OP DE EILANDEN Een tak, zmaar nan rood en mitten appelbloesembloei, in een der boom- paarden te Middelsluis, prachtig en schilderachtig, het penseel oan een Vincent van Gogh ten volle waardig. Als de Betuwe bloeit, gaat er een roep door 't gansche land, 'n uitnoodiging aan allen, om die jonge schoonheid te gaan aanschouwen en bewonderen. Ook in Rotterdam werd die roep vernomen, en de stadgenooten werden eiken dag in de gelegenheid gesteld om met een touring-car het Gel- dersche in te gaan. Toch behoefden zij niet zoo ver te reizen, om van de bloeiende bloesems te genieten. Het spreekwoord zegt immers, dat men niet ver weg moet zoeken, wat men in de nabijheid vinden kan. Wij hebben de waarheid daarvan ondervonden, toen we, dezer dagen, een kijkje namen op de Zuidhollandsche eilanden en in die heerlijk landelijke omgeving de boomgaarden in rijken bloei mochten aanschouwen, in bloei van rood en rose en wit, friscfr en jong als de Lente zelf. Weliswaar vonden we de pere- en kerseboomen voor een groot deel reeds uitgebloeid, doch de appel- en morelleboomen gaven nog hun prachtigsten tooi te zien. En onwillekeurig dachten we toen, bij zooveel schoonheid, aan de woorden van den dichter Hoe zwoer landelijk is de aanblik van dezen prachtigen boomgaard te Middelsluis. Een schaap en mat kleurige kippen stoffeeren den itoorgrond op prettige myze. Deze appelboomgaard te Middelsluis leek een zee oan rose bloesems.Het schaap met het lammetje maken mede den mooienMei. ,,'t Is Mei, 't is Mei, al d'oude boomen Dragen een jong en teer gewaad. rt Lijkt wel een paradijs van droomen, Zooals de aard te bloeien staat. Aan de hemelsblauwe luchten kleuren De bloesems in zacht rose pracht. Het water blinkt, de winden geuren, De vogels juichen, 't zonlicht lacht..

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 8