WAT WIJ ERVAN „HOORDEN EN ZAGEN Aan booid van een haringlogger. Onder 't rooken van een pijpje of sigaret wordt er stoere arbeid verricht. Straks zal de boot weer uitvaren ter haringvangst en hopenlijk met succes. dat de haring dit seizoen wat schraler is dan anders Dat valt natuurlijk zeer moeilijk ie achterhalen, ofschoon ons een oudgediende in 't haringbedrijf zijn meening daar over wel, achter zijn handpalm, mededeelde Ziet U," zoo zeide hü ons op vertrouwelijken toon, .ze varen hoe langer hoe vroeger ter haringvangst. Naar mijn meening gingen ze nu ook weer minstens drie of vier weken te vroeg uit." Wellicht schuilt er in zijn uitsprak wat waarheid De Koningin Wilhelmina-haven. Links op den voorgrond: de reederij der firma Hoogendijk. De lachende bediende van een der haringpakkerijen te Vlaardingen, de firma v. d. Heul en v. d. Valk, met in eiken arm een serie z. g. „twaalfjes", welke handig door heel Nhderland worden verzonden. Een oude-getrouwe, volleerd in haar werk. Men kan 't haar gerust toever trouwen ze zal wel zorgen, dat de vischjes het net niet ontglippen. De mazen der netten worden grondig nagezien en nauwkeurig gerepa reerd. Geen vischje mag er straks ontsnappen I 348 VRIJDAG 18 JULI 1930 No. 18 vangen, mijnheer, maar de handel kon florissanter zijn." Zoo vertelden ons de diverse deskundigen uit 't haringbedrijf te Vlaardingen. Als redenen, waarom de handel beter kon zijn werden ons daar opge geven: allereerst natuurlijk de malaise, die gekke malaisetijd, welke zoo maar in eens is gekomen en waarvan niemand eigenlijk goed de oorzaken kan ontdekken, vervolgens schijnt de groote en vroege hitte ook schadelijk te zijn geweest, evenals het feit, dat de haringen dit jaar wel fijn, maar niet al te vet waren, waardoor ze voor den export b.v. vooral naar Dultschland en België, wat minder geschikt zijn. Natuurlijk gelden de malaise en vroegtijdige hitte eveneens voor den buitenlandschen handelHoe het nu komt,

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 8