DOOR OCTAVUS ROY COHEN 354 VRIJDAG 18 JULI 1930 No. II De Gebrandmerkte Haar aandeelen zijn nooit op de markt geweest. Zij werd opgericht door, en is het eigendom van een kleine groep invloed rijke en gefortuneerde burgers. Jonas Merriwether is, naar ik meen, de voornaamste aandeelhouder. Hun program van uitbreiding groeide hun boven 't hoofd uit. Ze konden het niet meer baas, en eer zij het zich bewust waren, zaten ze er al te diep in om nog iets anders te kunnen beginnen dan er nog meer geld in te steken. Er was geen sprake meer van terugkrabbelen. Ze leenden en leenden tot het uiterste. Geen bank in de stad wilde hun ten slotte meer iets voorschieten. En zoo hebben ze nu weer het punt bereikt van vroegerze moeten geld hebben. Contanten En soms, Terry, is de onmiddellijke behoefte aan contanten een miserabel lastig ding." „Vanmorgen was er vergadering op Jonas Merriwether's kantoor. Dat was om tien uur. Zij waren het er allemaal over eens, dat omkeeren niet meer mogelijk was. Het zou de ondergang beteekend hebben voor verschillenden van hen waaronder Borden en financieele moeilijkheden zelfs voor Merriwether. Merriwether was allesbehalve te spreken over de heele historie. Hij en Borden heb ben nooit op bizonder vriendschappelijken voet gestaan instinctmatige antipathie zou je zooiets kunnen noemen, denk ik. Er was een zinspeling op wanbeheer Neen niet op onbetrouwbaarheid op wanbeheer. En een geweldig vinnig debat. Maar het resultaat was te voorzien, en onvermij delijk. Er werd besloten, dat de com missarissen zelf een deel van hun be schikbaar persoonlijk fortuin zouden afstaan om te voorzien in de behoefte der Maatschappij aan contanten, om de tegenwoordige crisis te boven te komen. Het is, natuurlijk, een solide Maatschappij. Binnen het jaar zal er geld als water verdiend worden. Maar deze depressie is acuut en zou fataal kunnen worden. Het credietvan de Maatschappij als Maatschappij is uitgeput. Maar de particuliere bezittingen van de aandeelhouders waren nog beschikbaar. „Dit is dan in 't kort, wat er ge beurde om elf uur vanmorgen over handigden Merriwether en zijn com pagnons aan Peter Borden meer dan twee honderd duizend dollars waarde aan verhandelbare effecten; als ik 't wèl heb, grootendeels ongeregistreer de gouvernementsobligaties. Deze han deling droeg 't karakter van een leening aan henzelf. Borden kreeg, als vice-president, instructie, deze obli gaties bij de Eerste Nationale Bank te deponeeren als waarborg voor een leening van twee honderd dui zend dollars ten behoeve van de Maat schappij. Een leening van contanten op contanten waarborg. Begrijp je „Ja, mijnheer." „Borden gaf, als particulier, deze mannen, ais particulieren, een ge- teekende kwitantie voor de obligaties. Zij werden hem overhandigd vóór den middag. Nu" Carmody leunde voorover en boorde zijn blikken strak in die van Terry „nü moet je opletten, TerryPeter Borden had onmiddellijk naar de bank behooren te gaan en ófwel die leening tot stand moeten brengen ófwel die obligaties in zijn eigen kluis moeten sluiten." „Ja, mijnheer." HET VERHAAL TOT NU TOE De onschuld van Bob Terry, die gevangen zat wegens ver duistering, komt na drie jaar aan het licht. Na zijn vrijlating, biedt zijn vroegere patroon Borden hem een tehuis aan bij zich en zijn dochter Lois, hetgeen Terry, hoewel grenzenloos verbitterd tegen Borden, aanneeml. John Carmody, een advocaat van verdacht allooi, is verliefd op zijn secretaresse Kathleen Shannon. Deze is een nichtje van Terry's celgenoot Todd Shannon. Zich een verzoek van dezen herinnerend, bezoekt hij haar op haar kantoor, waar Carmody hem, voor nu of later, 'n betrekking aanbiedt. Kathleen voelt zich sterk tot hem aangetrokken. Carmody blijft hardnekkig trach ten Terry in zijn dienst te krijgen, om zich van diens wraak zucht te bedienen om zijn eigen oude rekening met Borden te vereffenen. Kathleen en Bob bekennen elkaar hun liefde en in haar argeloosheid vertelt de eerste dit aan Carmody, die nu besluit, mèt Borden tevens ook Terry in het ongeluk testorten.Doorzijn handlanger Weaver krijgt hij vertrouwelijke inlichtingen over Borden's zakelijke moeiïijkheden. Borden's staal-maatschappij heeft een tijdelijk gebrek aan contanten. Terry treedt in Carmody's dienst, en komt op vertrouwelijker voet met Lois, wier liefde hij echter niet beantwoordt. Kathleen is heimelijk jaloersch op Lois, niettegenstaande deze haar, sedert een bezoek, dat zij met haar oom ten huize Borden heeft gebracht, bijzonder sympathiek is. Todd Shannon is vrijgekomen, en Carmody weet zich van den argeloozen man te bedienen, om Terry nog meer in zijn ^eestte beïnvloeden. Eindelijk, als de tijd rijp is en de plotselinge kans op wraak zich voordoet, zet Carmody in een opwindend gesprek aan Terry zijn bedoelingen uiteen. Hij begint te vertellen, hoe Borden's Maatschappij, hoewel zeer solide, ten tweeden male in tijdelijke moeilijkheden verkeert. „Hij deed geen van beide 1" Carmody's gezicht was zoo hard als graniet. „Hij deed geen van bei den een onvergefelijke zorgeloosheid, onthoud dat goed." Stilte. Bob begreep het nog niet en raadde ver geefs naar de kern van deze zaak, die Carmody scheen veranderd te hebben in een stalen veer. „Hij was verdiept in zijn werk. Het was Zaterdag. Hij ging terug naar zijn bureau met y fAichlapiegclingen Ie IliUefsernberg, twee honderd duizend dollars aan 1 verhandelbare obligaties. Obliga- lNO. jL\. ties, die bijna even gemakkelijk uit te geven zijn als geld. Hij begroef zich den heelen middag in zijn werk. En vanavond, Bob Terry vanavond nam hij die obligaties met zich mee naar huis I" Zijn stem brak af zoo plotseling als een slag. Bob sloot half zijn oogen. Hij herinnerde zich een omstandigheid van Borden's thuiskomst de tengere, vermoeide man de actentasch de be groeting van Lois en tenslotte Borden's gang naar de ingebouwde brandkast, waarin hij iets wegborg. Twee honderd duizend dollarsBob voelde zijn hart bonzen. Financieele zorgen zorgen, die kleine horizontale rimpeltjes in Peter Borden's voorhoofd gegrift hadden. En twee honderd duizend dollar van andermans geld berustte in zijn ouder- wetsche brandkast Het kwam niet in Terry op, te vragen, hoe Car mody aan deze inlichting kwam. Het was een stille hulde, die hij dezen man bracht, dat hij zijn ver klaringen aanvaardde als feiten. Carmody wist alles. Bob wist, dat Carmody's informatie juist was. Zijn geest werkte koortsachtig hij was nog niet gewend aan vlug denken. „Begrijp je, wat dat beteekent Carmody's stem drong tot hem door als van een grooten af stand, en hij antwoordde met een lage, trillende stem: „Ik ik geloof 't wel." „Merriwether houdt niet van Borden. Hij heeft aanmerkingen op Borden's beheer van de zaken het beheer dat hem ertoe genood zaakt heeft, in deze zaak vrijgeviger en roekeloozer te werk te gaan dan ooit in zijn heele leven. Ik heb uit een en ander begrepen, dat meer dan de helft van het geld van Merriwether is. Welnu, Terry, verondersteld verondersteld alleen maar dat die obligaties gestolen werden Ver ondersteld, dat ze Dinsdagmorgen, wanneer Borden naar zijn brandkast ging, verdwenen waren Kun je je voorstellen, wat er dan gebeuren zou Bob's oogen werden kleiner. Hij kón het zich voorstellen. En de on bewogen stem van John Carmody maakte die voorstelling nog veel duidelijker. „De obligaties zijn weg. Twee hon derdduizend dollars waarde. Vandaag is het Zaterdag. De man, die ze weg neemt, heeft tot Dinsdagmorgen den tijd om zijn sporen uit te wisschen. Maandag is 't Labor Day een offi- ciëele feestdag. Geen banken open. De obligaties zijn weg. Borden roept een vergadering van de commissarissen bijeen. Hij rapporteert de verdwijning der obligaties. Twee honderdduizend dollars waarde. Dat is véél geld. Er ontstaat groote consternatie. Ze verlangen te weten, wat die obligaties bij hem thuis deden. Op dat punt kan hij zich niet verdedigen. Ze had den op de bank behooren te zijn. Het was grove nalatigheid van zijn kant. Natuurlijk zullen die menschen zelfs Merriwether niet denken, dat hij ze gestolen heeft. Maar ze zullen razend zijn, omdat hij zoo zor geloos is geweest, en omdat twee hon derdduizend dollars een boel geld is. Een heeleboel geld Vooral voor Jonas Merriwether die de rijkste van hen allemaal is. Ze zullen eischen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 14