No. 11 VRIJDAG 30 MEI 1930 209 Toch kunnen wij nog méér doen, dan ons den heerlijken jeugdtijd herinneren. Wij kunnen de jeugd in haar doen en laten gadeslaan. Wij kunnen met haar meeleven en dit zal ons ongetwijfeld genoegen schenken. Wie enkele uurtjes vrij heeft, moet op 'n Zaterdag- of Woensdagmiddag maar eens een kijkje gaan nemen op een der openbare „speelterreinen" van onze uitgebreide stad. Zoo togen wij er op een Woens dagmiddag op uit, om de kinderen te observeeren in hun verscheidenheid van spelen op het „Land van Hoboken". Het was een lust, die kinderen in hun spel te zien, dat dikwijls niet alleen een spelen is, maar ook een onbewust oefenen voor het moeilijke leven, dat de meesten van hen ongetwijfeld wacht. Wij hebben het wijde land van Hoboken geheel „ver kend" en, niet zonder moeite en opmerkzaamheid en al te groote belangstelling van de zijde van het jeugdige publiek, verschillende aardige momentjes vastgelegd voor onze lezers. Onze bedoeling was, het kinderspel in zijn variatie te kieken. In hoeverre wij geslaagd zijn, mogen de lezers zelf beoordeelen. Wij hebben voorts, na onzen tocht, de volgende gelukkige conclusie getrokken. Onze stad heeft een kloeke, flinke, frissche jeugd, die veel belooft voor de toekomst. Frappante staaltjes mochten Pientere visschertjes, die er uit halen, mat er in zit! „Hei, t mas in de MeiHjj vragen ook de aandacht der lezers ooor de prachtige om geving der lustig spelende kinderen, die een rondedansje maken om hun koninginnetje. Na het spelen is het rusten zoet, vooral als men toevallig zoo'n fijnen boomstronk vindt, maar men ook een Jiot' van kan maken. „Nadat men het moeste opperhoofd der Roodhuiden, den „Springenden Panter", had verjaagd, rustte men mat rond het marme vuur in de mijdt' prairie wij immers zien van geest en durf, van doorzet tingsvermogen en overleg, van gulheid en vreugde Rotterdam kan gerust zijn. Het spel der kinderen is daarvan het bewijs. De ferme ouderen zullen even ferme opvolgers vinden, vol levenslust en ondernemingsgeest. Voorloopig echter zien wij de kinderen maar 't liefst spelen er wij raden hun dan ook nog aan „Frisch op maar kinderen, vroeg of spa, Den lieven, langen dag. Loopt over 't veld kapellen na, Zoolang het duren mag." Moge die tijd van spel en onbezorgdheid nog lang duren voor u. ^Te vroeg komt de dag, dat de ernst vail 't leven u vastgrijpt, dat de zorgen en beschou wingen komen opzetten. Mogen dan de Engelen van de Liefde en de Wijsheid u geleiden op den moeilijken levensweg. Dit wenschen wij u allen toe, kleinen van thans, die eens grooten van later zult worden En bekijkt nu uw eigen spelen maar eens goed. Uw ouders zullen er ook ongetwijfeld van genieten en er vreugde om smaken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 9