- - - -W? A 4 ~'Ma *-■>,- '~y%k>s. 4 £V'V r> mtry ,r No. 12 Vanuit de dorpen fietst men naar de stad, en vanuit de stad fietst men naar de dorpen. Of verder. Want Hemelvaartsdag is ook een pic-nic-dag. Walcheren heeft in dit opzicht een enorme aantrekkingskracht, honderden trekken er heen, met de boterhammen mee. Strand en zee lokken alin de boomgaarden is nog een flinke nabloei: men kan niet binnenblijven. Dus fietsen langs de zonnige zomerwegen, dat het een lust is 1 Walcheren, Noord-Beveland en Schouwen, overal duinen, en nu ook: Breskens, onze nieuwe badplaats. Maar Hemelvaartsdag is ook een wandcldag. Ik geloof niet, dat er op één anderen dag in het jaar zoo veel gewandeld wordt. Vergeten we ook de sportwedstrijden niet. Want ten slotte is Hemelvaartsdag óók een dag van sport. Het is nog niet warm genoeg om den voetbal op te bergen wedstrijden werden gedeeltelijk ten afscheid nog georganiseerd en er wordt gekampt, dat het een aard heeft. Dat alles is Hemelvaartsdag voor de jeugd, wat is het voor de oudjes? Een rustdag om te beginnen, en danja, maar we hebben niet door de horretjes gekeken en wéten eigenlijk niet, wat de oudjes op dezen dag uitvoeren. Maar waarschijnlijk roert zich óók iets in hun harten, nu de zomer gekomen isde groote, volk- zomer, die de zorgen verdringt en verdwenen levensblijheid weer oproept. En dan stemt tot overpeinzen. Want het is eigenaardig, dat Hemelvaartsdag tegelijk een rust dag is, een dag van echte, doordringende rust, die al het gezang, het gefiets, het geloop en het gesport niet kunnen verdrijven. Als het weer tenminste mooi is. Want als het weer slecht is, dan bergen we ons op in de huiskamer, grijpen naar een boek om onze teleurstelling te verbergen. Want als er één dag in het jaar is, waar op de mensch verlangt naar zon en vroolijkheid, dan is het deze. En hier raken wij de diepere beteekenis van dezen dag, waarover wij hier niet verder spreken, maar die in veler harten leeft. v. B. VRIJDAG JUNI 1930 Ferme jongens, stoere kunnen Hemelvaartsdag is ook een mandeldag. Misschien morden er op niet één dag oan liet jaar zooveel wandeltochten gemaakt. En nan koele pleisterplaatsen ontbreekt het op het sehoone ll nlcheren niet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 3