No. 18
VRIJDAG 18 JULI 1930
355
dat Borden het geld teruggeeft. En hij kan
niets teruggeven, Terry omdat hij geen cent
heeft. Hij is een rijk man maar alleen als de
maatschappij succes heeft. Hij heeft volstrekt niets
op 't oogenblik, behalve zijn zeer bescheiden
rekening-courant op de Eerste Nationale Bank en
het huis waar hij in woont. Zijn laatste cent steekt
in de vennootschap.
Er bestaat kans, dat hij de woede van Merri-
wether zal opwekken. Een kans, zeg ik. Als dat
het geval is, zal hem verduistering worden ten laste
gelegd. En zelfs als dat niet gebeurt zal hij in
een wanhopige positie zijn. Hij zal beseffen, dat
hij schuldig staat aan een strafbare nalatigheid
en je kunt je zelf wel
voorstellen, wat dat be-
tcekenen moet voor een
man met zooveel plichts
gevoel als Borden."
Weer dat plotselinge,
dramatische afbreken.
Carmody's profiel sprong
scherp vooruitzijn oogen
gloeiden van haat jegens
Borden.
„Verduistering 1" Hij
sprakjhet woord langzaam,
bijna zalvend uit. „Kun
je dat niet begrijpen,
Bob Terry? Jij stond
terecht wegens verduiste
ring. Je werd veroordeeld
voor een verduistering
waaraan je niet schuldig
was. Jij was zelfs niet
nalatig geweest. Je kent
de schande ervan, de ver
schrikking, de machte
loosheid. Zelfs als ze je niet
naar de gevangenis ge
stuurd hadden, zouden
die terechtzittingen all één
je leven al verwoest heb
ben. Stel je de uitwer
king van een dergelijke
situatie voor op een man
als Peter Borden. Juist
omdat hij deze ellende
veroorzaakt heeft door
zijn zorgeloosheid, zal hij afschuwelijk lijden. Hij
zal zichzelf doodmartelen met verwijten. Hij zal
alles doormaken, wat jij hebt doorgemaakt
en méér dan dat.
Hier is je kans op wraak, Terry. Het is een
unieke gelegenheid. Je ruïneert Borden niet alleen,
je jaagt hem niet alleen doodsangst aan, je breekt
niet alleen zijn verder leven maar, bij den
duivel 1 je doet hem dat alles aan op precies de
zelfde manier waarop hij 't jou aandeed. Je brengt
hem in de positie van een oplichter. Dèt was,
wat hij met jou deed. Je drijft hem in precies
dezelfde ellende, die jij hebt doorstaan. Je leert
hem, wat hij jou geleerd heeft en je kunt je
daarin verheugen, omdat je bij ondervinding elke
kwelling kent, die hij zal ondergaan omdat je
elke gedachte begrijpen kunt. Jonas Merriwether
zal hem terecht doen staan wegens verduistering,
Terry niet omdat hij plichtsgevoel heeft, maar
omdat hij iets van zijn honderdduizend dollar zal
wenschen te redden. Wat Borden jou aandeed,
omdat hij 't voor zijn plicht hield, zal Merriwether
hèm aandoen terwille van zijn lieve geld.
Peter Borden gearresteerd wegens verduiste
ring I Denk eens aan de vetgedrukte hoofden in de
couranten 1 Borden, de oplichter 1 Dèn zal het
jouw beurt zijn om te lachen 1 Je had nooit een
gelegenheid als deze kunnen verwachten, Terry.
Zooiets volmaakts, dat zoo geheel en al parallel
loopt met het geval, waarvoor hij jou naar die hel
zond En nu
Zijn stem daalde. Ze werd bijna vleiend.
„En nu, m'n jongen wat heb je op dit alles
te zeggen Wil je deze kans aangrijpen of wil
je niet
Terry duizelde. Hij was onder de hypnose van
Carmody's woorden geraakt.
„Bedoelt u dat ik die obligaties moet
stelen
„Waarom niét Je hebt me zelf gezegd, dat
niets ter wereld je iets kon schelen behalve je wraak
op Borden. Heel goed hier is je kans. Ze kon
niet beter zijn. Je mogelijkheid om hem op dezelfde
pijnbank te spannen waarop hij jou gemarteld
heeft. Veronderstel, dat dit een misdaad is: zou je
misdadige neigingen gekregen hebben zonder
zijn toedoen Zou je dat Zond hij je niet naar de
staatsgevangenis om op voet van gelijkheid te
verkeeren met inbrekers en moordenaars en struik-
roovers. Was niet Peter Borden de booze geest, die
je binnen die grimmige grijze muren dreef, waar je
minder was dan een dier. En zou hij het recht
hebben, je iets te verwijten, wanneer je gedurende
die drie bittere jaren daar een en ander had geleerd,
dat je nu in staat stelt, deze daad te doen zonder
een zweem van gewetenswroeging Groote hemel I
Terry kun je dan niet inzien, dat dit het eenige
Bij de sluis te Puttershoek.
is, dat je rekening zou kunnen vereffenen Kun je
dat niet
De jongen was verbijsterd. Carmody's logica
was onverbiddelijk, niet te ontkomen. Tenslotte
deed hij niets anders dan de gedachten, die hij zelf
bijna vier jaar lang gevoed had, onder woorden
brengen.
Carmody had hem een aantrekkelijk beeld van
de zaak opgehangen. En het was zoo'n uitgezochte
wraak een straf, gelijk aan de zijne. Het prach
tigste ervan was nog, dat Borden onschuldig was.
Juist zooals hij onschuldig was geweest. Hij deed
nog een zwakke poging tot weifelende tegenspraak.
„Hoe moet ik in de brandkast komen
Carmody wierp hem een papier toe. „Hier is de
combinatie van het letterslot."
Bob staarde hem verwezen aan.
„Van Borden's brandkast
„Ja."
„Hoe bent u daaraan gekomen?"
„Hier is de combinatie, zeg ik je. Je hoeft er
niet over te tobben, hoe ik er aan gekomen ben.
Het kan je anders misschien interesseeren, dat ik
het al eenigen tijd in mijn bezit gehad heb. Er is
heel weinig in verband met Borden, dat ik niet
weet. En nu
Bob aarzelde. „Als ik dit doe
„Bang
„Ja. Ik ben ééns in de gevangenis geweest. Het
zou onnatuurlijk zijn, wanneer ik déér niet bang
voor was."
Carmody lachte eventjes. „Denk je dan heusch,
dat ik dèt niet overwogen heb Ik zal je precies
vertellen, wat je doen moet. Ze zullen je nooit
verdenken. Maar zelfs Ms ze dat doen, zullen ze
nooit bij machte zijn, het te bewijzen. Je zult
veilig zijn, zelfs al zouden ze weten, dat je schuldig
was. Te weten dat iemand een misdaad heeft
begaan, is heel iets anders dan het te bewijzen I
Je bent nu wel lang genoeg hier op kantoor geweest
om dat te begrijpen."
„U garandeert dus mijn veiligheid
„Op mijn woord van eer."
Bob Terry keek Carmody in de oogen. Zijn ver
trouwen was bijna aandoenlijk. De man had hem
gehypnotiseerd. Hij was niet meer in staat, zelf
standig te denken.
„Ik geloof, dat ik het zal doen," zei hij zenuw
achtig.
Carmody klemde zijn vingers ineen.
„Als je geweten zich er tegen verzet
„Ik heb geen geweten 1" viel Terry uit. „Dat
heb ik in de gevangenis achtergelaten. Vertel mij
precies, wat ik doen moet 1"
NEGEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK
's Maandagsmorgens rinkelde de telefoon in
Kathleen Shannon's pen
sion. De welgedane hos
pita met het vollemaans
gezicht stond onder aan
detrap en riep met schrille
stem om juffrouw Shan
non.
Kathleen daalde af naar
de eerste etage. Er waren
kleine lijntjes van zorg en
verdriet in de hoeken van
haar oogen, maar haar
stap was vlug en energiek.
Misschien was het Bob.
Zij sprak zachtjes in den
hoorn.
„Hallo?"
Een heldere, koele stem
de stem van een
vrouw klonk tot haar
door.
„Juffrouw Shannon
„Ja." Kathleen onder
ging een oogenblikkelijke
teleurstelling.Toen richtte
zij in een plotselinge
verrassing haar heele ge
stalte op.
„Hier is Lois Borden."
Een korte stilte.
„Ja, juffrouw Borden?"
„Hebt u vanmorgen
iets bizonders te doen
„Neen."
„Ik dacht omdat
't vandaag een vrije dag is ik vraag me af, of
u me voor een paar minuten kunt ontvangen? Het
is van veel belang."
„Wel, natuurlijk kan dat."
„Wanneer
„Wanneer u maar wilt."
„Goed. Ik kan dus meteen in den auto springen
en naar uw huis rijden
„Ja zeker. Ik zal u wachten."
Kathleen voelde zich zonderling opgemonterd,
toen ze de trap opliep naar haar kamer. Lois
Borden, die haar kwam opzoeken Zij zocht naar
een oplossing daarvoor en de gestalte van Bob
Terry zweefde haar voor den geest. Zij meende
een ondertoon van zorg en leed in Lois' stem ge
hoord te hebben. Kon het zijn
Lois kwam binnen het half uur. Kathleen kwam
haar aan de deur tegemoet, en de twee meisjes
gingen naar de kamer der laatste. Daar ging Lois
zonder eenige plichtpleging zitten en ging recht
op haar doel af.
„Ik moet u een vrahg stellen, juffrouw Shannon
een, die, naar ik meen, voor ons beiden van belang
is." Zij leunde voorover. „Wanneer hebt u Bob
het laatst gezien
Kathleen trok verwonderd haar wenkbrauwen
op. „Zaterdagmiddag. Waarom
„Daarna niet meer
„Neen."
„Heeft u dat vreemd geschenen dat u hem al
dien tijd niet gezien hebt
„Ja. Zeg me nu, waarom u me deze vragen
stelt
„Zeker. U hebt 't recht, dat te weten. Ik zou
niet op deze manier bij u zijn gekomen, als ik me
niet ernstig bezorgd maakte." Zij frommelde een
fijn kanten zakdoekje tot een bal ineen, maar sprak
dapper door. „Bob bleef Zaterdagavond thuis.
Vader was op kantoor, maar kwam laat terug.
Hij ging aan 't werk. Een paar minuten later
ging de telefoon iemand vroeg naar Bob. Hij
nam onmiddellijk zijn hoed en ging weg hij zei.
dat 't iets van gewicht was. (Wordt voortgezet)