Een fraaiere kroon, dan deze arbeider op het veld onbewust verkreeg, is bijna niet denkbaar. Een kroon van roode en witte bloesems is voor den ijverigen landman welverdiend. Dit kiekje werd in de omgeving van Oud-Begerlandgenomen. De dichters kunnen dit mooi zeggen, maar ieder van ons kan het schoon der wereld mooi zien. Doch omdat niet ieder steeds in de gelegenheid daartoe is, hebben wij ons gaarne de moeite gegeven voor onze lezers die bloesemende schoonheid op de Eilanden te gaan zien en wij ontdekten haar telkens weer, zooals de foto's goed mogen aantoo- nen. Dan weer verraste onze fotograaf een jonge schoone te midden der bloesempracht een anderen keer verschalkte hij een ijverig werkenden landman. Verder tooverde hij koeien, schapen, lammetjes en kippen, die toefden onder de weelderige, veel ooft belovende boomen, meteen op de gevoelige plaat. Zoo werd menig kiekje van die jonge pracht genomen. Straks, als de koesterende zonne haar werk, in de zomersche maanden, zal hebben verricht, zullen de hongerden blozen van kleurig ooft, van gele, sappige peren, van roode, rijpe appelen, van donzige kersen en fluweelen morellen, om een Pallieter te doen watertanden Mogen de goede verwachtingen, die de bloesemende boomgaarden opwekken, ten volle bewaarheid worden en moge het gezonde frissche fruit onze tafels doen lachen en kleuren. Op hoop dus van veel vruchten-zegen 1 Jong vee onder de bloeiende appelboomen van een bongerd te Oud-licijerland. Op de fraai gevlekte huiden glanst de roze weerschijn der tallooze bloesems-in-de-zon. Een Puttershoeksche schoone in de schoonheid van 'n bloesemende morellenboom. Een lachend meisje in een lachende, fleurige omgeving.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 9