Rije, Rije, Rije
Als men raadslid van het dorpje
Kruiningen geboren is,
En dan in Hansweert mocht wonen,
Dan is men daar glad niet mis.
Want ze rijden in een auto
Van je woning naar 't stadhuis,
En na afloop rij je vroolijk
Even welgemoed naar huis.
Al dat rije, rije, rije,
Kost je beurs geen rooien cent,
't Is al weer de goeie gulheid,
Waaraan je de Zeeuwen kent.
'k Zou er ook wel willen wonen,
Al is 't midden in het land.
'k Zou me raadslid laten kiezen,
In Renesse' of Heintjeszand
Of van alle Zeeuwsche dorpen;
Heele dagen wel te vree,
Zou ik rijen in mijn wagen,
Rije, rije, ga je mee!
'k Hoop slechts, dat de veelgeprezen
Kruiningsche milddadigheid
Zich nog maar wat uit zal breiden
Over ieder die graag rijdt.
Brengt de postbode in een auto
Deftig al de brieven rond.
Komt de veldwachter gereden
Om belasting voor den hond.
Stapt de schoonmaakster van 't raadhuis,
Statig in haar limousien,
En haar bezem met de emmers
In een aanhangkar misschien.
Ieder Kruiningsch raadslid geef ik
Nu den raad betaal me 'n riks I
Om zich in Hansweert te vest'gen,
Kun je rijden, en voor niks.
VADER CATS.
No. 15
VRIJDAG 27 JUNI 1930
Ooerzicht van de tentoonstel
lingsterreinen, maar de drukte
zich in het begin zeer be
denkelijk liet aanzien.
De .sierlijke kop nan den be-^±
kroonden hengst. „Mon gros
le mon souhait.'
Belangstelling van meer des
kundige zjjde. 't Lijkt een
complete studie, die hier van
hel prachtbeest rvordt gemaakt.