y
'4
ALS B
VRIJDAG 4 JULI 1930
Voor den „Hoek" als badplaats bestaat er in 't warme seizoen,
vanuit Rotterdam en omgeving, steeds veel belangstelling.
Per trein en vooral ook per boot wordt de reis naar Hoek
van Holland ondernomen en men geniet er naar hartelust van de ge
noegens eener badplaats.
Per boot is zoo'n tochtje vooral aardig en frisch. Wij maakten het
met de „Eugenie", die vanaf de Boompjes water kiest.
Het was er genoeglijk vol op de boot. Men koos zich een geschikt
plekje, vanwaar men rustig eerst de havens en later de rivier zelf kon
bewonderen. Er was een kranig strijkje aan boord, dat zich telkens van
't eene naar 't andere dek-deel verplaatste, om allen volop van muziek
te kunnen bedienen. De populaire num
mers werden dikwijls meegezongen door
No. 16
Geen blij der kermis in het land,
Dan die van Hoek van Hollands strand
Ook aan tien Hoek, hoe of 't roei kan
Zijn ze er nan de Ku-KIlix-Klan
Waar zijn toch in ons
land de componisten,
die met populaire,
vlotte, aangename
moderne wijzen dt
volksziel weten tt
„pakken"
We gelooven, dat zij
er helaas niet zijn en
daarom zingen wij,
Nederlanders, maar als
de aapjes de Duit-
sche en Amerikaansch-
Afrikaansche nummer
tjes na
Dit kereltje, aan naders hand,
Krijgt loonies langs het koele strand.
O/ra ook eens een dagje aan 7 strand.
Steekt fijn zijn rijpje in den brand.
de dames en heeren en 't viel ons op, dat het nationale lied
absoluut verdrongen is door zangen uit het buitenland, als
daar zijn: de trouwe huzaar", „de kleine piccolo", „de kleine
conditorei", enz.
't Schijnt, dat men in Nederland speciaal is aangewezen op
..het dal. het groene dal. waar kleine bloempjes bloeien"
In zee. in zee. daar is het fijn.
Daar moei je met tie niarmle zrjn