WAT£*i O Schouwen /A en Duiveland No. 13 VRIJDAG 13 JUNI 1930 257 De kraantjes van de waterleiding in de zestien aangesloten gemeenten op Schou wen en Duiveland druppelden reeds drie weken, maar Dinsdag 3 Juni was de dag, de groote dag van de officieele opening der waterlei ding „Schouwen en Duiveland." Met de aankomst van de Provinciale boot in de Zierikzeesche haven, welke boot de genoodigden van buiten het eiland bracht, begonnen de festiviteiten. Met „Kunst en Eer," het kranige in schutters- uniformen gestoken muzikale keurkorps, stonden honderden belangstellenden om de autoriteiten, die de gasten, waaronder de commissaris der Ko ningin, leden van Gedeputeerde Staten, journa listen, enz., verwelkomden, onder gejuich van het toegestroomde publiek en de welluidende tonen der fanfaristen. Vijftig auto's stonden genummerd in 't gelid om de deelnemers aan den tocht naar het Pomp station in de duinpannen bij Loevestein op te nemen en dank zij de uitstekende vóórorganisatie wist ieder zijn voertuig onmiddellijk te vinden. Langzaam ging de stoet langs de oude geveltjes van de Oude Haven hier en daar bestoken met de driekleur naar het wat fleuriger Havenplein, waar in „Concordia" den gasten eenige hartver sterkingen werden aangeboden. Onder het geklingel van het carillon bestegen daarna allen weer hun wagen om dan via de antieke Nobelpoort te tuffen naar Schuddebeurs, Noordgouwe, Zonnemaire, Brouwershaven en door dat geheele bloeiende, prachtige land van Schouwen naar den duinrand, waar de in pseudo- Grieksdhen stijl opgetrokken gebouwen der water winning staan. Van alle torens der dorpen woei het dundoek (en zelfs Renesse en Haamstede, de twee gemeenten, die niet meedoen, bleven hierin niet achter). Alle auto's, op 'n paar a- mechtige FordfqjBsielen na, vol brachten den langen weg en kwart over twaalf stond ieder een bij de machine-hal van het pompstation om te luisteren naar de redevoeringen van den heer v. d. Weijde, lid van Ged. Staten, voorzitter van den Raad van Beheer, en van den direc teur-generaal van Volksgezond heid, mr. Lietaert Peerbolte, die den minister van Arbeid verving. Instemming van alle kanten klonk op. toen mr. Peer bolte den secretaris van den Raad van Beheer, den heer G. W. Boot, burgemeester van Burgh, het lintje van de Oranje- Nassau-orde opspelde, evenals er veel vroolijkheid was om dien eenen genoodigde, die met Oe verschillende genoodigden verzameld bij het pompstation „De Klinker!waar mr. Lietaert Peer bolte de openings toespraak houdt. Mr. Lietaert Peerbolte stelt de machinerieën van het pomp station in werking. De burgemeester van Burgh, deEdelachtbare heer W. G. Boot,(x) die bij deze gelegenheid tot Ridder werd be noemd in de orde vanOranjeNassau,wordt gecomplimenteerd door enkele collega's van Schouwen en Duiveland De Commissaris der Koningin in Zeeland spreekt, alvorens den Zierikzeeschen watertoren officieel te openen. Naast den Commissaris links de heer v. d. Weijde, voorzitter van den Raad van Bestuur. 'n hoogert hoed verschenen was. Weldra brulden de machtige motoren in werking gesteld door mr. Peerbolte en bezichtigde men machine-hal, ontijzerings-inrichting, na-filter en reinwaterkelder. Gul werden daarna de genoodigden onthaald in „Juliana", waar behalve bouillon, koffie en wijn, de welsprekendheid vloeide. Uitvoerig heeft de heer V. d. Weijde, een der nimmer versagende pio niers der waterleiding, van zijn levenswerk verhaald. Hoffelijk strooide hij links en rechts de dank betuigingen uit, die even hoffelijk aanvaard werden. Voor de opening van den Watertoren bestond wederom reusachtige belangstelling. Met „Kunst en Eer" marcheerde men naar het fraai gemo delleerde bouwwerk in het frissche plantsoen, waar de schooljeugd opgesteld was, evenals de afdeeling padvinders, terwijl 'n compacte menschen- massa van ver en dichtbij de plechtigheid bij den ingang van den toren gadesloeg. Weer sprak de heer v.d. Weijde, daarna de Com missaris der Koningin, die ver volgens de deuren openstiet en den toegang vrij maakte. De hoog bejaarde stadsfotograaf knipte, vanuit zijn labiel evenwicht op hooge standplaats, zijn kiekje.de muziek klaterde, de kinderen zongen en de tnenschen jubelden. Vijf uur vertrokken vele en ook de hooge gasten, maar de feestelijke stemming in Zierikzee bleef. De burgemeester liet na een bruischende improvisatie op het Havenplein de fontein op- klateren, en 's avonds schitterde aan de Haven een grandioos vuurwerk tegen den denkeren nachthemel,welks pracht feilloos weerkaatst werd in het rimpel- looze water. Aan een grooten dag van Schouwen en Duiveland was een einde gekomen. JAN DEN EKSTER,

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 17