T)ame
b.b.h.h-"
M. VAN
door
THOELEN
212 VRIJDAG 30 MEI 1930 No. 11
poosje na de thee. Dan kwamen ze weer opzetten,
druk en babbelend, om huiswerk te maken, of te
spelen op den vloer van de huiskamer en tenslotte
hoorde ze Iris met het hekje slaan en de voordeur
openen met een kwiek zwikje van haar sleutel.
Bijna altijd stak ze even haar hoofd om de deur
van de huiskamer, haar gezichtje stralend van
jeugd en leven, en kondigde aan, dat ze dien avond
uitging, en niets meer hoefde te eten.
„Gaat u alweer uit, juffrouw D. ining?" riep
Lenie dan ademloos. „Hè, toe, wat trekt u aan?"
„Kom zelf maar eens kijken!" antwoordde Iris
op een middag. „De kwestie is, dat ik 't nog niet
met mezelf eens ben. Toe, helpt u me eens besluiten,
mevrouw Roovers. Ik ga naar den schouwburg
met een vrind en misschien gaan we daarna nog
heel eventjes dansen. Welke jurk zou nu 't meest
geschikt zijn
„Ik zou die beeldige zacht-groene aandoen,
juffrouw Denning," zei Ellen, terwijl ze het meisje
naar haar kamer volgde. „Ik moet zeggen, dat u
er dóèrin aardiger uitziet dan in welk ander toiletje
ook."
„Maar ik heb die den Iaatsten tijd zoovéél aan
gehad." Iris wierp de deur van haar ruime hangkast
open en streek besluiteloos met haar hand langs
de rij jurken, die erin hingen. „Wat dunkt u van
dit zwartje, voor de verandering
„Zwart staat u natuurlijk ook erg goed," wei
felde Ellen.
„Trek die mooie glinsterende aan 1" piepte
Bobbie opgewonden.
„Hè ja, juffrouw Denning!" smeekte Lenie,
terwijl ze van haar eenen voet op haar anderen
sprong om haar instemming overtuigender uit te
drukken. „Trek die mooie zilveren jurk aan 1
Daarmee lijkt u precies die prachtige dame uit
het circus
„Dat is bedoeld als een compliment 1" proestte
haar moeder, half ontzet, half verteederd door
Lenie's kinderlijken uitval na die overdreven be
langstelling in kleeren, die haar éven onaangenaam
getroffen had.
Weer was er het geklik van een huissleutel.
„Daar is Pappie!" krijschten de kinderen, de
gang instormend. „Hij zal wel zeggen, wat juf
frouw Denning aan moet trekken
„Lieve hemelzei Dick Roovers, in de open
deur verschijnend. „Is hier een mode-conferentie
in gang Worden manspersonen toegelaten
„Wel, Bobby heeft zich ook al een toegangskaart
weten te verschaffen," zei Iris, met een heel
aantrekkelijk blosje. „Ja, kom maar binnen als u
wilt, mijnheer Roovers, en laat uw stem den door
slag geven. Moet 't vanavond een groene jurk zijn,
een zwarte, of een zilveren Ze knipoogde on
deugend tegen mevrouw Roovers, terwijl ze hem
dit lastig vraagstuk voorlei.
HET GROOTSTE ZEILVLIEGTU1G DER
WERELD wordt thans gebouwd door den
Duitschen ingenieur Benz. De romp is
8 Meter lang, de spanwijdte der draag
vlakken bedraagt 22 Meter.
De zit-slaapkamer was klaar voor haar onbe
kende bewoonster. Ellen Roovers had den
heelen middag doorgebracht achter haar
naaimachine, terwijl ze meters groen en oranje-
gebloemd cretonne verwerkte tot een bedsprei en
gordijnen, die er in haar oogen uitzagen, of ze
regelrecht uit de etalage van de fijnste zaak voor
woninginrichting kwamen. Nu stond ze met haar
man en de twee kleuters in de open deur en
overzag met fieren blik het werk harer handen.
„Nu, ik moet zeggen, dat 't voor mekaar is
zei Dick Roovers met half onwillige bewondering.
„De vraag is nu maar wie zul je hier opbergen
„Ik zou zoo denken, dat iedereen verrukt moet
zijn over een kamer als dezezei zijn vrouw.
„Ja, maar „iedereen" moeten we nu juist niet
hebben Daar zit 'm de knoop. Hoe krijg je 't
soort van meisje, dat je zoekt
,,'n Advertentie!" zei Ellen gedecideerd. „In
'n behoorlijke krant en in een of ander goed ont
spanningsblad. Ik zal er wel voor zorgen. Zeg,
willen jelui wel eens van die laden afblijven 't Is
jelui kamer niet meer, denk erom
„Wie z'n kamer is het, Moesje?" vroeg Lenie,
de oudste der twee kinderen Roovers.
„Op 't oogenblik hoort ze van juffrouw Nie
mand, schat," antwoordde haar moeder.
„Juffrouw Niemand is een bofferd riep Bobby
afgunstig. „Zoo'n zalige kamer
Het was werkelijk een „zalige" kamer, dacht
Ellen Roovers, terwijl ze een Iaatsten blik om zich
heen wierp, vóór ze de kinderen uit hun vroegere
speelkamer schoof en de deur achter hen afsloot.
Ze had letterlijk alles zelf gedaan den vloer ge
beitst, de meubels gelakt met een beeldig jade-
groen, en zelfs de muren met hun nog gaaf, maar
wat ouderwetsch behangsel een frisch laagje water
verf gegeven zacht-crême. Ze had er niets
opgehangen, zoodat de bewoonster haar eigen
smaak in platen of kaarten kon volgen. Mevrouw
Roovers koesterde een zwakke hoop, dat de
Fortuin haar een studente in kunstgeschiedenis
zou zenden ze had een gevoel alsof de kamer niet
besteed zou zijn aan iemand met minder kennis
van zaken
Het was haar eigen idee geweest, dat ze, nu de
kinderen zoo groot waren, dat ze hun heelen dag
op school doorbrachten, die tweede zitkamer best
konden missen, en ze onder
verhuren aan een of andere
beschaafde dame. Dick had er
eerst niets van willen hooren.
Mannen waren zoo conservatief,
en wilden 't gevoel hebben, dat
hun huis hun kasteel was, iets,
wat met een inkomen, zóó klein
als dat van Dick Roovers,
moeilijk bleek door te voeren.
Zooals Ellen hem voorhield
,,'t Hééle huis is tóch niet
van ons, nü evenmin, Dick. Er
wonen vreemde menschen bo
ven ons hoofd, en één meer of
minder zal ons heusch niet zoo
opvallen
Ik vind 't geen prettig idee,
dat jij moet werken voor andere
menschen dan voor onszelf 1"
wierp haar man morrend tegen.
„Nu, als ik er toch niets op
tegen heb zei Ellen.
Zij kreeg tenslotte haar zin,
zooals gewoonlijk in dingen,
die het huiselijk bestier betrof
fen. Ze hadden dikwijls moei
lijke dagen gekend in de acht
jaren van hun huwelijk, maar
Ellen's veerkracht en vin
dingrijkheid, gesteund
door Dick's warme, on
verflauwde genegenheid,
hadden hen door het
zwaarste heengeholpen,
en nu zijn positie bij de
bank verbeterd was, en
de kinderen vroolijk en
gezond opgroeiden,voelde
Ellen, dat er betere dagen op komst waren. De
huur van hun benedenhuisje in de voorstad sloeg
een groote bres in hun inkomen, en haar inval,
om de achterkamer te verhuren, zou een zeer
welkome besparing blijken.
Den volgenden morgen schreef Ellen een adver
tentie „Frissche, aantrekkelijke zit-slaapkamer
te huur in het Ooster-kwartier, voor dame, b.b.h.h."
Zij ging ze opgeven en kocht een pulletje van
oranje plateel, dat de volmaakte „finishing touch"
moest worden in haar kleuren-schema. Toen
ging ze naar huis om te wachten op gegadigden.
Twee dagen lang bleef haar advertentie zonder
resultaat. Toen kreeg ze bezoek van een leerares aan
een Meisjes-lyceum, een hoekig, onappetijtelijk
gekleed wezen, dat de kamer opnam, alsof de
harmonieuze charme ervan ze minder respectabel
maakte. Desondanks gaf ze tenslotte blijk van een
zekere voldoening en vroeg naar den prijs.
„Vijftien gulden per week voor logies en ontbijt,"
jokte Ellen met een stalen gezicht, en ontdeed zich
zoo van haar ongewenschte gast.
Een of twee andere liefhebsters kwamen, keken
weifelend de kamer rond en gingen toen weg,
zeggende, dat ze wel zouden „berichten". Geen van
hen kwam Ellen's droom van het meisje, dat bij de
kamer zou passen, ook maar in iets nabij.
Tegen het einde van de week kwam Iris Den
ning zich aanmelden, en zij vervulde den schuchte-
ren droom zóó volkomen, zóó stralend, dat Ellen
haar bijna gratis had willen nemen. Zij was groot
en blond en gracieus. Ze verklaarde, dat ze dol
was op het Oosterkwartier, zij was dol op de zit-
slaapkamer, en haar alleraardigst optreden moest
te kennen geven, dat ze óók dol was op mevrouw
Roovers. De wederzijdsche regelingen waren in een
oogenblik getroffen, en zij betrok de kamer den
volgenden Maandag.
Iris Denning was directie-secretaresse op een
handelskantoor aan een der singels, waar ook
Dick Roovers' bank gevestigd was. Zij gingen bijna
eiken morgen tegelijk weg, een beetje over half
negen, en een paar minuten later vertrokken de
kinderen, genoeglijk-rumoerig of kibbelend, al
naar de stemming van den dag. Ellen Roovers had
dan het rijk alleen tot koffietijd, wanneer Lenie
en Bobby weer voor een uur op het tooneel ver
schenen, om haar daarna alleen te laten tot een