VRIJDAG 18 JULI 1930 De arbeidzamen: een moderne toonladder uit het lied van den arbeid Morgen zal de visschersboot weer zee kiezen. Daarom worden de fusten met frisch zout bij groote hoeveelheid aan boord gerold. Teoordeelen naar 'tgrooteaantal„kantjes", dat men hier op den wal ziet, is de vangst niet slecht geweest. „Is ze fijn of niet?" 't Is of de knecht van den schipper ons deze vraag stelt, terwijl hij met trots een deel van de vangst laat zien. en dan wil het ons voorkomen, da met deze at te groote voortvarendheid, om „Nieuwe, nieuwe!" te krijgen, de wijsheid toch bedrogen wordt I Hoe het ook zij, het visscherijbedrijf te Vlaardingen, druk of minder druk, is steeds levendig en interessant genoeg om er eens nader kennis mee te maken, hetgeen wij ten behoeve onzer lezers dan ook deden. We hebben de visschersbooten gadegeslagen, terwijl de volte tonnen met heerlijke Hob landsche haring werden gelostwe waren er getuigen van, hoe de vaten met frisch zout aan boord werden gerold van de straks vertrekkende schuiten. We bewonderden het fraaie veilingsgebouw, waar de visschen bij massa's worden verkocht. We be zochten de reederijen en vooral de haringpakkerijen en kuiperijen. En ten slotte zijn we wat buitenaf gegaan om het hoogst interessante bedrijf der N. V. Taanderij en Nettendrogerff Een kijkje in de uitgebreide drogerij „Vlaar dingen". Hier worden de netten, na getaand te zijn, te drogen gehangen. Een deel van 't per soneel ving de fotograaf meteen in zijn netten. Vlaardingen In oogenschouw te nemen. Hier werden we door den vriendelijken bedrijfsleider rond gevoerd over de wijde terreinen, waar, zeer schilderachtig, een groote hoeveelheid netten hing, om getaand en gerepareerd te worden. En de flinke, vroolijke Vlaar- dinger meidenvonden het maar wat fijn, om even voor „Groot Rotterdam" te poseeren, te midden van haar noesten arbeid, 't Schonk immers nog eens wat afwisseling, waarvoor de jeugd steeds graag te vinden is. Nog vluchtig zagen we de afdeeling tgcri;met haar kloeke paarden en daverende wagens, om dan van het interessante haringbedrfjf te Vlaardingen voorloopig afscheid nemen IVe willen hopen, dat aan 't eind van het haring- seizoen mag blijken, dat „een en ander'' nog goed is meegevallen, waarop misschien nog wel een kansje bestaat. Want haringen worden er steeds gegeten, vooral als men nog even de waarheid wil bedenken van het oude spreekwoord: Haring in het land, Dokters aan den kant."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 9