No. 15
VRIJDAG 27 JUNI 1930
295
geloof, dat ik raden kan, waarom je het deed."
Richardson wendde zich half af. „Ja, mijnheer.
Dat is de reden. Ik veronderstel, dat ik van Lois
heb gehouden van het oogenblik, dat ik oud ge
noeg was om te weten, wat liefde beteekende."
„En je houdt nóg van haar?"
„Natuurlijk."
„En je bent bij mij gekomen
„Om u op de hoogte te stellen van de feiten,
en te overleggen, of dit het beste is voor Lois'
geluk. Geloof mij, mijnheer Borden, wanneer ik u
zeg, dat ik niets anders op het oog heb. Ik zou
niet graag willen, dat mijn verklaringen goedkoop
en melodramatisch klonken maar heusch, er is
geen andere manier om het uit
te drukken dan te zeggen, dat
haar geluk het eenige is, dat
voor me meetelt. Als Bob Terry
dé man voor haar is, als hij
haar gelukkig kan maken en
als zij naar hem verlangt,
dandan zal ik óók blij
zijn." jlpji
„Waarom denk je, dat hij
dat niet is
„Dat heb ik niet gezegd."
„Nee-een. Maar je denkt het."
„ik weet zélf niet, of ik 't
denk of niet." De jonge man
ging weer zitten. De heerschers-
■houding van eenige oogenblik-
ken geleden gleed van hem af
als een slecht-zittend kleed en
zijn natuurlijke zachtheid keerde
terug. De metalen glans, die
in zijn oogen gebliksemd had,
was geweken voor den vrien
delijken, droevigen blik. „Ik
wilde het zoo graag te weten
komen. Ik móg Bob Terry. Ik
heb vreeselijk met hem te doen.
Ik vind hem een ongelukkigen
pechvogel, wien het leven tot
nu toe niet al te veel geboden
heeft. Ik heb getracht, een
vriend voor hem te zijn en
als er iets was, dat ik doen kon
om zijn toekomst wat zonniger
te maken, zou ik het niet na
laten. Maar dat alles bewijst
nog niet, dat hij de ware man
voor Lois is."
„Denk je, dat zij gelooft, dat
hij dat is
„Op 't oogenblik ja. Dat is
niet zoo onverklaarbaar, mijn
heer Borden hij is een heroï
sche figuur voor haar. Het feit dat vergeef me I
de slag, die hem werd toegebracht, van u kwam,
heeft dat gevoel versterkt. Ze is dagelijks in con
tact met hem geweest. En wat ligt meer voor de
hand, dan dat zij zelf haar medelijden heeft uitge
legd als liefde
Een zwakke glimlach speelde om Borden's
lippen.
„Ik heb haar vrijwel hetzelfde gezegd, Bruce,
op 'n avond, nu ongeveer een week geleden."
Richardson keek verrast. „Werkelijk, mijnheer
„Ja. En luister nu eens, jonge man ik kan je niet
zeggen, hoe ik je bewonder om wat je vanmorgen
gedaan hebt. Je hebt zonder vrees je plichtsbesef
doen spreken. O I ik weet wel, dat je misschien
denkt, dat „plichtsbesef" mijn stokpaardje is,
en dat het de oorzaak was van al Terry's leed.
Maar recht is altijd recht en onrecht isaltijd onrecht.
Er valt niet te sdhipperen. Ik was ontzet, toen ik
hoorde, wat ik gedaan had maar onder gelijke
omstandigheden ben ik bang, dat ik het wéér zou
doen. Maar ik ben tenminste eerlijk. En ik ben
even eerlijk in mijn verlangen, Bob te rehabili-
teeren hem schadeloos te stellen voor wat ik
hem aandeed zonder het te willen. Maar, goed be
schouwd, zijn hij en Lois wezens, die tot verschil
lende werelden behooren."
„Daar heb ik óók aan gedacht."
„Maar zelfs met dat voor oogen zou ik geen
bezwaren maken, wanneer ik dacht, dat Lois'
gevoelens dieper gingen dan medelijden en vriend
schap. Ze heeft behoefte, hem te bemoederen. Het
komt me voor ik geloof, dat géén man zijn
dochter écht goed begrijpt, wanneer ze voor 't
eerst liefheeft."
Bruce plukte verlegen aan zijn manchetknoopen.
„Ik zou u nog wel iets willen vragen, mijnheer
Borden."
„En dat is
„Weet u ook, of Terry haar liefde beantwoordt?"
Er kwam een onrustige uitdrukking in de oogen
van den ouderen man. „Ik wéét het niet. Het
schijnt bijna niet mogelijk, dat hij dat niet zou
doen, en toch
„U hebt onlangs kennis gemaakt met Kathleen
Shannon, nietwaar
„Ja. Een charmant meisje." Toen schokte
Borden plotseling recht-op in zijn stoel. „Je denkt
toch niet Groote God
IJselmondsche moeders.
„Het is mogelijk natuurlijk. Ik heb gehoord, dat
zij een alleszins hoogstaand meisje is. Zeer zeker is
ze zijn type veel meer dan uw dochter. Maar het
kan niet lang meer duren, vóór Bob te weten komt,
hoe Lois ten opzichte van hem voelt en ik kan
me niet voorstellen, dat hij dan die gevoelens niet
zou beantwoorden, al was 't alleen maar, omdat
hij zich erdoor gevleid voelt."
„En dan de mogelijkheid van een dubbel
vreeselijke fout
„Ja, mijnheer. Mijn positie in deze zaak is
ellendig. Ze is bijna ondraaglijk. Ik wil, dat u me
gelooven zult, wanneer ik zeg, dat al wat ik verlang,
Lois' geluk is. Ik zou zekerheid willen hebben, dat
zij dien man waarachtig liefheeft en hij haar."
„En als dat niet het geval is?"
„Dan kunnen we geen van beiden ergens iets
aan doen. Behalve, misschien, dat u kunt trachten,
haar wakker te schudden. U is haar vader."
„Heb je ooit getracht, haar het hof te maken,
Bruce
„Goede hemel, neen, mijnheer."
„Waarom niet
„Ze zou het niet begrijpen van mij. En nu
juist, onder deze omstandigheden
„Het zou misschien kunnen helpen," zei Borden
grimmig. „Het zou haar tenminste leeren beseffen,
dat er nog andere mannen op de wereld zijn behalve
Bob."
Richardson kleurde. „Ik geloof niet, dat die rol
me zou lijken. Ik kwam hier alleen maar, omdat
ik vond, dat u alles behoorde te weten. Het was niet
fair, u blind te laten
„Ik ben niet blind, mijn jongen. Maar ik ben
machteloos. Lois is tenslotte een volwassen vrouw
en moet over haar eigen lot beschikken. Ik kan
alleen maar bidden, dat zij, wanneer zij denkt,
dat zij van dien man houdt, zich niet vergist,
en dat hij haar liefde beantwoordt met al de diepte
waaraan zij behoefte heeft. En dat hij niet levens
lang het kruis zal behoeven te dragen, dat nu zoo
zwaar op zijn schouders weegt."
Richardson schudde mat het hoofd. „We zijn
niet veel verder gekomen, wel, mijnheer
„Jawel. Dat zijn we zeer zeker. We weten, dat we
in de toekomst de dingen samen kunnen bepraten
en dat helpt altijd. We weten, dat we schouder
aan schouder werken. Dat helpt nog meer. En ik
heb vanmorgen leeren begrijpen Hij aarzelde.
„Wat, mijnheer
„Ik wilde, dat er een tikje
meer strijdlust en zucht tot
veroveren in je stak, jonge
man 1 Ik heb leeren begrijpen
dat er niemand ter wereld
is, dien ik liever tot schoonzoon
zou willen hebben, dan jou
VIJF EN TWINTIGSTE
HOOFDSTUK
Ï-Iet bezoek van Todd Shan-
non en Kathleen ten huize
Borden had alleen gediend om
Bob nog meer te verwarren.
Hij had de uitnoodiging door
gegeven in een zucht tot bra-
vour. Hij had zich het verloop
van den avond voorgesteld,
met hemzelf in de rol van ver
dediger van zijn vrienden.
Borden en Lois, zoo verbeeldde
hij zich, zouden een neer
buigende houding jegens hen
aannemen en beschermend-
minzaam zijn, op -tiet beleedi-
gende af.
Inplaats daarvan was het be
zoek een wonderlijke verrassing
geweest. Zelfs hij, met zijn
mannelijk gemis aan scherp
zinnigheid, kon zien, dat Kath
leen en Lois zich tot elkaar
aangetrokken gevoelden. En
Peter Borden en Todd Shannon
hadden veel punten van ge
meenschappelijke belangstelling
ontdekt.
Dót verbijsterde Bob meer
dan iets anders. Dat van de
meisjes, dat voelde hij, kon hij
begrijpen. Zij waren in den
grond verschillend en toch
in veel opzichten gelijk. De eene was steeds ge
koesterd en behoed geweest en door alles omringd,
wat liefde en rijkdom kunnen koopen. De ander
was gedwongen geweest, haar eigen weg te zoeken.
Maar beiden bezaten geest zoowel als schoonheid
beiden kenden zij de wereld, ieder op eigen wijze.
Todd Shannon echter was lomp en bot en onbe
houwen, terwijl Peter Borden over-beschaafd was.
En toch waren ook Todd Shannon en Peter Borden
in eikaars smaak gevallen.
Bob begon gewaar te worden, dat er in dien man,
in Borden, iets was dat hij niet begreep. Hij werd
gekweld door verwarrende twijfels. En Lois zag hij
met nieuwe oogen.
Hij vermoedde niet, dat het viertal menschen
elkaar gevonden had door een gemeenschappelijke
belangstelling in hém. De situatie bracht hem aan
't peinzen en hij peinsde 't meest over Lois,
verwonderd en verward.
Bob was niet blind. Hij voelde, meer dan hij
wist, dat Lois' gevoelens jegens hem dieper gingen
dan eenvoudige vriendschap, machtiger waren dan
het algemeen moederlijk instinct, dat in elke vrouw
woont.
In vroeger dagen had hij Lois van verre vereerd
met een serene onpersoonlijkheid. Nu voelde
hij dien ouden drang opnieuw in zich, en zonder
zich in 't minst bewust te zijn, dat hij te kort schoot
jegens Kathleen, begon hij de beide meisjes te
vergelijken.
Zijn gronden van vergelijking waren niet rede
lijk, maar de gevangenis had zijn gedachtengang
verwrongen en ontwricht.
I Hordt voortgezet I