<f 2,ee.u^scHE
GOES
302
VRIJDAG 4 JULI 193a
No. 16
Een mooi stadsgedeelte is ook
dal gracht gezicht bij de li. de
Witst raat en de Jacob Valckestr.
En toch hebben me tmee
gonzen in de Ganzestad, die
bier de macht honden by
hnn nest aan den materkünt.
De Goesche buitenmyken kenmerken zich
door ruimte, zooals me dat hier zien in een
der nieum geboomde straten in de ooorstad.
Maar overigens is het met die
drukte toch zoo erg niet. Wij,
Zeeuwen, houden van ons gemak
en haasten ons niet graag. Waarom
ook? Vooral in Goes wordt het
geld zoo gemakkelijk verdiend,
dat men niet om een bestaan
heeft te vechten.
Alles dus in orde en Goes een
ideaal stadje? Toch niet, nu komen
onze grieven en verlangens op de
proppen. Het moet dan gezegd wor
den, dat men in Goes niet veel oog
heeft voor het totale aspect van
de stad. Oude gevels met nieuwe
winkelpuien; oude huizen met mo
derne daken. Als
het zoo voortgaat,
wordt het stads
beeld totaal vernie
tigd. Mag men dit
toch inzien 1 En
dan wachten we
altijd nog op onze
houten villa's voor
onze watervogels.
En op nieuwe hoo
rnen. En nieuwe
plantsoenen. En
welriekende grach
ten. En nog veel
meer, dat ik niet
allemaal zal opnoe
men, want ik ben
pas verjaard en het
is nog geen Sinter
klaas.
En ook ben ik, ondanks al het hierboven op
genoemde, toch nog al tevreden met de ganzen-
stad. Hoewel niet iedereen dat met me eens is.
Zoo sprak ik laatst nog een meisje uit Kwaedamme.
Die moet niks van Goes hebben.
Julder stad? Niks 'oor. Da's noe de ganzestad,
mae 'k d'r nog nooit 'n gans 'ezie, of 't moste
de mensen zeivers weze I
Dank u wel. En tóch hebben we twee ganzen.
En zwanen. En eenden. Waarmee we tevreden
zijn.
Het zou echter zeer aanbevelenswaardig zijn,
om een verkeersregeling te scheppen, die het gevaar
voor ongelukken zou verminderen.
Ik denk hier aan de regeling in Breda, waar men
in het centrum in de straten maar in één richting
Ook de oernieumde
stationsstraat maakt een
royalen, ruimen en
daardoor rustigen
indruk.
De eerste indruk dien Goes bij den vreemdeling
wekt iseen rommelige drukte.
Die indruk is gedeeltelijk juist. Goes is
druk. is rommelig, maar voor een groot deel is dit
schijn. Want de binnenstad is zoo nauw en leent
zich zoo slecht voor het modern verkeer, dat alles
wel vlug moet gaan.
In de buitenwijken is dit anders. Werkelijk,
men moge van de Zujd-Bevelandsche hoofdstad
zeggen wat men wil, maar men zal moeten erkennen
dat zij onder 't be
wind van een ener
giek gemeentebe
stuur als voorbeeld
gesteld kan worden
aan alle andere
Zeeuwsche steden.
De nieuwe woon
wijken kenmerken
zich door vroolijk-
heid en vooral
ruimte. De bestra
ting is een voort
durende zorg, en
men kan zich er
terecht over ver
bazen, dat men in
Goes kans ziet, om
de bestrating van
de zich steeds uit
breidende stad bij
te houden.