuis voor je open. Hij maakt een weidsche, publieke geste van ongelijk-erkennen. Hij wordt een held in zijn eigen oogen en in de oogen van het publiek. Hij doet, hoogstwaarschijn lijk, alles wat hem ter wereld maar mogelijk is om je schadeloos te stellen, en ik geef toe, dat dat, van zijn standpunt uit bezien, héél wat is. Maar John Carmody weet, dat jij precies de persoon bent, dien hij noodig heeft. Je bent in contact met de intieme, individueelc zijde van Borden's persoonlijkheid jij bent in de gelegenheid, de kwetsbare plaats te ontdekken, die Borden niet verraadt in zijn verkeer met de buitenwereld. Begrijp je het nu Ik weet zelf niet, waarom ik je dit alles vertel ik zeg niet, dat ik iets ervan goedkeur of afkeur ik wil alleen maar eerlijk tegenover je staan en je laten weten, waar je aan toe bent, als ik dan al niet de kracht voel, je te raden zooals ik eigenlijk doen moest." Hij keek haar ernstig aan. „Ik ben blij, dat je me dit verteld hebt, Kathleen. Ik vond het al zoo onbegrijpelijk, dat Carmody zoo op me gebrand kon zijn, juist op mij. Ik vermoedde al wel, dat dat een dieper-liggende oorzaak moest hebben." „Carmody is een groot man, Bob ondanks alles." Zij sprak met overtuigenden ernst. „Ik ben nu al zoolang bij hem ik weet goed genoeg, hoe geweldig hij is. En hij is toch ook een goed kame raad. Hij zou in elk geval blij geweest zijn, iets voor je te kunnen doen je vriendschap met oom Todd..Ik zou graag willen, dat je op kantoor kwam. Je zou dan tenminste iets om handen krijgen." „Ik hoef anders niet te werken, weet je." „Je bedoelt, dat je geld hebt Borden's geld „Waaromjniet Heb ik het soms niet verdiend?" Hij lachte kort en hard. „Ik oefen geen kritiek uit. Ik zeg alleen, dat ik voor mij 't nooit zou willen." Zijn oogen werden zoo smal als spleten. „Heb je een geringeren dunk van me daarom „Nee-een." „Tóch wel!" „Het zijn mijn zaken niet, Bob." „Dat zijn het wel." Hij sprak rad, iets ongewoons voor hem. „Het zijn wèl jouw zaken. Alles wat mij betreft, is jouw zaak. Jij jij Alle kleur week uit haar wangen. Ze staarde hem aan met wijd-open oogen. „Toe, Bob „Je bent vriendelijk voor me geweest. Nee, ik bedoel niet gewoon, banaal-vriendelijk. Je scheen me te begrijpen. Ik heb me altijd goed op m'n gemak gevoeld bij je. Ik placht te denken, dat het kwam, omdat je Todd's nichtje was. Maar dat is het niet. Het is omdat jij omdat jij en ik Hij bafde zijn vuisten en keek een anderen kant uit. „Oh Duivels Vergeef me, Kathleen, ik praat altijd wartaal, als ik langer dan een halve minuut achtereen tracht te spreken Ongewoonte, denk ik." Zij sprak niet. Ze zat naar zijn afgewend gezicht te kijken, het scherp-gcciseleerde profiel, de smart- lijnen om de hoeken van zijn mond en oogen, de gebogen schouders. „Bob Haar stem bereikte hem zoo zacht en helder boven het gerinkel van eetgerei en het geroezemoes van gesprekken om hen heen. „Ja." „Wat wilde je me probeeren te zeggen „Niets." „Weet je dat zeker." „Ja. Ik ben een stommeling, Kathleen. Ik deug nergens voor. Ik kan aan niets anders denken dan aan Borden. Ik haat den man zóó, dat ik hem zou kunnen vermoorden, als ik den moed had maar dien heb ik niet eens. Welk recht heb ik om „Stil, Bob toe Laat mij je iets zeggen. Er is maar één ding ter wereld, dat ik werkelijk haat en dat is futloosheid. In je gevoelens jegens Borden kan en mag ik je niet stijven, dat weet ik maar toch, wanneer je me zegt, dat je met hem wenscht af te rekenen, zou ik me daar bijna over kunnen verblijden, omdat er voor zooiets toch een zekere mate van moed en mannelijkheid noodig is. Nog eens ik mag je niet toeroepen „Ga je gang, als je je op hem wenscht te wreken je hebt er het recht toe I" Maar in Godsnaam doe iets. Ik heb je bestudeerd, ik heb mét jou geleden Ik ken je nu, door en doorEn ik zou je liever met Carmody zien werken en de dingen doen, die hij je zou voorstellen en waarover de wereld het voor hoofd zou fronsen, dan je te zien voortgaan met niets-doen I Dat is de reden waarom ik zoo aandring, 't komt, omdat ik zooveel over je heb nagedacht en steeds nog voor je gehoopt heb op een lichtere toekomst 1" „Waaróm Zijn stem was fel en doordringend. „Omdat „Omdat je medelijden met me hebt Zij aarzelde toen, met een vlug, impulsief gebaar legde ze haar hand op de zijne. „Bob," zei ze, „een minuut geleden probeerde je me iets te zeggen. Wat was dat Hij keek haar aan, bijna met ontzetting. Zijn hart bonsde met wilde stooten, hij zag alles door een witten nevel. „Ik ik „Zal het je gemakke lijker Vallen, het uit te spreken, Bob - wanneer ik je zeg, dat ik van je houd VIJFTIENDE HOOFDSTUK Cén enkel onvergetelijk i-'oogenblik stond- de wereld stil. Bob's hart stokte.Zijn oogen stonden wijd-open, zonder iets te zien, hij sidderde. Het scheen onwerkelijk. Alles had trouwens on werkelijk geschenensedert den dag, dat hij even on zacht in de wereld was teruggeslingerd, als hij er uit was weggesleurd. Maar toen hij door den mist, die om hem heen scheen te hangen, in de twee stralende sterren van Kathleen Shannon'soogen zag, wist Bob, dat dit oogenblik het begin beteeken- de van een nieuw tijdperk in zijn leven. Hij voelde een golf van warme dankbaarheid over zijn hart slaan bij die gedachte en voor het eerst daagde er een vermoeden in hem, dat er ook voor hem misschien nog zooiets als geluk op de 'wereld te vinden was. En omdat Kathleen opzijn ontredderd gezicht las, hoe hij dit langzamerhand begon te begrijpen, voelde ze zich gelukkig gelukkiger dan ze ooit te voren in haar leven geweest was. De bekentenis was ongevraagd van haar lippen gevloeid. Zij had ze niet van te voren overdacht noch de konsekwenties gewikt en gewogen. Het had haar natuurlijk en eerlijk geschenen, ze uit te spreken, en ze had het zonder aarzelen gedaan zonder een zweem van terughouding, valsche schaamte of koketterie. Maar haar wangen waren heel wit en haar oogen heel donker, toen zij de uit werking van haar woorden op den man tegenover haar gadesloeg. Zij wachtte intens op een enkel woord van hem, dat maar niet scheen te willen komen. „Oh, Kathleen 1" zei hij ten laatste. „Oh, Kathleen Dat was alles. Zij hadden alles in de wijde wereld vergeten behalve elkander en dit uitgelezen oogen blik toen was er weer zijn stem, gebroken, klagend. „Dat meen je niet werkelijk, Kathleen." „Ja, Bob. Ik meen het." „Maar dat kun je niet. Ik deug nergens voor. Ik ben een tuchthuisboef. Ik ben „Ik heb je lief, Bob. En het zou niet eerlijk zijn, dat voor je te verzwijgen." Hij beet op zijn lippen. „Hóud je van me, Kathleen, of heb je alleen maar medelijden met me?" Wil je me dan niet aankijken en dat voor jezelf uitmaken Zij sloeg haar oogen naar hem op. Ze straalde van leven en kracht heur haar en oogen waren nachtzwart, haar lippen als koraal en haar wangen als teere wilde rozen en over heel haar wezen lag de verheerlijkende glans der eerste, diepe liefde. (Wordt vervolgd) SCHOONHOVEN - Van de Schoonhovénsche veerpont wordt een toenemend druk gebruik gemaakt. Wij zien hier een file van auto's wachten om overgezet te worden, terwijl de pont zelf zwaar beladen overgaat.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 15