DOOR OCTAVUS ROY COHEN ■Éi 314 VRIJDAG 4 JULI 1930 No. 16 De Gebrandmerkte Hij voelde, dat hij een sterken invloed onder ging, zonder dien te begrijpen. De terugkeer van zijn gevoel van eigenwaarde bracht hem uit zijn evenwicht hij bemerkte, hoe hij uitstekend paste in een milieu, waarin hij eigen lijk niet thuis behoorde. Lois scheen geschapen om in dat milieu aan zijn zijde te gaan.... Hij was niet bewust oneerlijk tegenover Kathleen; hij verdiepte zich niet in overwegingen, of ze wel goed genoeg voor hem was. Maar hij merkte, dat hij zichzelf afvroeg, of hij misschien ook iets voelde voor Lois. Op de een of andere manier scheen de vriendschap, die hij dien avond tusschen Lois en Kathleen had zien ontstaan, Lois dichter bij hem te brengen. Deze nieuwe houding werd op twee wijzen merkbaar. Vooreerst bleef hij meer thuis in den huize Borden, hoewel hij nooit met Peter Borden in hetzelfde vertrek wilde zijn. De haat jegens den kleinen tengeren man was tè diep in hem geworteld, dan dat die door een enkel ten-toon-spreiden van vriendelijke gastvrijheid zou kunnen worden ver dreven. Zijn hartstochtelijk verlangen naar wraak blééf. Maar nu en dan, wanneer Borden er niet bij was, vond Bob er genoegen in, bij Lois te zitten, met haar te praten, of soms meer dan een half uur lang zwijgend over het hekje der veranda te leunen, starend naar de slaperige loomheid van een stads straat op een nazomermiddag en droomen uit spinnend, waarvan hij gemeend had, dat zij nimmer werkelijkheid zouden kunnen worden. En om dezelfde reden zag hij Kathleen nu min der. Zij begreep en was te verstandig om te protesteeren. Zij stelde geen vragen. Maar er waren ochtenden, dat Carmody opmerkte, hoe ze op kan toor kwam met kleine zorgrimpeltjes op haar voor hoofd en diepe donkere kringen onder haar oogen. Dit maakte Carmody bezorgd en deed hem tevens genoegen. Hij vischte voorzichtig uit en vernam iets omtrent den staat van zaken. Hij likte aan zijn lippen en knikte langzaam in zichzelf. De dingen liepen aardig, en er scheen niets meer noodig dan ze hier en daar een zetje te geven, iets waarin hij berucht-han- dig was. Zijn eenige vrees was, dat Bob Terry on tijdig murw zou worden. Hij liet Todd Shannon ontbieden. De groote man schui felde het kantoor binnen en staarde Carmody aan met een blik, waarin de vereering van een trou wen hond lag. Carmody loodste hem naar een stoel. „Wel, Todd," vroeg hij, „hoe moet dat nu?" „Ja mijnheer. Waar mee „Met dien jongen man, Terry Todd sloeg langzaam zijn oogen op. Hij hield van Bob Terry, maar hij beschouwde Carmody bijna als een godheid. „Wat is er met den jongen „Het gaat mij eigenlijk niet aan, Todd, maar ik ben bang, dat hij zich leelijk in de nesten gaat werken." Er kwam een bezorgde trek op Shannon's grof gezicht. „Hoe zoo, mijnheer Carmody Ik heb niets geen onraad be speurd." Carmody speelde verstrooid met een pakje brieven. „Is Terry niet verloofd met je nichtje?" Schijnbaar stelde Carmody niet 't minste belang in het antwoord. Zijn vraag was scherp en kort afgebeten, maar klonk zakelijk en terloops gesteld. De traag-denkende Todd had er geen flauw idee van, dat hij werd uitgehoord. „Wel ja, mijnheer, dat is hij. Natuurlijk denken ze nog niet dadelijk aan trouwen, maar „Ik begrijp 't." Carmody ging voort, zichzelf te martelen. „Maar Kathleen houdt verbazend veel van hem, is 't niet „O, nou I" Todd grinnikte verlegen. „U kunt wel nagaan, hoe een meisje als zij moet voelen, als ze eenmaal danig om iemand geeft." „En dat doet ze ditmaal „Gossie ja 1 Waarom zou ze ook niet. De zaak is, mijnheer Carmody, dat 't me verduiveld veel pleizier doet. Ziet u, Bob Terry ik en hij waren zulke goeie kameraden daarginds, en toen hij weg zou gaan Ik begrijp 't." Er was een zweem van ongeduld in Carmody's stem. „Ik ken den binnenkant van Kathleen's karakter natuurlijk niet, maar alles, wat je over haar zegt, lijkt me waarschijnlijk. En ik zou niet willen, dat haar verdriet werd aange daan." „Verdriet Haar Door wie „Bob Terry 1" Todd schudde ongeloovig het hoofd. „Dat is niet mogelijk, mijnheer Carmody. Die twee kin deren Carmody's stem kraste. „Dat doet er niet toe, Todd tenzij ik 't heelemaal bij 't verkeerde end heb, gaat Terry zich zeer ernstig interesseeren voor juffrouw Lois Borden I" „Goeie hemel I" Shannon leunde levendig naar voren. „Dat méént u toch niet Wel, het zou Kathleen's dood zijn, en „Dat is alles, Todd. Denk er eens over na." „Maar, mijnheer Carmody In de dorpsstraat (Maasdam). „Ik zal het er een anderen keer xt j/a nog wel eens met je over hebben. IN O. 13/ Ik heb 't nu te druk." Hij keerde terug tot zijn werk, en had schijnbaar Shannon's aanwezigheid vergeten. De groote kerel keek hem weifelend aan, maar hij kon het gebaar van „afgedaan 1" onmogelijk misverstaan. Hij stond op, stond een oogenblik voor zich uit te staren, en slofte toen het vertrek uit. Hij ging niet door Kathleen's kantoortje, toen hij over de etage liep. Lispelende Willie Weaver zag hem en knikte, maar hij beantwoordde den groet van den kaalhoofdigen reus zelfs niet. Hij liep rechtdoor naar de lift, liet zich naar de parterre zakken, en bewoog zich toen traag en zwaar naar het kleine plantsoentje, dat als een oase midden in het drukste stadsgedeelte lag. Daar, op een harde, ongemakkelijke bank, stak Todd Shannon zijn pijp aan en zette zich tot de ongewone en vreeselijk lastige bezigheid van nadenken. Het kwam niet in zijn eenvoudige, goedgeloovige ziel op, dat John Carmody met dit gesprek eenige bijbedoeling kon gehad hebben. En nooit zou hij vermoed hebben dat Carmody waanzinnig jaloersch was op Kathleen's liefde voor Bob Terry. Shannon dacht niet aan Carmody op die manier hij zag den kleinen advocaat met het scherpe haviksgezicht alleen als een brein, als een machtige stuwkracht, in wiens leven geen tijd of gedachte voor vrouwen over was. Daarbij was hij Kathleen's werkgever, en als zoodanig verre haar meerdere en Todd geloofde niet in huwelijken, waar een opmerkelijk standsverschil bestond. Hij zou ver ontwaardigd geweest zijn en Kathleen ernstig onderhanden genomen hebben, wanneer hij haar van dergelijke aspiraties had moeten verdenken. Carmody wist dit bij intuïtie en dit was de voor naamste reden, waarom Todd indertijd van het tooneel had moeten verdwijnenHet was niet zeker, of hij niet andermaal verdwijnen zou Maar eerst moest hij zijn taak vervuld hebben. Carmody had met schitterend veldheerstalent zijn berekeningen gemaakt.Hij had met een meester lijk gebaar zijn probleem afgeschoven op den ex- gevangene, die zoowel Kathleen als Terry veraf goodde. Hij hield reke ning met het feit, dat Todd ongetwijfeld een flater zou begaan, en daarbij onbewust Carmo dy dichter bij zijn doel zou brengen. V ooreerst stond het vast, dat Todd, op zijn tactlooze manier, zoowel met Kathleen als met Bob zou praten. Dat, op zich zelf, zou al wat helpen. Carmody was er niet zeker van, dat ze beiden de situatie helder inzagen. Ingeval dat zoo was, wilde hij, dat Kathleen ja loersch zou worden en dat Terry's aandacht zou worden gevestigd op de mogelijkheid van een huwelijk met Lois Bor den. Hij vermoedde, dat zulk een perspectief den jongen man, wiens wereld tot twee malen toe zoo geheel ondersteboven was gekeerd, zou doen duize len. Hij wilde Terry van streek gebracht zien, ver dwaasd en verbijsterd,

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 14